donderdag, februari 27, 2014

Zomaar tussendoor even over dille, ook een plant

Over dille, Anethum graveolens, heb ik tijdens mijn leven nog weinig geschreven, ontdek ik nu. Dus bij deze toch wat over deze eenjarige plant uit de familie der schermbloemigen, een plant die thuis hoort in het Middellandse Zeegebied en Zuid Rusland. Het is een kruid van middelmatige afmetingen, kleine geveerde bladeren en gele bloemen. Dille is nauw verwant aan anijs, karwij, koriander, komijn en venkel.
Deze plant wordt professioneel gekweekt in de subtropische en gematigde klimaatstreken van India, Engeland, de Verenigde Staten, delen van Skandinavië en zelfs in de buurt van de Poolcirkel in Noorwegen. In de Verenigde Staten wordt ze verbouwd in de noordelijke, centrale staten en langs de noordwestkust van de Pacific. In Spanje, Portugal en Italië groeit ze als onkruid in het wild.

Etymologie en vroeger gebruik
Maurice in de dille / Chatillon en Diois
De naam is afgeleid van het oud-Noorse dilla, wat sussen betekent; dille zou een sussende, kalmerende uitwerking hebben op huilende baby's. Dille werd gekweekt in Palestina, het oude Griekenland en het Romeinse rijk. Middeleeuwse schrijvers noemden de plant vaak, bijvoorbeeld Alfric, die in de tiende eeuw aartsbisschop van Canterbury was.
De woorden dill en till werden in Duitsland en Zwitserland reeds in het jaar 1000 gebruikt als naam voor dille. Het volksgeloof schreef dille magische eigenschappen toe en daarom werd de plant gebruikt als wapen tegen hekserij en als een belangrijk ingrediënt in exotische liefdesdranken. Maar ja, zowat alle kruiden werden blijkbaar tegen hekserij en in liefdesdranken gebruikt. Zou er een positief verband zijn tussen die twee?

Dilleplanten van de beste kwaliteit - zowel wat het kruid als de etherische olie betreft - oogst men door de plant af te snijden voor zij gaat bloeien. Wil men echter het zaad hebben, dan moet men de vruchten natuurlijk aan de plant laten rijpen. Het zaad wordt vooral ook medicinaal gebruikt, het behoort net zoals anijs en venkel tot de verwarmende kruiden met een krampwerende werking op de darmen, de zogenaamde carminativa. Dille 'stilt dat over-gheven', schrijft Dodonaeus en bestrijdt krampen en koliek. De etherische olie van dillezaad bevat anethol, een krachtige stimulans met min of meer de werking van amfetamine, daar werd in lang vervlogen tijden al gebruik van gemaakt: gladiatoren mengden dillezaad door hun voedsel bij wijze van doping; in Engeland werden zowel dille ­als venkelzaad kerkenzaadjes genoemd (meeting-seeds), naar de gewoonte er op te kauwen om tijdens de preek niet in slaap te vallen.

Professionele teelt
Het in cultuur brengen van dille vereist een goed gedraineerde, zandige groeiplaats in de volle zon. Per are wordt professioneel ongeveer 7 pond dillezaad gezaaid; het zaad ontkiemt in 14 tot 16 dagen. Men kan de zaailingen beter niet verplanten, omdat ze een penwortel hebben, die met rust gelaten moet worden. Het zaad wordt uitgezaaid in rijen, die ongeveer 75 cm uit elkaar liggen en de zaailingen worden uitgedund tot er tussenruimten van ongeveer 15 cm tussen de planten zijn. Deze groeien tot ze een gemiddelde hoogte van 90 tot 120 cm bereikt hebben en ze hebben zelden meer dan één opgaande stengel. Behalve onkruid wieden vereisen ze niet veel verzorging. Te grote warmte kan het gewas schaden. Maar daar moeten we hier in Bretagne niet te bang voor zijn.

Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/anethum-graveolens-dille




Geen opmerkingen: