zondag, maart 31, 2013

Schrijverke of schaatser


Het Schrijverke

O Krinklende winklende waterding
met ‘t zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op ‘t waterke gaan!
Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel,
al zie ‘k u noch arrem noch been;
gij wendt en gij weet uwen weg zo wel,
al zie ‘k u geen ooge, geen één.
Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
Verklaar het en zeg het mij, toe!
Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
dat nimmer van schrijven zijt moe?
Gij loopt over ‘t spegelend water klaar,
en ‘t water niet meer en verroert
dan of het een gladdige windtje waar,
dat stille over ‘t waterke voert.

En ja, waarschijnlijk zijn de kevers op de foto geen schrijverkes (Gyrinus natans) maar eerder schaatsenrijders Gerris lacustris of nog iets anders. Maar misschien had Guido Gezelle het ook wel over de schaatsenrijders. In elk geval schaatsen onze kevertjes uitbundig in de plassen langs de rivier en in de weerkaatsing van de ondergaande zon lijken het buitenaardse wezens, die hun eigen zonne-energie produceren.

Wandelen op water
Vroeger werd gedacht dat de pootjes van de schaatsenrijders een beetje vettig zijn en dat ze blijven drijven omdat vet het water afstoot. Het klopt dat de pootjes met een wasachtige stof bedekt zijn, maar ze kunnen vooral wandelen over water omdat onder de pootjes en op de buik bijzonder kleine haartjes (setae) zitten die het water afstoten. Dat kan alleen als de haartjes zo klein zijn dat ze de oppervlaktespanning vergroten door een dun laagje lucht vast te houden. Ook andere insecten blijven op het water drijven door de oppervlaktespanning, maar de constructie aan het eind van de poten van de schaatsenrijder zorgt ervoor dat hij alleen op het uiteinde van zijn poten rust, waardoor hij in staat is met zijn lange poten over het water te roeien.

Geen opmerkingen: