vrijdag, februari 14, 2014

Valeriaanwortels oogsten langs de Aulne


Na de storm van vannacht werd het ondanks alles toch weer ochtend. Rustig weer buiten, stilte na de storm zeker. Vogels fluiten hoog en helder. Natuur zoals de romantische mens het graag wilt.... Dus aan de gang maar weer. Kachel, hout, vuur; warmte brengen is mijn eerste winterse werk. Daarna naar buiten, een lindeboompje verplanten, het is er nat genoeg voor, het boompje zal eerder verdrinken dan uitdrogen.

Verder nog wat wortels oogsten om tinctuur te maken. Valeriaan is vandaag aan de beurt, de korte, sterk verstrengelde wortels zijn makkelijk te oogsten maar wel moeilijk schoon te maken. Ze even stevig soppen in de rivier zorgt er voor dat de modder verdwijnt maar de werkzame stoffen behouden blijven.
Tussen de valeriaanwortels zitten massaal veel knolletjes van het speenkruid en die er tussenuit schudden is een vervelend karwei. Dat is ook een algemeen probleem bij het oogsten van wortels in het wild, vooral wortelstokken van verschillende planten blijven niet braafjes naast mekaar groeien, maar geraken volledig verstrengeld. Met vergissingen en vergiftigingen als gevolg.


Over de kwaliteit van valeriaan


De plant wordt zowel in het wild verzameld als op akkers gekweekt. De valeriaan die hedendaags in de handel wordt gebracht is voornamelijk afkomstig van cultures. De valerianae radix bestaat uit een wortelstok, de eigenlijke wortels en de uitlopers. De wortelstok of de stengelvoet is het belangrijkste medicinale deel.
De oogsttijd is voornamelijk september en oktober, hoewel er ook kwekers zijn die het hele jaar door oogsten afhankelijk van de vraag. Tijdens en na het drogen verandert de kleur van de wortel van wit tot donkerbruin, dan ontwikkelt zich ook de specifieke onaangename, zweterige geur van valeriaan. Naarmate sneller wordt gedroogd (bv. via vriesdrogen) blijft de wortel lichter van kleur. Vroeger meende men dat de donkerste wortel ook de meest geneeskrachtige was. Duidelijk is dat niet, interessant is mogelijk om zowel lichte als donkergekleurde wortels samen te verwerken.

In Hagers Handbuch wordt een gedetailleerde, professionele beschrijving gegeven van de gedroogde wortels. Ganzdroge: Aussehen. Rhizom eiförmig bis zylindrisch, gelblichgrau bis hellbraun, außen etwas geringelt, meist etwa 5 cm lang und 2 bis 3 cm dick, gegen die Basis verjüngt. Stengelreste selten vorhanden. Der Längsschnitt zeigt ein Mark mit Lücken und Querwänden. Rhizom seitlich und unten mit zahlreichen, nahezu zylindrischen, 15 bis 20 cm langen, 1 bis 3 mm dicken, gelblichgrauen bis hellbraunen, stark gebogenen oder ineinander verflochtenen, längsrunzeligen Wurzeln besetzt. Seitenwurzeln fadenförmig, brüchig und nicht sehr zahlreich. Ausläufer hellgelblichgrau, stielrund, längsfaltig, mit verdickten Knoten, die mit Niederblättern oder Wurzeln besetzt sind. Knoten durch Internodien von 2 bis 5 cm Länge getrennt. Bruch der Ausläufer faserig. 
Schnittdroge: Geschmack. Zuerst süßlich, später würzig und schwach bitter. Geruch. Charakteristisch, durchdringend, an Isovaleriansäure und Campher erinnernd. 

Duitse degelijkheid zoals je merkt, dat staat wel in schril contrast met de naïeve oppervlakkigheid waarmee sommige hedendaagse deskundigen met geneeskruiden omgaan.

Meer over valeriaan
http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37426-valeriaan-botanisch-en-farmacologisch.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/valeriana-officinalis-echte-valeriaan

Geen opmerkingen: