maandag, november 17, 2014

Paardenkastanje

Wilde kastanjes zijn er nog volop te rapen, eetbaar zijn ze niet echt, van de geschilde vruchten zijn wel extracten te maken, goed voor het veneuze vaatstelsel: spataderen en dergelijke. Uitwendig omwille van hun zeepstoffen zijn ze te gebruiken bij huidaandoeningen, tegen winterhanden en wintervoeten en als waspoeder.

Kastanjebad tegen huidaandoeningen: Stamp een kilogram kastanjes fijn, laat dit in ruim water een uur koken (schuim), giet het door een zeef en voeg dit afkooksel toe aan (niet te heet) badwater. Ook kan de schors hiervoor worden gebruikt: een handvol fijngesneden of gemalen schors overgieten met één liter water, een korte tijd laten koken en vervolgens zeven.

Kastanjepuree tegen een droge huid en winterhanden en -voeten: Kook een stuk of tien kastanjes een half uur, pel ze en maak er samen met het weer opgewarmde kooknat een puree van. Wrijf hiermee de huid in, eventueel aangevuld met een scheutje olie van Sint Janskruid.

Kastanjeslinger tegen motten: rijg een aantal kastanjes aaneen, hang dit in de klerenkast en motten blijven misschien weg. Ook kun je een wat gedroogd blad in de kast leggen.

Kastanje als wasmiddel: Een oud huismiddeltje is het gebruik van de kastanje als wasmiddel. Het binnenste van de kastanje wordt daarvoor gebruikt. Om vijf kilo linnengoed helder wit te krijgen, zou een lepel vol kastanjepuree al voldoende zijn. Ook vuile handen worden schoon door ze in te wrijven met kastanjepuree.

Andere oude toepassingen
Het ruwe vet werd na een behandeling gebruikt bij de spiritusbereiding en als een extract voor toiletzepen. Het meel bevat een soort stijfsel dat bekend is als amandelmeel of patés d' amande, wat uit de gedroogde en gezeefde vrucht bereid en waar een geurtje aan toegevoegd werd. Zo was het geschikt was om de handen te verzachten. Dat stijfsel werd ook gebruikt door boekbinders omdat insecten er niet van houden en de boeken zo met rust lieten.
Van de vrucht kan een snuifpoeder gemaakt worden door ze te verbranden en tot een poeder te malen. Het niezend vermogen werd eraan gegeven door er de tot poeder vermalen bloemetjes van lelietje der dalen doorheen te mengen.
De olierijke afkooksels van de groene schillen werden wel gebruikt om luizen te verdrijven. Hiertoe werden de naden van de bedstede met het afkooksel ingesmeerd.

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/aesculus-paardekastanje

Geen opmerkingen: