maandag, maart 28, 2011

Doornappels in een braaf landschap

Zo maar een wandeling met mijn 'bende'. Een voorbereiding op onze jaarlijkse Alpenreis. Het Argendaalpad  in de buurt van Kortrijk. De wandelroute verkent de landelijke omgeving van Bellegem.
Gelegen op een hoogte tussen Leie en Schelde wordt dit rurale gebied gekenmerkt door een golvend landschap met vergezichten. Toch vooral landbouwgebied met hier en daar bosjes, die spijtig genoeg opgevuld worden met villa's, die proberen te imponeren. Verder zijn er wat mooie, gerestaureerde hoeves te bewonderen.

Resten (stoppels) van mais en andere granen stofferen de akkers, toch zijn er ook al wat groene graanrijtjes te genieten. Herboristische plantengroei is er niet veel aanwezig, we vinden wel, verrassend, nog een rij statige droogresten van doornappels. Ik heb toch maar wat zwarte zaadjes uit de nog steeds stekelige 'doornappels' geschud, een herborist moet toch wat meehelpen aan de verdere verspreiding van dit soort sjamanistische planten. Daar zijn herboristen toch voor.

Wat verder zijn het de imponerende bloemknotsen van het groot hoefblad die het landschap stofferen. Het lijkt wel een groep purperorchissen, maar moest dat zo zijn, dan zou er al lang een reservaathek omheen geplaatst zijn.
Ik ben in elk geval meer dan tevreden met deze Petasites hybridus. In de kruidengeneeskunde worden ze al eeuwenlang gebruikt als een spasmolytische pijnstiller, bij menstruatieklachten, hoofdpijn maar nu vooral bij hooikoorts.

Zijn tegendraadse groei, de bloemen zijn er voor het blad, was de aanleiding tot de Middeleeuwse naam Filiae ante Patrem, zonen voor vaders. Andere vreemde namen waren pestwortel omdat hij zo woekerend groeit of omdat hij vroeger tegen de pest gebruikt werd. Al in het kruidboek van Dodonaeus werd Hoefblad pestillentiewortel genoemd. Dodoens schrijft: 'Pestilentie wortel ghedroogt, ghepoedert en met wijn gedroncken is een seer costelijke medecijne tegen die pestilentie .... zij doet den mensche zweeten...
De wetenschappelijke naam petasites verwijst mogelijk ook naar de pest, al is het meer waarschijnlijk dat het woord afkomstig is van petasos, Grieks voor breedgerande hoed.

zaterdag, maart 26, 2011

Rheum palmatum


Zo ziet de Rheum palmatum er op dit ogenblik uit in mijn tuintje. Gebalde knopkracht. ik kan me voorstellen dat de mensen vroeger aan deze plant bijzondere kwaliteiten toeschreven. De Latijnse naam rheum van 'rhein', is vloeiend of stromend, verwijst naar de vloeibaar-makende, zeg maar laxerende werking van de wortel. Met 'rabarbar' werd de afkomst van de plant aangeduid, aangevoerd van ver weg, uit het land der barbaren.


Paasbloemen aan zee


Ik kon het niet laten. Heb toch maar eens een vrolijk veldje narcissen gefotografeerd in het park van De Haan. Paasbloemen aan zee! Het moet kunnen. En hebben die klassieke bloemen ook nog enige medicinale werking? Dat laat ik even in het midden. Ten andere, gele bloemen in het voorjaar zijn op zich al depressie verdrijvend.

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1198526/
http://ukpmc.ac.uk/abstract/MED/11683132

vrijdag, maart 25, 2011

Geneeskracht uit het oerwoud

Nicole Maxwell
Geneeskracht uit het oerwoud van Nicole Maxwell. Ik kocht de Nederlandstalige uitgave van 'Witch doctors apprentice', zoals de originele uitgave noemt, in 1977, was zelf toen 33 jaar jong en al een 5 tal jaar met alternatieve geneeskunde bezig. Het was het eerste etnobotanische boek dat ik las en de spannende avontuurlijke manier waarop het geschreven was, sprak met erg aan.

Het boek van Maxwell is me altijd wel bijgebleven, vooral dan de straffe verhalen over bloedstelpende, aborterende, potentieverhogende en anticonceptie kruiden spraken me sterk aan, maar deden me tezelfdertijd ook wel twijfelen aan het waarheidsgehalte van dit boek. Toch werden er zoveel feitelijke gegevens vermeld, namen van planten bijvoorbeeld, waardoor ik dit boek toch moeilijk alleen maar als een soort avonturenroman kon beschouwen.

Met het vele verhuizen in de loop van de jaren, was het boek 'Geneeskracht uit het oerwoud' blijkbaar verloren gegaan. Ik kon het tenminste niet meer terug vinden, tot dat ik het boek enkele weken geleden in een van de nog opgeslagen kartonnen dozen terug vond. En dus was ik weer in de gelegenheid om het boek, nu zowat 30 jaar later, opnieuw te lezen en te bestuderen.

Kon ik de vele vreemde, mij onbekende planten vroeger moeilijk detecteren, dan was het nu door mijn eigen grotere kennis en met de hulp van Google gemakkelijker om sommige planten op te sporen. Ook de schrijfster Nicole Maxwell was te googelen en ook dat was geen ontgoocheling. Een vrouw met heel wat levens, eerst een cultureel leven als balletdanseres in Parijs, na 12 jaar huwelijk met een Air Force officer scheidde ze en trok naar vrienden in Bolivia, waar ze belangstelling kreeg voor de inheemse stammen van het Amazonegebied. Op een van die avontuurlijke reizen verwonde ze zich met een machete, een ernstige verwonding die wonderbaarlijk snel genas met behulp van het sap van een donkerrode boom. Van toen af ging ze op zoek naar de geneeskracht uit het oerwoud. Ondernam verschillende expeditie ook voor een farmaceutische firma op zoek naar nieuwe medicijnen. Een bijzondere vrouw met een lang leven vol van avontuur, die in 1998 op 92 jarige leeftijd overleed.

Citaat uit 'Geneeskracht uit het oerwoud'
Voor mij vertegenwoordigde elke plant de persoon van wie ik hem had gekregen.
Ik maakte de plantenpers open. Ik was er trots op hoe de planten er uit­zagen. Niemand zou ooit vermoed hebben dat zij maanden lang waren meegesleept op een reis door woest terrein onder vochtige omstandig­heden.................Volgens mijn instructies moest ik in mijn verslag niet alleen de plaats van oorsprong, een algemene be­schrijving, het bodemtype waarop hij groeide en het klimaat vermelden, maar ook de naam van de plant. Dat was een probleem, omdat ik veel van de namen niet anders had gehoord dan in een of andere inlandse taal.

Twee van de planten waren wetenschappelijk gedetermineerd door een Peruviaanse botanicus die een paar dagen in het hotel doorbracht. Ik dacht dat ze tot de groep meer belangrijke medicijnen behoorden. De Indra, die Hilario beschouwde als het enige behoorlijke en beschaafde middel om een pijnlijke tand te verwijderen, was geïdentificeerd als een Moracea Clorophora tinctoria L. Gaud. En de sangre de grado, die via de mond ingenomen interne bloedingen stopt en bij extern gebruik won­den ontsmet en het bloeden stelpt, was een Euphorbiacea, Croton salutaris. Ik had het blad papier nog waarop de bo­tanicus de namen had geschreven voordat hij zich naar een afspraak haastte. Ongelukkigerwijs had ik hem daarna niet meer gezien. 

Jaren later
Ondertussen vele jaren later is de sangre de grado een gewaardeerd geneesmiddel geworden in verschillende landen en is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat de plant anti-bacteriële en wondhelende eigenschappen heeft. Ook het fisethout of fustiek, zoals de Clorophora ook wel genoemd word, is opnieuw in gebruik maar dan wel als verfstofplant.
Het boek 'Geneeskracht uit het oerwoud' blijkt dan toch meer te zijn dan een spannende avonturenroman.

Wat wetenschappelijk onderzoek
Chen ZP, Cai Y, Phillipson JD. Studies on the anti-tumour, anti-bacterial, and wound-healing properties of dragon's blood. Planta Med 1994;60:541-5.
Desmarchelier C, Witting Schaus F, Coussio J, Cicca G. Effects of Sangre de Drago from Croton lechleri Muell.-Arg. on the production of active oxygen radicals. J Ethnopharmacol 1997;58:103-8.
J Altern Complement Med. 2003 Dec;9(6):877-96. Review of sangre de drago (Croton lechleri)--a South American tree sap in the treatment of diarrhea, inflammation, insect bites, viral infections, and wounds: traditional uses to clinical research. Jones K.

maandag, maart 21, 2011

Zee op 21 maart: supermaan


Wandelen in De Haan aan Zee

Wandelen! Kruidig wandelen in De Haan. Vlak bij het tramstationnetje vinden we al direct het kaasjeskruid. De bijna ronde blaadjes zijn al flink aan de groei. De bloemen in de zomer geplukt zijn een klassiek ingrediënt van de gemengde bloementhee. Goed te gebruiken tegen heesheid, keelpijn en een droge hoest. Andere voorjaarsplanten die in die gemengde bloementhee kunnen verwerkt worden zijn de gele sleutelbloemen en het blauwe maarts viooltje. Ook dat plantje, nu in bloei, vinden we wat verder bij de oprit van een mooie Haanse villa. Ik ga nu niet onze hele wandeling bespreken, probeer er de volgende keer maar zelf bij te zijn.

Over viooltje en sleutelbloem vind je nog meer info op de volgende artikels en een nieuw wandeling is er op zondag 2 april helemaal in Hoegaarden.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/recepten/31423-bloemen-in-mijn-bord-maartse-viooltjes.html
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/31199-lentekruiden-speenkruid-sleutelbloem-en-maarts-viooltje.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/35885-viooltje-in-de-naam-van.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/39966-in-de-naam-van-kaasjeskruid.html

vrijdag, maart 18, 2011

De wereld gloeit, maar buiten bloeit....de gaspeldoorn


De wereld gloeit, maar buiten bloeit.... de gaspeldoorn. Bijna zo stekelig en ondoordringbaar als de wereld zelf, de gaspeldoorn in de duinen. En waarom groeien er zoveel doornige struiken zoals duindoorn, gaspeldoorn, hondsroos, boksdoorn in onze duinen?

Ik beken, ik heb mijn twijfels over Bachbloesems. Toch hier wat info over de nu bloeiende gorse of te wel gaspeldoorn. Het middel wordt aanbevolen bij uiterste hopeloosheid en vertwijfeling, wanneer mensen de strijd hebben opgegeven. Ze zien geen licht meer aan het eind van de tunnel en hebben alle hoop verloren. Dr. Bach schreef over Gorse mensen: ‘Ze zien eruit alsof ze wat zonneschijn in hun leven nodig hebben om de wolken te verdrijven.’ Als Bach gelijk heeft dan kan de wereld nu wel wat bloeiende gorse gebruiken. Ik denk dat ik de volgende dagen in de naam van Libische en Japanse mensen maar bij de bloeiende gaspeldoorn ga zitten. Instant-Bachbloesem!

woensdag, maart 16, 2011

Geplukt langs de straat

Geplukt langs de straat: winterpostelein, witte dovenetel, kleine brandnetel, kraailook, (graailoon, vraagt mijn computer?) duizendblad, bloeiend maarts viooltje, look zonder look, fluitekruid, paarse dovenetel. Allemaal eetbaar maar niet altijd smaakbaar. Al is dit pluksel ook niet bedoeld om op te eten, maar om vanavond te gebruiken tijden mijn cursus 'Help jezelf met kruiden'.


http://eten-en-drinken.infonu.nl/recepten/31423-bloemen-in-mijn-bord-maartse-viooltjes.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39010-look-zonder-look.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/39706-in-de-naam-van-witte-dovenetel.html

https://sites.google.com/site/kruidwis/

Winterpostelein, nu eetbaar



Zo ziet winterpostelein er op dit moment uit in de duinen en langs de hagen van de deftige villa's in De Haan. 


En zo ligt het samen met gierst, tomaat, paprika en vis op mijn bord.


maandag, maart 14, 2011

Radioactieve planten?

Ik voel wel wat gewetenswroeging, als ik op dit moment van rampspoed, zomaar geniet van ontluikend groen. Of als ik zaden wil bestellen om mijn groene toekomst verder te zetten. Ik ga dan maar onnozel weg op zoek naar planten die tegen radioactiviteit beschermen. En dan kom ik bij een merkwaardig wetenschappelijk onderzoek uit

controle op radio-activiteit in Japan
Kennelijk hebben planten in een ver verleden resistentie opgebouwd tegen natuurlijke radioactiviteit en is die er nooit meer uitgeëvolueerd, aldus de Slowaakse onderzoeker Martin Hajduch die de resultaten publiceerde in het tijdschrift Environmental Science and Technology.
In 1986 veroorzaakte een van de centrales bij Tsjernobyl de grootste kernramp uit de geschiedenis van de mensheid. De omliggende grond is nog steeds zwaar vervuild met 90Sr, 137Cs en een reeks andere radio-actieve isotopen. Maar wonderlijk genoeg tieren planten er opnieuw welig.
Tjernobyl en sojabonen
Om te begrijpen hoe dat kan hebben Hajduch en collega’s nu sojabonen en vlas gezaaid op een akkertje bij Pripyat, een paar kilometer van de centrale. Als controle zaaiden ze dezelfde planten in op een akker verderop, waarvan de bodem al grondig was gesaneerd.
Uit de zaden die door die planten werden voortgebracht, isoleerden ze vervolgens alle eiwitten. Die analyseerden ze met 2D-elektroforese, gevolgd door tandem-massaspectrometrie.
De verschillen bleken veel kleiner dan verwacht. Zo bleken bij de vlaszaden slechts 35 van de 720 onderzochte eiwitten op de radioactieve akker duidelijk meer of minder tot expressie te komen. 28 daarvan konden achteraf worden geïdentificeerd: het bleken vooral signaaleiwitten te zijn.

Nu niet denken dat ik voorstander ben van kernenergie. Integendeel! Maar een klein beetje hoop moet je wel behouden, anders ben je al dood voordat die bom komt.

Zaad, zaaien, gezaaid

Ik ben nog eens opnieuw enkele interessante zaadcatalogen aan het doornemen. Alleen, waar kan, zal ik dit jaar die zaadjes in de grond stoppen? In Bellegarde, De Haan, Ardennen of gewoon maar in het wild?

Wedezaad
Ontkiemd gouddistelzaad
Ook gouddistelzaad

zondag, maart 13, 2011

Kruiskruid, een gewone grijsaard

Dat ook het onooglijk klein kruiskruid nu bloeit hoeft mij niet te verwonderen. Het bloeit zowat altijd ergens wel. Dus zeker geen lenteluider zoals maarts viooltje of speenkruid. De naam kruiskruid zou een verbastering kunnen zijn van ‘grijskruid’, omwille van het wit-grijsachtig uiterlijk van de pluizige bloemetjes.

Lentekruiden

Voorjaar! Lente! Licht en verborgen warmte. De mens ontwaakt, elk jaar herboren. En zo doen ook de planten. Geel, ongrijpbaar groen en fijnzinnig blauw. Speenkruid, leverbloempje, sleutelbloem en maarts viooltje! Geur, kleur en geluk. Elk jaar, ondanks alles, nog steeds nieuw leven.

Begin Maart kun je ze al bewonderen, de eerste gele speenkruidbloempjes van het nieuwe jaar. Voor mij, het kruid van het vroege voorjaar, deze Ficaria verna. In het verleden werd het plantje nog al eens vergeleken met de Stinkende gouwe, zo noemde Dodoens het Kleine gouwe, een oude franse benaming is Petite chelidoine en een engelse naam is Lesser-celandine. Niet verwonderlijk die vergelijking want het zijn allebei planten die, zo vroeg al, mooi fris groen zijn en geel bloeien. Al lijken ze verder helemaal niet op mekaar. In 1644 schreef Dodoens reeds dat de wortelkens met aanhangende greynkens van het Speencruydt te ghebruycken zijn om de speenen te genesen: want de speenen oft anbeyen met het sap van dit cruydt met wijn oft pisse van den krancken (ja, je leest het goed) ghemengelt zijnde, dikwijls gewassen ende ghenet, worden kleynder ende in een getrocken ende verdroogen heel. Kommentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een boeiende gedachte.
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/31199-lentekruiden-speenkruid-sleutelbloem-en-maarts-viooltje.html

zaterdag, maart 12, 2011

Cranberry tegen tandbederf?

Bonifait L, Grenier D. Cranberry polyphenols: potential benefits for dental caries and periodontal disease. J Can Dent Assoc. October 2010;76:a130.
A growing body of evidence suggests that polyphenols from cranberry (Vaccinium macrocarpon) may help treat and/or prevent dental caries and periodontal disease. Cranberry juice is known to help prevent urinary infections in women because its high-molecular-weight polyphenols inhibit adhesion of Escherichia coli in the urinary tract. Similarly, by inhibiting adhesion of Helicobacter pylori to gastric mucosa, cranberry polyphenols or tannins can interrupt development of human gastric ulcers. They have been found to inhibit adhesion of seasonal influenza virus and proliferation of cancer cells in the mouth, colon, and prostate, and may be useful in cardiovascular diseases. Several studies have used a cranberry fraction called the nondialyzable material (NDM). The NDM contains about 65% proanthocyanidins and 0.35% anthocyanins. The oligomeric proanthocyanidins are unique in having a double linkage between epicatechin units (A type), while most oligomeric proanthocyanidins in other fruits have a single linkage (B type).

In humans, over 700 bacterial species live in the oral cavity. Dental biofilm on hard and soft surfaces of the mouth is made up of these bacteria, epithelial cells, proteins, enzymes, and food particles integrated into an extracellular polysaccharide matrix. Dental biofilm is the source of the two main bacterial conditions affecting the mouth: dental caries and periodontal diseases. Caries, or cavities, is a multifactorial condition characterized by demineralization of tooth enamel. Cariogenic bacteria, such as Streptococcus mutans and S. sobrinus, produce tooth-eroding organic acids when fermentation of sugars reduces the pH of the biofilm to less than 5.5. In vitro studies have found that cranberry constituents inhibit production of organic acids by cariogenic organisms, formation of biofilms by S. mutans and S. sobrinus, and adhesion and coaggregation by other oral Streptococcus species. Cranberry seems to block adhesion of bacteria to the dental biofilm at glucan binding sites.

Only one clinical study has so far investigated these potentially valuable in vitro results. Use of a mouthwash supplemented by the NDM fraction of cranberries significantly reduced total oral microflora, notably S. mutans, after six weeks.

It seems unlikely that drinking cranberry juice in itself significantly boosts oral health, due to the brief contact between mouth tissues and cranberry polyphenols. Added sugar in cranberry drinks, and their acidity, may even contribute to tooth decay. Oral hygiene products with bioactive cranberry compounds or local application of these substances to diseased periodontal sites are among the interesting possibilities for future research.

donderdag, maart 10, 2011

Wind aan zeeeeeeeeeeee

Winderig aan zee! Niks bijzonder zeker? Waaien doet het hier wel meer. Het doet mij, vreemd genoeg, altijd aan de bergen denken, aan de Alpencols waar het ook steeds winderig is. Woeste wind waait je gedachten weg, je hoofd wordt leeg waardoor een mens weer wat kind word. Ook het strand wordt weer spoor-loos, toeristenvoetafdrukken en andere in-drukken verdwijnen onder de eeuwig rollende zandkorrels.

woensdag, maart 09, 2011

Memmekenskruid

Ze zijn er al weer! De eerste witte lipbloemen van de dovenetel, Lamium album.
Vele curieuze volksnamen Honichbloem, zuigbloem, memmekenskruid......
De witte dovenetel werd vroeger vaak ‘bezocht’ door kinderen. De bloem bevat veel nectar en werd uitgezogen, vandaar ook de vele volkse namen van Zuigbloem tot Suikernetel. De naam ‘honichbloem’ vinden we al terug bij Yperman rond 1300. Omdat er op gezogen werd en er zoet vocht uitkwam, werd er mogelijk ook verband gelegd met het zuigen aan de borst, vandaar de oude Vlaamse namen mammeluiten en memmekenskruid. Een zeer curieuze naam is ook ‘Adam en Eva’ zoals in Engeland ‘Adam en Eva in het prieel’. Je begrijpt het pas als je een bloem onderste boven houd, in de bovenlip liggen de twee lange meeldraden als menselijke figuren naast elkaar. Enige fantasie is wel vereist! Al lijkt het er wel op dat de vele verhalen, de signatuur (melk, borsten, Adam en Eva) ons willen vertellen waar de plant goed voor is.

dinsdag, maart 08, 2011

Voorjaarskuur met berkenwater

De berk Betula is niet alleen een mooie, sterke boom maar is als geneeskrachtige plant in vele culturen op een veelzijdige manier toegepast geweest. In tegenstelling met vele andere geneeskruiden werden ook alle delen van de boom gebruikt. De schors, het blad, de bloeiwijze, maar ook in het bijzonder het afgetapte voorjaarssap.

Nu is het moment om dat berkensap te ‘oogsten’. Een takje van een vingerdik, schuin doorknippen met een snoeischaar, er een fles overeensteken en dan zie je het voorjaarswater er druppelsgewijs uitlopen. Per dag is het mogelijk 1 tot 2 liter water te winnen. Je kan het eventueel bewaren door pasteuriseren of diepvriezen, maar het is toch vooral bedoeld om met het verse sap een kuur te doen van 1 tot 2 weken door elke dag een halve tot een hele liter verdeeld over de dag te drinken. Het lichaam wordt dan, via nieren en een versterkte celstofwisseling gereinigd, de zogenaamde bloedzuivering. Wetenschappelijk gezien is het effect nog moeilijk te verklaren maar de diuretische werking kun je zelf ook wel aan de lijve ondervinden.


Hieronder dan maar eens de letterlijke tekst van de Franse Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie, uit zijn boek Précis de Phytothérapie. Wel geschreven in 1954 maar dat is toch mààr 57 jaar geleden en toen was ik toch ook al 10 jaar.

BOULEAU (Betula alba L). Synonyme : Arbre de la Sagesse (Amentacées).
Le Bouleau, qu'on appelait autrefois Arbre de la Sagesse, par allusion aux arguments frappants que fournissaient ses branches aux pédagogues pour inculquer les saines doctrines à leurs élèves, renferme, d'après Ferray (d'Évreux), un corps résineux, la bétulalbine, douée de propriétés ana­logues à celle du baume du copahu, et un principe aromatique, l'acide bétulalbique.

La sève qui coule de son tronc au printemps passait pour un des spécifiques les plus efficaces de la lithiase rénale : « II en calme les douleurs et les spasmes, dit Van Helmont, et remédie à la strangurie et à la dysurie, même chez les vieillards. » Le même auteur ajoute que l'arbre ne se montre pas moins puissant pour conjurer les incantations, notamment pour «dénouer l'aiguillette» : il cite très sérieusement le cas de Karichterus qui, victime d'un maléfice, s'exorcisa en expulsant le superflu de la boisson sur des balais de bouleau !

Ces bizarreries gnostiques laisseraient au bouleau un fâcheux renom, quelque chose comme un vague relent de fagot, si des médecins illustres n'avaient confirmé ses vertus diurétiques. En 1897, Winternitz reconnut que l'infusion de ses feuilles pouvait faire disparaître les œdèmes d'origine cardio-rénale ainsi que les diverses manifestations de l'hydropisie : sous l'influence de la médication, il vit le taux urinaire s'élever de 400grammes à 2 000 et 2 500 grammes, l'albuminurie diminuer, les œdèmes et la dyspnée disparaître, sans qu'il en résultât d'irritation du parenchyme rénal.

Les essais entrepris par Huchard ne furent pas moins satisfaisants : il cite le cas d'un cardio-artériel qui, malgré la digitaline, n'urinait que 500 grammes. On lui prescrivit un litre de tisane de bouleau par jour : le lendemain et les jours suivants, le volume de l'urine atteignait 1000, 1500 et 2500 grammes et se maintint à 2 litres sous l'influence de l'extrait donné pendant 6 jours à la dose de 0,80 à 1gramme. D'autres faits amenèrent Huchard à conclure que le bouleau constitue une médi­cation très utile pour activer la diurèse, surtout chez les goutteux.

Les formes pharmaceutiques sont l'infusion des feuilles, la décoction des bourgeons et l'extrait alcoolique. Pour l'infusion, M. Moreau conseille la formule suivante :

Feuilles de Bouleau........10 a 50 g
Eau bouillante....................1000 g
Bicarbonate de soude...............1g
Verser l'eau bouillante sur les feuilles : quand la température est descen­due à 40°, ajouter le bicarbonate (pour assurer la dissolution du principe résineux) ; laisser infuser 6 heures et passer. La décoction de bourgeons s'obtient en faisant bouillir 100 à 150 grammes de ces bourgeons dans 700 grammes d'eau : après ébullition, on fait réduire jusqu'à 600 grammes. L'extrait alcoolique se prescrit en pilules de 0,20 (de 8 à 10 par jour).







donderdag, maart 03, 2011

Wilde plantentuinen

Iedereen roept het nu. De lente komt er aan! Ik roep dus maar mee, al kan dat nog vies tegen vallen. Maar als er een moment in het jaar is dat een mens positief kan en moet denken, dan is het nu wel. In de natuur laat het groen en geel zich niet afschrikken. Naïef en lief begint het weer overal uit te schieten. Van sleutelbloem, speenkruid, kraailook, venkelgroen en zelfs van zevenblad kan ik nu genieten.

Toch snuffel ik nu ook graag in oude plantenboeken. Een vergeten maar nuttig boekje over het kweken van wilde planten is  'Wildeplantentuinen' van Landwehr en Sipkes, het is zowat 35 jaar oud. Een half mensenleven geleden dus gepubliceerd, maar voor mensen die belangstelling hebben voor wilde planten en het gebruik van die planten in hun eigen tuin, bevat dit boekje nog steeds een schat aan praktische informatie.

De schrijvers van dit boek hebben samen dan ook honderd jaar ervaring, met het gebruik en de toepassing van in­heemse planten in tuinen en parken. Zij behoorden tot de weinige pioniers op dit terrein. Aanleg van natuurlijke parken en bermen in die jaren getuigen van hun vakbekwaamheid en inzicht. Als werkelijke autoriteiten weten zij wat wèl en wat niet kan. He is de grote waarde van dit boek, dat het niet propageert maar de mogelijkheden en onmogelijkheden toont.
Want, vergis je niet, de aanleg van een natuurlijke tuin vraagt een heel grote biologi­sche kennis en vooral op ervaring be­rustend inzicht in de omstandigheden waaronder bepaalde planten willen groeien. Na de aanleg volgt het onderhoud en ook dat mag niet worden on­derschat. Theoretische kennis is niet genoeg. Warme belangstelling en observatie is onmisbaar en ervaring moet de rest doen.

http://huis-en-tuin.infonu.nl/tuin/53910-wilde-plantentuin-landwehr-en-sipkes.html

Herborist en Mandragora

Vandaag een onverwacht bezoekje gebracht aan collega-herborist Ivo en zijn vrouw in hun gezellig, geheimzinnig huisje bij het natuurgebied vallei van de Zwarte beek . Als ik aan Ivo denk, denk ik ook altijd aan de mooie mandragora in zijn kruidentuin. Is Ivo een beetje een mensgeworden mandragora?

De mandragoraplant in de tuin zit nu nog ondergronds, onzichtbaar voor het oog, maar net onder het aardoppervlak beginnen zijn wortelneuzen al uit hun winterslaap te komen.

Mandragora officinarum, alruin, het mannetje, is ongetwijfeld de beroemdste onder de magische planten. De geslachtsnaam is afgeleid van het Griekse woord mandra, wat 'stal’, 'kudde' of 'vee' betekent. Het verwijst mogelijk naar het feit dat de alruin giftig is voor dieren, maar ook voor mensen. Alruin betekent 'alle runen'. Deze magische plant zou de deur openen naar de oude kennis van het runen lezen. Volgens een andere bron verwijst alruin naar Albruna, de naam van een zieneres.


Alruin vindt zijn oorsprong in het huidige Palestina. Hij was reeds bekend in het oude Egypte. De artsen uit Alexandrië lieten de wortel in wijn trekken en gebruikten dat brouwsel als een narcoticum. Bij de Grieken had deze plant een grote faam als liefdesdrank en werd gebruikt tijdens vruchtbaarheidsrituelen. Ook in de Bijbel wordt de Mandragora vermeldt om onvruchtbaarheid te genezen. De kracht van deze plant zit in zijn vreemde wortel, die meestal gedraaid en gespleten is en daardoor, met enige fantasie op een mens lijkt. Vanwege die vorm noemde de Griekse wijsgeer Pythagoras (600 v. C.) haar 'anthropomorphos', op een mens gelijkend. Een vroegchristelijk verhaal beschrijft de alruin als een voorstudie voor de mens.

Dit verhaal heeft niks met Ivo te maken, of misschien toch een heel klein beetje.