vrijdag, april 30, 2010

Het kerkhof van Bellegarde





Tussen de tuinwerkzaamheden door, wandel ik, vooral 's avonds nog wel eens naar het kerkhof van Bellegarde. 

Naar ons kerkhof wou ik zeggen, maar dat doodgaan wil ik nog wel even uitstellen al is het dan de mooiste plaats van het dorp. Het uitzicht is zonder meer mooi, maar vooral ook mysterieus en de vervallen grafstenen ondersteunen dat magisch gevoel. 

Het contrast van wilde natuur (toortsen, sleutelbloemen, blauwe druifjes, orchideeën) met de eeuwig bloeiende plastic chrysanten en rozen, het contrast van de 'verse' doden met de bijna 100 jaar geleden begraven 'oude' doden, de enge kerkhofruimte in het eindeloze landschap.

Contrasten raken mijn ziel, alsof ik zelf al een beetje eindeloos dood ben.

donderdag, april 29, 2010

Jubelende platanen in Die


Marianne de France lijkt te jubelen over de nieuwe lente in de pas bladvormende platanen. Dit is het stadje Die in april, het autoblik op de parking onder de platanen heb ik wijselijk weg gekadreerd. Marianne de France en geknotte platanen op een plein, Franser kan het zeker niet zijn.

Plataan in de laan | Dier en natuur: Bloemen en planten
kruidwis voor kruidenstages

woensdag, april 28, 2010

Jardin de Simples

De eerste vakantie-werkdag in mijn Jardin de Simples in ons Franse dorp Bellegarde en Diois. Het is 7 maand geleden dat ik hier voor het laatst was. De spiraalvorm van de tuin is nu niet meer herkenbaar want de spiraalpaadjes zijn vol gegroeid met akkerereprijs, vijfvingerkruid, paardenbloem en ruw parelzaad. Dat zijn hier nu mijn 'onkruiden' die van het pad af moeten. Nu ja onkruiden, het ruw parelzaad staat wel op de Nederlandse rode lijst van zeer zeldzame planten. Dat hakken moet, maar zonder pardon, lukt dat mij niet, vooral ook omdat tussen al dat groen zich ook bijzondere verfstofplanten durven uitzaaien. Wede en vooral wouw heeft daar een handje van weg en och arme ze zijn zo teer, één hak en het tere piepkleine gerimpelde rozet is verdwenen. Dus stevig doorwerken en toch alert blijven, is de boodschap.

Het is, ondanks een pijnlijke rug en groeiende blaren op de handen, toch altijd weer een genoegen al die nijvere zaailingen en uitschietende vaste planten na 7 maanden opnieuw te ontdekken. Als zijn er ook altijd weer planten die de strijd om het bestaan opgeven, deze keer hebben de meeste rozemarijnstruikjes het begeven. Niet verwonderlijk na deze winter, het is hier wel het Zuiden maar ook 850 meter hoog, het vriest hier dan ook harder dan in België.

Dat tuinwerk doe ik voor mezelf, voor de planten en ook wel een beetje voor onze kruidenstages, die de 2de week van Mei en de 2de week van juli hier in Bellegarde doorgaan. Liefhebbers die zo'n kruidenvakantie willen meemaken, het kan nog steeds, zelfs in Mei.

In de natuur kunnen we nu volop genieten van verschillende soorten Sleutelbloemen, het Leverbloempje, bloeiende Wede, en straks van de vele wilde orchideeën en zelfs van de mythische Pioenroos.

Kruidenvakanties (Kruidwis)

dinsdag, april 27, 2010

Verwachtend

Ik ben in mijn Hymermotorhome al 6 dagen onderweg en dan schrijf ik 'savonds wel wat. Alleen, niet rechtstreeks op mijn blog, want internet is voor mij onderweg nauwelijks bereikbaar. Natuurlijk probeer ik hier of daar wel wat af te tappen. Al is, rijden, een slaapplaats zoeken en nog een plaatselijke wereldwijde aansluiting vinden, iets te veel van het goede. Dus nu aangekomen in Bellegarde en Diois, en dus huis, tuin, buren, bekenden en internet even bezoeken.

Het is volle maan boven het kerkhof van Bellegarde, de oude kersenboom bloeit, onze linde voor de deur heeft op ons gewacht om blad te vormen, de vele Wedeplanten om het huis en in de tuin staan mooi in knop en verder is er veel verwachtend voorjaar. De verhalen van de voorbije dagen zijn voor de volgende dagen.

zaterdag, april 24, 2010

Frankrijk: op weg tussen Givet en Paladru





We rijden door een voorjaarslandschap en worden jubelend begeleid door frisse wilgenblaadjes, bruine kleverige en geurige populierknoppen, gele paardenbloemweilanden en scherpe pinksterbloemen. De motorhomist is nog steeds herborist.

Langs de Maasvallei naar Frankrijk (Givet, Revin..) maar uiteindelijk brengen we de nacht door in Nismes. Het plantenparadijsje in de Viroinval. Op een voor ons bekende plaats met heel veel planten in de rotsen rondom ons, alleen gaan we ze vanavond niet echt allemaal bezoeken. Ik wandel wel in de schemering via de ruine van de oude kerk naar boven, een klein stukje GR met een mooi zicht over Nismes. De voorjaarsflora die we onderweg al volop zagen, is hier ook aanwezig. Witbloeiende bosanemonen, nog wat bloeiend speenkruid, stinkende gouwe, pinksterbloem nu op zijn best, maar er is hier veel meer bijzondere kalkflora op de tiennes, wilde tijm, gamander, zonneroosjes en orchideeën. Merkwaardig is de ressurgence, de plaats waar L'eau noire uit de rotsen te voorschijn komt en direct een stroom van enkele meters breed vormt. Spijtig genoeg is deze plek wel volgebouwd met wat onduidelijke huizen en twee garageboxen. Het blijft moeilijk te begrijpen waarom zulke mooie plekken verpest worden met lelijke bouwsels.

Zaterdag 24 april Franse Ardennen
Afspraken in Le Hardoye en Besmont, op huizenbezoek in de Franse Ardennen. We slapen onder de kerktoren van Liart, niet direct een aanrader maar we moesten in de buurt zijn en kerkpleintjes zijn meestal vlakke, niet onaardige plaatsen om te overnachten. Alleen de plaatselijke jeugd met hun rituelen en de klokken van Rome met andere rituelen verstoren soms de rust. In dit geval hadden de plaatselijke inwoners een feestje in het zaaltje vlakbij en dat duurde tot zowat 4.15 in de ochtend. Dus...

Zondag 25 april dus
We picknicken net voor Arcy en Aube. In Arcy stoppen we regelmatig bij de Aube, een mooi plekje waar de gemeente vorig jaar zelfs een soort akkerkruidenberm had ingezaaid, het stond er toen vol met korenbloemen, klaprozen en bolderik. Nu reden we er zomaar voorbij, het was ook kermis en markt, dat kan wel prettig zijn, maar het was nu het moment niet om halt te houden

We rijden voorbij Signy, Rethel, Pauvres, Suippes om maar enkele curieuze namen te noemen. Interessanter word het voorbij Troyes, we nemen de D444 en willen als eindpunt voor vandaag Avallon bereiken. Rijden eerst door het woud van Amont, stoppen even, fotograferen gewoon paardenbloemen en ook kleine maagdepalm (moet ik dat hier in het Fôret d'Amont komen doen?) Enkele merkwaardige gebeeldhouwde stenen bewaken de ingang van het bos. Het dorpje verder is Chaource, het ziet er hier properder en mooier uit dan in de Franse Ardennen van de vorige dagen, geen voorraad vervallen landbouwmachines op het erf, geen chaos van bidonvilleachtige bouwsels, en zelfs een deftig loosplek voor motorhomes, aardig dorpje om ooit nog eens langs te komen. Mogelijk heeft het te maken met ietsje meer rijkdom, we naderen de Bourgognestreek. De volgende dorpjes oa Cussangy en Vallièrest zijn samengesteld uit boerderijtjes met een binnenkoer, die dwars langs de weg staan. De voordeur hangt dus op de binnenkoer. Het doet me wat denken aan mijn geboortedorp Hoegaarden. Leuk en ook wat jeugdsentiment.


Avond in Avallon. Prachtig geparkeerd onder de ontluikende lindebomen, alhoewel er ook nu weer op 'onze' slaapplaats, veel beweging van plaatselijke jongeren is. In principe boeiend om dit hanengedrag te bestuderen. Het aan en afrijden van auto's en brommers, het draaien en keren, het roepen en giechelen, het hoe dan ook met eigen mogelijkheden willen opvallen. In principe boeiend, als ze het maar niet te laat maken. En deze keer lijken ze net als ik met de kippen op stok te gaan. Voor mij was het na de vorige slapeloze nacht wel hard nodig.

Maandag 26 april Avallon
Ochtend in Avallon. De papiertjes, lege blikjes en colaflessen van de hangjongeren worden geduldig en handig door de Avallonse gemeentewerker met zijn mechanische arm opgeruimd. Wij duiken van uit Avallon met de motorhome even de Morvan in. Eerst een stukje vallei van Cousin, op zijn Ardeens hier, beekjes, nauwe valleitjes veel groen van ontluikende loofbomen en onderbegroeiing van daslook en grootbloemige muur al in bloei.... Op het plateau van de Morvan een grillig en toch gestructureerd heggenlandschap. We passeren Quarré de Bois en dan toch weer langs snellere wegen want willen nog steeds naar het Zuiden.
Op de middag picknicken we voorbij Tournus op de Aire du Bois Noir. Zoals gewoonlijk wil ik ook altijd de directe omgeving verkennen, ten minste wat plantengroei betreft. Natuurlijk staan hier ook de geijkte paardenbloemen te bloeien, maar tot mijn blijde verrassing vind ik hier in dit bosbiotoopje, weliswaar tussen de stront van de toeristen, zomaar de zeldzame Eenbes en nieuwe scheuten van de Spekwortel. Ik red enkele exemplaren van een gewisse strontdood. De plantjes moeten wel nog een dag en een nacht in den donkerte van een camperkoffer overnachten, maar dat moeten ze er maar voor over hebben om gered te worden. En ik weet ondertussen uit ervaring, dat ze morgen weer vrolijk en gezond te voorschijn zullen komen.

Lac de Paladru
Maar we moeten verder. In plaats van langs Valence, draaien we linksaf naar Grenoble en stranden uiteindelijk weer bij een vroegere slaapplaats aan het meer van Paladru. We verkennen de boorden van het meer en vinden zo een rustige plek bij de monding van een beek.
In dit seizoen is het idyllisch rustig hier. Het dorp op de punt van het meer noemt Charavinnes, niet echt een mooi dorp, wel wat chaletachtige bergbouwstijl, veel nog gesloten restaurants en cafés. Een groot Syndicat d'Initiative, voor de zomer zeker. Een kerk in baksteen en gedeeltelijk in ronde keien. Een kwaaie zwaan en 4 verdwaalde eendenjongen dobberend op het koude water. Zonsondergang over het meer en dan een bijna volle maan.

Info over Avallon en andere dorpen

  • Avallon, gelegen op een granieten rots, boven de vallei van Cousin en aan de poort van de Morvan, is een gemeente in het Franse departement Yonne. De gemeente telt zowat 8000 inwoners, die Avallonnais worden genoemd. In het stadje, geheel omgeven door wallen, bevinden zich verschillende historische gebouwen, waaronder de kloosterkerk van Saint Lazare, daterend uit het midden van de 12de eeuw, la tour de l'horloge.
  • Cussangy is een gemeente in de Champagne-Ardennenstreek en telt 200 inwoners. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Troyes.
  • Chaource is een gemeente in de Champagne-Ardennen, heeft1100 inwoners. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Troyes. Het dorp is enigszins bekend voor zijn kaas. De Chaourcekaas zou van origine een kloosterkaas zijn, afkomstig uit de cisterciënzer abdij van Pontigny, waarvan de monniken de kaasmakerij naar de boeren brachten. Er is ook een grote golfbaan la Cordelière met een oppervlakte van 50 hectaren aan de rand van het forêt d'Aumont.

Info Tamus communis / Spekwortel
Vaste klimplant, waarvan de wortel in Frankrijk gebruikt werd bij kneuzingen, o.a. als kompres tegen een 'blauw' oog. Vandaar zijn merkwaardige Franse naam Herbe aux femmes battus. L’herbe aux femmes battues est sans aucun doute le surnom le plus approprié du tamier puisque la première propriété thérapeutique du tamier fait disparaitre les bleus consécutifs aux coups, les contusions et autres ecchymoses. Pour cela, il convient de frotter le rhizome sur la zone meurtrie ou d’appliquer un cataplasme de racine cuite. D’ailleurs, bien des guérisseurs combattent les rhumatismes et la goutte grâce à des préparations et onguents à base de tamier (mélange de racine cuite avec du saindoux).
Des études ont confirmé les vertus anti-inflammatoires et analgésiques de l’extrait alcoolique de tamier. Dans le Sud-Ouest de la France, on mange les jeunes pousses de tamier comme des « asperges sauvages » qu’on appelle respounchous. Ce sont les seules parties de la plante qui ne soient pas toxiques. La cuisson fait disparaitre l’amertume très marquée.

dinsdag, april 20, 2010

Verdronken Zwarte Polder


Ik werd vanmorgen gebeld vanuit het verre Nederland met de vraag of ik in de namiddag kon meewerken aan filmopnames in Zeeland over het gebruik van eetbare wilde planten. Ik ben deze namiddag vrij en dus hals over kop naar Slijkplaat, een god vergeten plaatsje ergens bij Breskens maar wel naar een bekend sterrenstaurant De Kromme Watergang.

Met de filmploeg rijden we naar zee, ondertussen de bermen afspiedend naar eetbaar groen. Alsof we een bende armoezaaiers zijn. De regisseur, met verstand van wild voedsel zocht sleedoorn, groot hoefblad, zevenblad, hondsdraf, maar we reden eerst naar de romantische 'verdronken Zwarte Polder' , waar we wolken, branding en schorren fotografeerden en filmden. We zagen ook hoe de ijverige, Nederlandse bulldozers dijken aanlegden en nieuwe natuur creëerden. Ja, dat doen ze graag die Ollanders, de natuur plannen, controleren, reguleren, maar ja liever dat dan de natuur vernietigen.

In de duinen vinden we natuurlijk de eetbare duindoorn, sleedoorn en rimpelroos, maar nu in het voorjaar hebben we meer belangstelling voor het jonge, frisse voorjaarsgroen. In de luwte van de duindoorn vinden we volop de ronde, vlezige blaadjes van Winterpostelein, we wachten nog even op de chef-kok om die blaadjes, de chef-kok en zijn dochtertje en de herborist te filmen. Zelf was ik gelukkig met de ontdekking van enkele nog wat zielige hertshoornweegbreetjes, echt eetbaar groen.
Maar in de duinen en schorren moeten we natuurlijk ook Zeekraal, Lamsoor en Zulte zoeken, de zoute eetbare planten bij uitstek.
Op de dijk schooien we nog een beetje bieslook, zuring, duizendblad en hondsdraf bij mekaar. We vinden ook de ronde blaadjes van Klein kaasjeskruid. Filmen onderweg nog groot hoefbladbloemen en na lang rondrijden ook een mooie plek met Zevenblad. Wel de eerste keer in mijn leven dat we met 2 auto's en een hele filmploeg zoveel moeite doen om zo'n woekerend onkruid te filmen.

Na het knabbelen op al dat wild groen, komt de apotheose toch in het restaurant waar we zelfs een streepje Ridderzuringsaus bij onze vis geserveerd krijgen. 

De Verdronken Zwarte Polder heeft een gevarieerde plantengroei. In 1992 werden bij een onderzoek 228 plantensoorten vastgesteld. Naast de bekende schorplanten als lamsoor, zulte en zeekraal is er een keur aan zeldzaamheden te vinden. Gesteelde zoutmelde en laksteeltje zijn wel de bekendste.

Lamsoor / Zulte  als groente
400 gr lamsoren
40 gr sjalot fijn gesnipperd
30 gr roomboter
lamsoren goed wassen en nazien op ongerechtigheden (stokjes, zeewier en alg) sjalot licht fruiten in de boter, niet kleuren !! Lamsoren toevoegen en roerbakken tot ze gaan glanzen. Geen kruiden of specerijen toevoegen. Lamsoren moet je puur natuur eten.
Er is wel enige verwarring over naamgeving. De Lamsoor die we meestal als groente eten is niet de echte Lamsoor, Limonium vulgare maar Aster tripolium, Zeeaster of Zeespinazie

maandag, april 12, 2010

Verleiding van het voorjaar

Ik mag nu niet te veel nieuwe planten aanschaffen, want volgende week verhuizen we weer voor een maand naar ons Franse huis. Toch kan ik niet altijd aan de verleiding weerstaan. Zo vond ik mooie Steviaplanten voor een prijsje bij Intratuin Olen. De plant is wel weer omgedoopt tot Honingkruid, wat natuurlijk heel wat beter klinkt dan suikerplantje.

Verder hadden ze hier bij de vaste planten zomaar een andere, geelbloeiende Zonnehoed, Echinacea paradoxa, die ik alleen al voor de naam zou aanschaffen. Hij werd net zoals de Echinacea purpurea door de Amerikaanse Indianen als wondgenezend en ontsmettend middel gebruikt. Te proberen in mijn gele medicinale border.
Uit enkele onderzoeken blijkt ook dat deze gele Zonnehoed en andere cultivars, zoals Magnus en White Swann dezelfde geneeskrachtige stoffen bevat als de botanische soort Echinacea purpurea, weliswaar in wisselende hoeveelheden.

Caffeoyl phenols and alkamides of cultivated Echinacea purpurea and Echinacea atrorubens var. paradoxa; Pharmaceutical Biology - 47(9):Pages 835-840

maandag, april 05, 2010

Berkensap en hoestsiroop

Paasweekend, zomaar 3 dagen les geven in Natoye. Intensief! Zowat 14 uur per dag samen met de mensen. een heel bijzondere, vermoeiende, kruidige, bijna unieke ervaring. Kruiden voor de luchtwegen, siropen maken van de verse planten die we in de natte natuur van Natoye vinden. Voor salie of tijmsiroop is het nog te koud en te vroeg, dus plukken we gewoon weegbree. Nu ja gewoon, laten we onze ordinaire onkruiden niet onderschatten.

We wandelen naar een naburig bos, hoge naaldbomen bij de ingang van het bos herken ik niet zo direct, maar de frisse geur van afgewaaide takken roepen herinneringen op aan een kruidenstage in de Ardeche. De geur van......Douglasspar! En dus maken we hoestsiroop van deze Douglas. Maar eerst zoeken we verder in het bos naar berken, want we willen zeker ook berkensap tappen. Uiteindelijk vinden we deze Betula's wel, maar hoe moeten we aan de hoge af te tappen takken geraken. Enkele, gedeeltelijk ontwortelde bomen helpen ons een handje, en ook de jonge nieuwe scheuten blijken redelijk wat sap af te scheiden. We hangen een vijftal flessen aan de bomen en hopen dat die morgen gevuld zullen zijn.

De onderbegroeiing in dit vochtige bos is ook de moeite waard. Nog net niet bloeiende pinksterbloem het is ook nog maar Pasen, gele dovenetel, speenkruid......

Betula species (Kruidwis)
Lentekruiden: Speenkruid, Sleutelbloem en Maarts viooltje | Dier en natuur: Natuur