dinsdag, september 28, 2010

Solanum nigrum

Wat planten verzamelen voor de herboristenles van morgen. Hele exclusieve maar ook hele ordinaire. Groene en zwarte bessen van de Zwarte nachtschade, Rozenbottels met zicht op zee, bloemen en blad van de wilde Rucola, zaden (vruchten officieel) van de Grote brandnetel en wat zeewier op het strand. Wat gewoon of exclusief is mag je zelf uitmaken.

Solanum nigrum, de Zwarte nachtschade is een veel voorkomend onkruid in groententuinen, meestal wordt het niet hoger dan een 30cm maar hier in mijn woonplaats langs de wegkanten vind ik exemplaren die wel een meter hoog en breed worden. De plant hoort thuis in de fameuze familie van de aardappel waar ook de zeer giftige en hallucinerende Wolfskers bij hoort.


Zwart glimmende, verleidelijke bessen hebben zowel de Wolfskers als de Zwarte nachtschade gemeen. De bessen van deze laatste worden in sommige landen als lekkernij gegeten en in andere landen als giftig beschouwd. Vroeger werden ze bij ons ook heksenerwten genoemd, mogelijk om kinderen af te schrikken of zouden ze hallucinerende eigenschappen bezitten? De goed rijpe bessen zijn niet giftig, het zijn de groene, onrijpe bessen en de bladeren die het giftige solasodine bevat. Het gehele kruid mits goed gedoseerd heeft een pijnstillende en kalmerende werking. Vroeger werd het loof in het bed van kinderen gelegd om het inslapen te bevorderen. Nu niet direct een aanrader om toe te passen. Wordt vervolgd....

zondag, september 26, 2010

Wandeling in mijn verleden tijd: Belvaux.

Een klein, rustig dorpje en toch maar op 4 kilometer van het drukke, toeristische Han sur Lesse. Een café, een kerkje, 24 huizen en veel wandelmogelijkheden met een gevarieerde plantengroei. Belvaux ook aan de Lesse gelegen maar dan wel aan de achterkant van de grotten. De plaats waar de Lesse in de grotten verdwijnt. Het gat van Belvaux.
Kalkaster op mijn kruidenrots

We vertrekken aan de brug over de Lesse en wandelen eerst nog op een smalle, verharde weg met de Lesse mee. Na 1 km net in de bocht klimmen we een grindweg op, en weer neer en komen dicht bij de Lesse. Als we van het grindpad af links naar de afsluiting van het natuur- en dierenpark wandelen tot aan de poort kunnen we in de verte het gat van Belvaux zien, de plaats waar de Lesse in de grotten verdwijnt. In het domein kun je alleen maar binnen als je in Han het toeristische treintje neemt, maar zelf vind ik het aan deze kant van de afsluiting veel aantrekkelijker. Wildere natuur en wildere plantengroei, ondanks de panters en tijgers aan de overkant in hun kooi. Hoe wild is gevangen?

Over de Engbloem op de rots en in het Cruydeboeck van Dodonaeus.
De Engbloem is één van de typische planten op mijn kruidige rots. Een plant met een geneeskrachtige reputatie, die al bij de Romeinen maar ook bij Dodonaeus beschreven werd: ' Dit cruyt wordt gheheeten in Griecx ende in Latijn Asclepias/ van sommighen Cission, Hederula, Cissiphyllon ende Hederae folium/ ende nu ter tijt Hirundinaria. In Hoochduytsch Schwalbenwurtz. In Neerduytsch Swaluwortel. Dit cruyt heeft sijnen naem naer den ouden Esculapius die in Griecx Asclepios ghenaempt wordt. Dien den Griecke ende Heydenen toe scrijven/ dat hy die ierste geweest es die de conste der Medecynen ghevonden heeft/ ende daer om oock voor een god van den selven ghehouwen ende gheeert.
Dodonaeus noemt hem dus Zwaluwwortel, een naam die we ook in de hedendaagse Latijnse naam 'hirundinaria' terugvinden.

maandag, september 20, 2010

Kruidengeesten

In het oude Brugge blijken nog kruidengeesten rond te dwalen. Uit deze antieke vijzel stijgen kruidendampen op. Of is het mijn eigen geest uit een ver verleden? Zou ik in 1607 toch al kruidenmeester, apotheker of  Zuster Eleonore Verbeke geweest zijn?

Eleonora Verbeke werd in 1750 aangesteld als apothekeres van het Sint-Janshospitaal in Brugge. Ze bleef daar 35 jaar in functie en stelde ook een winckelbouck samen met aanwijzingen voor het gebruik van medicamenten. Ook een kruidentuin is er in het Sint-Janshospitaal altijd geweest, daar blijft helaas niet zo veel meer van over.

Informatie over het kruidengebruik in die periode vind je in het boekje 'Goed Gekruid' Van kruiden en geneesmiddelen in het Sint-Janshospitaal.

maandag, september 13, 2010

Thuis bij de Toothache


En dan, na 3 maand Bellegarde terug t..huis. In dat kleine huisje en tuintje aan zee. Verwondering over enkele vergeten planten. ABC kruid bijvoorbeeld, Spilanthus, laag plantje met bobbelig bolletje bloem, iets zoals Schijfkamille maar dan geel met een roodbruin kopje. Lijkt wel wat op een oogbol met iris, wil het toeval dat deze bloempjes volgens sommigen het zicht zouden verbeteren. Verder wordt hij ook Toothache plant genoemd, dus ook goed als verdovend middel tegen tandpijn en de Franse naam Cresson de Para verwijst naar zijn pittige smaak en zijn gebruik als een soort tuinkers in de keuken. De scherpe en licht verdovende smaak die we proeven zijn de alkylamides, die we ook terugvinden in de beter bekende Rode zonnehoed, dus ook niet verwonderlijk dat de Spilanthus ook een werking tegen kwaadaardige virussen en bacteriën bezit. Weer teveel werkingen om waar te zijn?

Spilanthes, maar niet in mijn tuin

Toothache plant, para-cress (En). Brède mafane, cresson de Para (Fr). Agrião do Pará, jambú (Po).
Hier dan maar wat links naar wetenschappelijk onderzoek.











zondag, september 12, 2010

Guldenroede onderweg

Met een wagen volgeladen van Bellegarde-en-Diois naar De Haan aan Zee. Onderweg in de berm langs de autoweg zien we regelmatig Echte guldenroede in gele bloei. In mijn Bellegardetuin was de plant al volledig uitgebloeid, hier zou het nu het moment zijn om te plukken. Het zijn immers de bloeitoppen die geoogst worden, alleen langs de péage mag en kan ik niet stoppen en loodvrij zullen die planten hier ook wel niet zijn. Dus toch maar wachten tot in België.
Voor mij blijft deze Solidago nog altijd de basisplant voor nieren en urinewegen. Te gebruiken bij oedeem, blaasontsteking, niergruis en zelfs nuttig bij reuma, dan wel combineren met bvb moerasspirea en berkenblad.

Ook Dodoens in zijn Cruydboeck van 1554 is het met mij eens:  'gulden roede in wijn ghesoden ende ghedroncken es seer goet tseghen den steen sonderlinghe van den nieren/ ende doet den selven breken ende met dat water rijsen ende afgaen. Tselve doet oock dat water van dit cruyt met wijn ghedistilleert ende een tijt ghedroncken'.

Ernstige informatie over kruiden kan ik wel waarderen, alhoewel vreemde recepten blijven toch aanlokkelijk. Hier dan een kruidenmengsel uit 1681 tegen de 'lammigheit van de tong endie de spraak verloren hebben, neemt bladen van Bernagie, Gulde roede van elkx een goede hand vol'. Is dit een uitspraak van een  idioot of zit er toch een verborgen waarheid in zo'n recept?

Guldenroede, gewoon een wild plantje tussen Dijon en Beaune, en....een herborist op weg naar De Haan aan Zee.
Lees ook  http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/guldenroede-voor-gouden-urine.html

vrijdag, september 10, 2010

Vreugde en verdriet


Onze laatste dag in Bellegarde. Altijd wel wat vreemd. Huis, tuin en landschap verlaten voor vele maanden, maar 
toch ook verlangend naar... verder. Vreugde en verdriet verenigd. 

Net zoals de vele soorten zonnebloemen; in de tuin staan ze er nog vrolijk bij, terwijl ze op de akkers in de vallei van de Drôme al helemaal uitgebloeid zijn. Van opgewekte zonnevolgers zijn zij verworden tot sombere zaadleveranciers. Al moet ik zeggen dat die naar de grond starende boetedoeners mij ook kunnen bekoren. Zonnebloemen, symbool voor het leven

dinsdag, september 07, 2010

Leuzea / Maralroot / Anabole plant?

zaad Leuzea eigen oogst
kiemplantjes Leuzea
Vannacht heeft het hier in Bellegarde flink gedonderd, gebliksemd en gelukkig ook geregend. Het was al weer meer dan 3 weken geleden, nu komt de regen net op tijd om nog wat nieuwe zomerzaailingen te kunnen over planten, voor we naar België vertrekken. Vooral mijn Leuzea's zijn goed gelukt. Ik heb de meesten vandaag dan ook, onder een dreigende wolkenhemel, her en der in de tuin geplant. Op hoop van zegen, want vanaf zaterdag moeten ze voor zichzelf zorgen.
Deze Leuzea carthamoïdes heeft de reputatie van een anabole, spierversterkende werking te bezitten. Lees mijn artikel  leuzea-een-anabole-plant.

Merkwaardig is de vermelding bij Dodonaeus van een Leuzeasoort, namelijk Leuzea raphontica en de verwarring met rabarber. 'Rha heeft groote breede bladeren ghelijck die bladeren van wit Wollecruyt oft van grooten Clissen/ rontsomme ghelijck een saghe ghekerft'  daer op eenen schoonen liefelijcken bol voortcoemt met veel scelferen bedeckt/ die als hy open gaet een schoone purpure bloeme voortbringht'. de beschrijving en ook de afbeelding is duidelijk een Leuzeasoort. De beschrijving van de medicinale werking zou eerder verwijzen naar de rabarber.  'Die wortel van dat Rha Ponticum es goet als Dioscorides scrijft tseghen die opblasinghen/ walginghen ende weekicheyt van der maghen ende alle pijnen der selver. Ende dient seer wel den ghenen die eenich ledt vercrompen oft ghespannen hebben/ ghebrekelijk van lever oft van milte sijn/ die pijne ende weedom in den buyck nieren ende blase hebben. Item tot die ghebreken van der borsten/ van der moeder tseghen die pijne in de hope die men Sciatica heet/ tot dat bloetspouwen/ versuchten/ hicken/ roode melizoen/ buyck loop/ ende tseghen die cortsen ende alle beten ende steken van den fenijnnighen ghedierten.


Om samenvattend de verwarring nog groter te maken, de Leuzea raphontica van Dodonaeus zou Rheum rhaponticum, de eetbare Stompe rabarber moeten zijn, alhoewel de farmacologische beschrijving (lever, laxerend, stoppend) verwijst naar de Rheum palmatum, de medicinale rabarber.  En de afbeelding en beschrijving van Leuzea rhapontica in het Cruijdeboeck 1554  van Dodoens zou ook niet onze anabole Maralroot, Leuzea rhapontica zijn of wel?










Lavendel oogsten in de montagne de Angele

Savonds toch naar Bernard onze lavendelsiroop ophalen. Zoals gewoonlijk een uitgebreid gesprek over lavendel, over zijn zwavelwaterbron op zijn land, over de geurkwaliteit van de etherische olie van Lavandin ‘Ayme’ en over het bouwen van zijn huis met het stro van lavendel.

We zijn op bezoek bij onze lavendelboer Bernard, morgenvroeg gaat hij voor de laatste keer dit jaar
langs de zuidkant (l’Adret) van montagne d'Angèle wilde lavendel oogsten op 1500 m, Mijn laatste
kans om mee te gaan, want we rijden overmorgen terug naar Belgie.

Dus 's anderendaags om 6 uur ben ik wakker om lavendel te plukken in de Montagne d’Angele. Ik rij eerst naar Villeperdrix, parkeer mijn auto naast Bernard zijn 4X4tje op de parking, aan de overkant van de vallei kijk ik op Bernard zijn lavendelvelden en op de plek waar zijn huis moet komen.

We wisselen hier van auto om de bergen in te trekken. Het dorp door richting Chaudebonne, eerst nog wat geasfalteerde weg die al snel overgaat in een kronkelend en steil grindpad, verderop bij de col is er gedeeltelijk weer verharde weg naar de laatste boerderij en bergerie, richting top van Montagne d’Angéle. Voorbij de boerderij, de boomgrens voorbij, vinden we eerst nog veel Brem en Buxus met een beetje Lavendel en andere kruiden ertussen. Het krakkemikkige 4x4tje van Bernard kreunt naar boven, naar 1100, 1200, 1300 meter, naar steeds meer Lavendel. We stoppen op 1500 meter bij de bergerie van de boer, ook de hoogtegrens van de wilde lavendel.

De plantengroei op het plateau bestaat voornamelijk uit wild grasland met kruiden en op de rand (crete) steeds meer alpenplanten Sedum en Sempervivumsoorten, Wilde tijm maar ook zuiderse Wollige teucrium en Rozenkransjes. Hier zou ik, op mijn manier, wel een gebedje willen doen. Bernard prevelt ondertussen verder. Over de schapen die aan de zuidkant L’Adret grazen en die zelfs een ‘appelation’ hebben, over de koeien, die beter aan de noordkant (l’Ubac) kunnen leven, met ander, sappiger groen voedsel. Over de boer, die eigenaar is van het hele plateau 200 hectares en in de winter met zijn zoon hier op konijnen komt jagen. Niet op everzwijnen, die wroeten zich iets lager door de eikenbosjes en worden vooral door de luxejagers uit Grenoble afgeschoten.

Maar wij (Bernard en ik) komen hier vooral om lavendel te plukken. De fameuze ‘lavande sauvage’ van boven de 1000 meter met zijn uniek aroma. Voor alle duidelijkheid, de klassieke lavendeloogst van beneden is natuurlijk al lang voorbij. Maar op 1500 m is de bloei veel later, en daarbij komt dat voor het distilleren de bijna uitgebloeide bloem toppen geoogst worden. Zeg maar de kelkblaadjes, waar de meeste etherische olie in zit.
Ondertussen heeft de zon de dauw van de lavendel gedampt en kunnen we er aan beginnen. Plukzak (een vierkant doek met vier linten) om, sikkel in de hand en dan in een straal van honderd meter rond de auto de helling afspeuren naar de mooiste lavendel. Busseltjes bloemtoppen met de linkerhand vastpakken, een korte draai geven en bijna tezelfdertijd met de sikkel de stelen doorsnijden. De bosjes met een achterwaartse beweging in de bilzak laten glijden en ondertussen weer verder speuren naar nog mooiere planten. Ritmische handelingen als een ritueel: kijken, snijden, de zon steeds sterker voelen, de lavendelgeur die in je lijf dringt, langzaam het gewicht van lavendel voelen.Het gewicht van lavendel! Dat kende ik nog niet!

Een volle zak wordt leeg geschud op een nog grotere schort, de bouras. Langzaam raakt de juteschort bedekt met blauwgrijze lavendelbloemen. Tegen de middag kunnen we met 2 bouras vol en een van geur verzadigde auto terug naar de bewoonde wereld.

zondag, september 05, 2010

Gynostemma pentaphyllum 绞股蓝


Omdat we vanaf volgende week terug in Vlaanderen wonen, moeten de planten in potten aan onze Franse voordeur nu de volle grond in. Zo ook onze Chinese "wonderplant' met vele namen maar zonder Nederlandse naam, Jiaogulan of  Gynostemma pentaphyllum. Een hele karwei om hem zonder kleerscheuren uit die grote aardewerken pot te wringen en dan in die harde tuingrond te deponeren. Ik heb bij dat overplanten toch altijd weer het gevoel alsof ik mijn huisplanten in de steek laat en aan de verschrikkelijke natuur over lever. Zo iets als je hond in het bos achterlaten als je op vakantie vertrekt. Maar ja, zo een stoere Jiaogulan, een adaptogeen, die mensen kan helpen om zich aan te passen, moet toch zelf kunnen overleven in de natuur. En dat kan hij ook. Een ander exemplaar heeft in België in een pot al verschillende strenge winters overleefd.

Adaptogenen? Dat zijn dus planten die de mens helpen om te overleven. We blijven, en terecht, op zoek naar een middel voor de eeuwige jeugd, maar toch word ik lichtjes geïrriteerd als ik zie hoe 'eerlijke' gezondheidsfirma's weer alle superlatieven uit de kast halen om de wonderbaarlijke werking van Jiaogulan aan te prijzen. Geef mij dan maar de nuchtere, soms, ja te nuchtere beoordeling van bijvoorbeeld http://www.drugs.com/npp/jiaogulan.html .  'Studies on Gynostemma have found that the plant is effective in regulating blood pressure, strengthening the immune system, lowering cholesterol, and in increasing stamina and endurance properties. Gynostemma has also been found to have hyperlipidemic, lipid peroxidation, adaptogenic, anticancer, cardio- and cerebrovascular effects'. En dat klinkt al fantastisch genoeg.

Nu niet allemaal mijn Bellegardetuin komen plunderen. De plantenrestjes in de winter zijn eerder voor de everzwijnen bedoeld. Niet verwonderlijk dat er hier super-sangliers rond dwalen.

Namen voor Gynostamma: 绞股蓝; pinyin: jiǎogǔlán, literally "twisting-vine-orchid", Jiao Gu Lan (China), Xiancao or Xianxao (China), Amachazuru (Japan), Dungkulcha' (Korea), Baan Ja Kahn (Thailand)








zaterdag, september 04, 2010

De biechtstoel van Bellegarde


Eens wat anders dan plantjes, maar toch natuur in het kerkje van Bellegarde. In de biechtstoel heeft zich, op de plaats van de zondaar, een groot spinnenweb genesteld. Zou het de toepasselijke Aranea diadema of de Kruisspin zijn, die zich hier heeft gevestigd.