zondag, november 26, 2017

Leven in de natuur: daslook

Tweede buitendag van de herboristenopleiding in het domaine du Bonsoy. Na de middag dalen we af naar de Maas. De bomen hebben ons pad opgevrolijkt met hun herfstig gekleurd blad. Onzichtbaar onder blad en in de grond overwinteren bol- en knolgewassen.

Als everzwijnen snuffelen en wroeten we blad en aarde om en ontdekken geneeskrachtige en culinaire wortels. Echte valeriaan die de geïrriteerde aardbewoner kan kalmeren, nagelkruid die PDS-darmen tot rust kunnen brengen en..... we vinden ook de aromatische daslookbolletjes die soep en andere gerechten kunnen kruiden. Een verborgen wereld die herboristen vol verwondering ontdekken en met bewondering beleven.

Over daslook:  There is good evidence for the use of ramson by Mesolithic people. Charred bulbs of A. ursinum were identified—in the late Mesolithic settlement at Halsskov in Denmark (Kubiak-Martens 2002). It was hypothesized that ramson was one of the plants that contributed to the hunter-gatherer diet. A. ursinum was known to the early Celts and to the ancient Romans. The Greek physician Dioscorides mentioned four kinds of onion, among them A. ursinum and also attributed a detoxifying effect to the plant (Meyer et al. 1999; Richter 1999). Ramson was well known also in the Middle Ages; it belongs to the group of plants often found at medieval West Slavic archeological sites (Celka 2011). King Charles the Great, also known as Charlemagne, included A. ursinum in his Capitulare de Villis imperialibis, where he formally cataloged plants, mostly those possessing medicinal properties, and documented how the gardens should be planned and cared for (Clickner 2011). Hieronymus Bock provided drawings of the plant in his Kreutterbuch, Lonicerus judged wild garlic to be superior to regular garlic (Richter 1999; Błażewicz-Woźniak et al. 2011; Strzelecka and Kowalski 2000; Madaus 1938).

Lees ook over daslook https://plazilla.com/page/4295177346/wild-voedsel-daslook

donderdag, november 23, 2017

Elke dag even naar buiten....om langer te leven

Als je zo lang mogelijk wilt leven, ga dan elke dag even naar buiten - en blijf niet de ganse dag binnen zitten. Ook als je binnenshuis een fitnesscentrum hebt, goed gezelschap en een gevulde koelkast, ga naar buiten. Dat adviseert de Israëlische geriater Jeremy Jacobs van Hadassah Hebrew-University Medical Center. Maar hoe het dagelijks verlaten van de woning de kans op overlijden vermindert? Dat is vooralsnog een raadsel...

Studie
Jeremy Jacobs en zijn collega's gebruikten gegevens die zijn verzameld in de Jerusalem Longitudinal Study. Ze volgden enkele honderden mannen en vrouwen, die zijn geboren rond 1920, van 1990 tot 2015.

Resultaten
In alle leeftijdsgroepen was de kans op overleving groter in de groep die dagelijks het huis verliet.
  • Zeventig plussers die frequent hun huis verlaten zijn wellicht gezonder dan zeventigplussers die altijd thuis blijven. Maar toen de onderzoekers het effect van gezondheid met statistische trucs weg poetsten, veranderde er weinig.
  • Zeventig plussers die dagelijks hun huis verlaten bewegen misschien meer. Maar ook toen de onderzoekers corrigeerden voor lichaamsbeweging was het verband tussen sterfte en het verlaten van het huis nog steeds intact.
  • Een andere mogelijkheid is dat de studiedeelnemers die dagelijks het huis verlieten meer sociale contacten hebben, en dus corrigeerden de onderzoekers ook voor eenzaamheid. Maar ook daarna stond het verband nog steeds overeind.
"Our findings reinforce the consistency of the relationship between leaving the house and mortality, not only irrespective of advancing age per se, but also independent of the rising burden of social vulnerability, functional decline, and medical comorbidity that was observed between ages 70 and 90", schrijven de onderzoekers."The current study adjusted for physical activity level, suggesting that the longer survival associated with frequently going out is independent of the benefits of physical activity."

Conclusie
"This observational study of a representative communitydwelling cohort found a significant association between frequency of leaving the house throughout follow-up from age 70 to 90 and mortality, adjusting for social, functional, and medical status", schrijven de onderzoekers.
"It is tempting to assume that the health of older people may be improved by increasing accessibility, creating environments that make it easier for them to leave the house, and improving social support aimed at encouraging activities outside of the house."
"Faced with the growing prevalence of homebound older people, interventions aimed at making it easier for older people to leave their house, encouraging an active nonsedentary lifestyle, and promoting continued engagement in activities outside of the home are required."
"Prospective studies are required to determine whether the negative outcomes and health burden associated with becoming increasingly homebound can be ameliorated, delayed, or even reversed."

Bron: J Am Geriatr Soc. 2017 Nov 22. doi: 10.1111/jgs.15148.

zondag, november 19, 2017

Wegdistel in de tuin

Tijdens het tweede weekend van onze herboristenopleiding bespreken we vooral enkele planten voor de spijsvertering. Alsem, venkel, echte kamille en andere bitterstofplanten.  

Zoals gewoonlijk gaan we ook veel naar buiten, de tuin in, en dan zien we natuurlijk veel andere planten. Vooral het grote grijsglimmende roset van de wegdistel spreekt ons aan, de plant is niet direct een bekende geneeskrachtige plant, toch heeft hij al een lange geschiedenis van gebruik achter de rug. Vooral in de antroposofische geneeskunde is het samen met sleutelbloem en bilzenkruid onder de naam Cardiodoron een gewaardeerd hartmiddel.

Een typische antroposofische, fenomenologische beschrijving van dit middel ziet er als volgt uit. Het bestaat uit de Primula (sleutelbloem) die opvalt door een heel sterke verticale kwaliteit, een zeer krachtige open gele bloem waar veel lichtkracht (bovenpool) uit af te lezen is. Een verticale kracht helpt bij het verbinden van boven en beneden, zoals we dat ook in het hart zien waar het veneuze bloed uit de onderpool (darmen/ledematen) zich mengt met het bloed uit de bovenpool (hoofd/ruggenmerg).
Verder bevat de cardiodoron nog de onopordon of (wegdistel of ezelsdistel) waar je veel stofwisselings aspecten in kunt herkennen, met name in de overweldigende groei en warmte.
Als laatste bevat de cardiodoron nog de hyoscyamus (bilzenkruid) dat typisch een verbindende kwaliteit heeft: de ritmische rangschikking van de bloemetjes kan je laten zien dat de bijbehorende kwaliteit is om de warmte naar beneden brengen.

Onderzoek heeft aangetoond dat cardiodoron in staat is het hartritme indien dat relatief snel is te verlangzamen, en indien het relatief langzaam is kan het ritme met Cardiodoron juist versneld worden. Hiermee zien we dat het om een geneesmiddel gaat met een regulerend werking.

Ook in de Oudheid bij Grieken en Romeinen werd de weg- of ezelsdistel reeds gebruikt. Das Akanthion des Dioskurides wird meistens auf unsere Eselsdistel, von manchen Schriftstellern jedoch auch auf das Onopordon illyr. L., Illyrische Wegedistel, gedeutet. Dioskurides empfiehlt den Saft der Blätter und Wurzeln gegen Opisthotonie, und Plinius weiß von der Verwendung des wolligen Überzuges der Blätter als Material zu Kleidungsstücken zu berichten. Offizinell waren früher die Wurzeln und das Kraut als Radix et Herba Spinae albae seu Cardui tomentosi.
Die Wurzeln und die jungen Sprossen werden in verschiedenen Ländern als Gemüse, der Blumenboden wie Artischocken gegessen. Aus den Pappushaaren wurde früher das sog. Disteltuch gesponnen.

Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/onopordon-wegdistel

vrijdag, november 17, 2017

Wolfsmelk

 Ook in najaar en winter blijven ze glimmend aanwezig. Wolfsmelk en heksenmelk. Wolfsmelk is een verzamelnaam voor alle Euphorbia­ceae. Ze bevatten allemaal melksap dat giftig is, soms zelfs dodelijk giftig.In onze streken kent men de brede wolfsmelk, de stijve wolfsmelk en het kroontjeskruid, alle eenjarig terwijl de kruisbladwolfsmelk tweejarig is. Voor degenen die zich in de wolfsmelksoorten willen verdiepen: er is ook nog een amandelwolfsmelk, een moeraswolfsmelk,een cypreswolfsmelk en een heksenmelk. Al deze wolfsmelksoorten zijn vaste planten. Men vindt ze dus jaar op jaar weer terug in het wild of in de tuin.

De Euphorbia's hebben geen gewone bloemen, maar zogenaamde schijnbloemen. De bloemen, mannelijke en vrouwelijke, zijn piepklein en vormen samen met gele schutblaadjes de grotere schijnbloem.Naast deze inheemse wolfsmelksoorten kennen de meeste mensen wel de zogenaamde kerstster, de Euphorbia pulcherrima die vooral opvalt door de felrode of wit gekleurde schutbladeren rond de bloem.

Volgens de oude voorschriften, werden de Euphorbia's ook voor magische doeleinden gebruikt, onder andere verwerkt in heksenzalven. Vooral Euphorbia helioscopia, het kroontjeskruid zou veel gebruikt geweest zijn. Hij werd dan ook wel heksenmelk genoemd  Er werd aangenomen dat heksen het melksap inkookten, om er dan adders in te doden en van dit mengsel samen andere heksendranken en zalven te brouwen. Ook de alchemisten gebruikten grote hoeveelheden wolfsmelk, omdat het volgens hen een zilver­makende plant was. Het witte melksap heeft mogelijk tot deze veronderstelling geleid.

De naam Euphorbia zou volgens Plinius afkomstig zijn van Euphorbius, de lijfarts van koning Juba II, koning van Mauritanië die rond 50 voor Christus leefde. Deze arts nam al proeven met wolfsmelk, op zoek naar zijn geneeskrachtige werking. Een andere verklaring van de naam is, dat deze een samenstelling is van de woorden eu = goed en pherbos = voeden. Het gedroogde melksap werd in vroeger eeuwen namelijk ook gebruikt ter genezing van tbc­-patiënten. Tot in de twintigste eeuw werd onder de naam euphorbium nog wel gedroogd melksap in de apotheek gebruikt. De naam wolfsmelk die voor alle Euphorbia's gebruikt wordt houdt verband met de branderige, bijtende smaak die even pijnlijk is als de beet van een wolf. De wolfsmelk, bestanddeel van heksenzalven en heksendranken, werd ook wel in de volksgeneeskunde gebruikt, zij het uitsluitend uitwendig. Het ingedikte sap werd gebruikt op pleisters die in de diergeneeskunde toegepast werden en het verse sap blijkt een uitstekend middel te zijn om wratten kwijt te raken.

woensdag, november 15, 2017

Pompompoen

Pompoenen op overschot na Halloween? Of doe je niet mee met dat soort gekte? Dan kun jenog altijd de pompoenoverschotten ophalen bij de voordeur van de buren en dan de volgende pompoensoep fabriceren. Lekker en zeker ook gezond. Zie wetenschappelijk onderzoek verder.

Ingrediënten (voor 4 personen):

  • 1 pompoen (een oranje)
  • 3 sjalotten of rode ui
  • 3 teentjes knoflook
  • Kruiden naar smaak: kurkuma, komijn, kerrie, verse rozemarijn
  • Olijfolie
  • Versgemalen zwarte peper en zout
  • 1 à 1,5 liter bouillon

Als garnituur:

  • Room of volle yoghurt
  • Geroosterde pompoenpitten
  • Verse koriander of peterselie

Bereiding:

1. Verwarm de oven voor tot 180 °C. Schrob de pompoen schoon, ontpit en hak het vruchtvlees (met schil) in grove stukken.

2. Snijd de ui in grove stukken en plet de teentjes knoflook met de platte kant van je mes. Meng de ui en de knoflook met de pompoen en breng op smaak met peper, zout en andere kruiden naar keuze. Spreid de stukken uit op een bakplaat, overgiet met olijfolie en plaats in een voorverwarmde oven.

3. Schep na een kwartiertje roosteren alles om en laat verder garen tot de pompoen donker kleurt.

4. Doe de geroosterde pompoen in een kookpot of blender, knijp de teentjes knoflook uit en overgiet alle groenten met de warme bouillon. Mix fijn en werk af met pitjes, blaadjes koriander en wat room of een lepel volle yoghurt.

Pompoen pepmiddel?
Hoewel mensen al duizenden jaren pompoenen eten, is er niet zoveel bekend over hun gezondheidsbevorderende werking. Maar die is er wel, weten we dankzij Japans onderzoek. [Biosci Biotechnol Biochem. 2009 May;73(5):1033-41.] In pompoen zit, behalve alpha- en gamma-tocopherol, betacaroteen, cryptoxanthine, luteine en zeaxanthine ook relatief veel nicotinezuur en trigonelline. Die stoffen verbeteren de opname van glucose door spiercellen. Pompoen doet kennelijk iets met insuline.

 Koreaanse onderzoekers ontdekten daarnaast dat een andere stof in pompoen, de secundaire metaboliet dehydrodiconiferyl-alcohol, de opname van glucose door vetcellen saboteert. [J Biol Chem. 2012 Mar 16;287(12):8839-51.] In reageerbuizen remt de dehydrodiconiferyl-alcohol de aanmaak van PPAR-gamma in vetcellen.
De Taiwanezen vermoedden op basis van de beschikbare gegevens dat pompoen sportprestaties zouden kunnen verbeteren. Ze maakten een alcoholextract van het gedroogde en zaadloze vruchtvlees van muskaatpompoen en gaven dat aan muizen. De dieren kregen 14 dagen elke dag 0, 50, 100 of 250 mg extract per kg lichaamsgewicht.

Na die periode testten de onderzoekers de spierkracht in de voorpoten van de muizen met een grip strength test. Daarbij bepaalden de onderzoekers met hoeveel kracht de dieren zich konden vastklampen aan een metalen pijpje. De suppletie met pompoen maakte de dieren sterker.
De onderzoekers bepaalden ook het uithoudingsvermogen van de dieren. Ze bonden een gewichtje aan de staart van de dieren, gooiden ze in een aquarium en keken vervolgens hoe lang de muizen konden blijven zwemmen. De Taiwanezen zagen dat pompoen het uithoudingsvermogen van de dieren verbeterde.

Zie https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/cucurbita-sp-pompoen

zaterdag, november 04, 2017

Wandelles in mijn eigen Hoegaarden

Op onze Hoegaardse wandeling. De eerste les- en wandeldag van onze jaarcursus Leren in de natuur. Eten uit de natuur. We wandelen langs de oude spoorweg tussen Tienen en Jodoigne. Er is wel degelijk zo iets als spoorwegflora: sint janskruid, wilde marjolein maar ook veel tweejarigen zoals teunisbloem en toorts, maar ik wil nu wat kwijt over de woekerende, wilde Clematis of Bosrank. Klimmen, winden, hechten en hangen, dat doet deze liaan uit onze bossen. Ook hier in Hoegaarden drapeert hij zich over wilg, meidoorn en vlier.

Echt eetbaar of veilig geneeskrachtig is deze klimplant niet. Toch vinden we vreemde gegevens in oude kruidenboeken. Zo lees ik  'De heete en scherpe smaak van de Clematis toont zijn warme kracht. Het wordt gebruikt tot de ringen om de uitgezakte Lijfmoeder (baarmoeder) in te houden. De Bloemen, Zaaden, Schors en Wortel hebben een brandende kracht.' Dit en nog veel meer, o.a. dat de plant melaatsen geneest, wordt meegedeeld over onze mooiste en hoogst klimmende liaan, de Bosrank, vroeger Vinkoorde genoemd.

In Limburg, Voerstreek en de Ardennen is zij heel gewoon, elders zeldzaam. Heel wat mensen hebben haar in hun tuin gezet en genieten elk jaar van de vitaliteit waarmee zij de boom die haar mag dragen, bespringt, omhangt, overwoekert. Naar alle kanten graaien de lenige stengels en spreidt zij haar bladparen uit. Een overdaad aan groenig-witte bloemsterren bloeit de hele zomer door. Ze laten een knoedeltje vruchten na, die een lange dunne snavel dragen, bezet met lange zijdeachtige haren. Die zijn tot voorbij de winter zichtbaar. De Britten noemen ze Old man's beard (oude-mannenbaard) en de hele plant Traveller's joy (reizigersvreugd). De oude Gilbert White schreef in november 1788 in zijn dagboek, hoe de grauwe dotten Clematispluis als insecten in een storm door de lucht vlogen. Aan de liaan nog vastgehecht behoren Clematisvruchten met bedauwde spinnenwebben vooral als ze berijpt zijn tot de meest fotogenieke zaken in de natuur.

Onze wilde Clematis wordt nu niet meer in de tuin aangeplant, hij is vervangen door de vele mooie, maar toch ook protserige siersoorten en ja, het is ook niet aan te raden om deze sterk woekerende liaan zomaar op onze mini-tuintjes los te laten. Alhoewel ik zelf niks mooier en romantischer vind dan zo een oerwoudje direct bij de hand.

En o ja Dr.Bach heeft de Clematis vitalba wel opgenomen in zijn bloesemtherapie. Dr. Bach over Clematis: "Deze remedie brengt stabiliteit: zij brengt de mens op een meer praktisch plan; brengt hem 'terug op aarde' [zet hem met de voeten op de grond]; en stelt hem zo in staat zijn opdracht in deze wereld te vervullen"


woensdag, november 01, 2017

Over vogelmuur en een wild voedselboek

Op schrijver, fotograaf en natuurliefhebber Phillips ben ik altijd wel wat jaloers geweest. Je kost verdienen met rond te reizen in de natuur, daarover te schrijven en foto's te maken. Ja, daar droom ik ook wel van. Een van zijn boeken 'Puur natuur' doet mij helemaal watertanden. Het is niet alleen een praktisch boek over het gebruik van wilde planten in de keuken, maar ook een mooi boek met halsbrekende foto's van gerechten uit de natuur in de natuur gefotografeerd.

Puur natuur op tafel is een planten- en kookboek met recepten van de meest voorkomende wilde planten. Over bramen­jam, paardenbloemkoffie, lindenbloesemthee of vlierbloemenwijn. Oorspronkelijk eerder medicinale bereidingswijzen die dan later ook culinair gebruikt werden. Vroeger was dat heel gewoon, ouderwets arme mensen voedsel, daarna werd het alternatief en nu zelfs exclusief. Naast die bijna klassieke recepten heeft Phillips een aantal andere fascinerende bron­nen van natuurlijk voedsel, zoals zeewier en paddenstoelen geïnventariseerd, maar ook recepten opgenomen van de meest voorkomende onkruiden zoals weegbree, vogelmuur, paardenbloem en brandnetel. Philips komt tot de conclusie dat er verscheidene nage­noeg onontgonnen gebieden in het plantenrijk bestaan, die een avontuurlijke geest tal van mogelijkheden bieden om voortreffelijke en voedzame maaltijden te bereiden.

En omdat het nu toch een goed moment is om vogelmuur te zoeken. Een vogelmuursoep

1,5 liter (kippen)bouillon, mag ook andere bouillon zijn
6 voorjaarsuitjes (witte en groene gedeelten), in dunne rin­gen gesneden
1 grote aardappel, geschild en in blokjes gesneden
2 bosjes vogelmuur, afgeknipt, gewassen en ontdaan van de grofste steeltjes
zout en versgemalen zwarte peper
3 dl koffie room

Verwijder eventuele harde stelen van de vogelmuur en bewaar een paar takjes voor de garnering. Breng de bouillon in een grote pan met een dikke bodem aan de kook en zet het vuur iets lager. Voeg de uitjes, aardappel en vogelmuur aan de bouillon toe en laat alles 10 tot 15 minuten in de afgedekte pan zachtjes koken. Laat de soep vooral niet te lang op het vuur staan, anders verliest hij iets van zijn fijne smaak. Breng de soep met zout en peper op smaak en meng hem in een bekermixer. Giet de soep terug in de pan en roer de koffieroom er doorheen. Warm de soep weer op, maar laat hem niet meer aan de kook komen. Garmeer de soep met de takjes vogelmuur en dien warm op.

Puur natuur. Roger Phillips. Het boek dateert al van 1983, is ook niet meer in de handel, maar kan hier en daar nog wel tweede hands in een boekhandel of op internet gevonden worden. in een de vertaling en bewerking uit het Engels is van J.M. Veltman . Aanwijzingen voor het bereiden van gerechten en dranken uit ingrediënten die de vrije natuur van West-Europa biedt. Met bibliografie. en register. 160 Pagina's

Lees ook https://hobby-en-overige.infonu.nl/boeken/69657-puur-natuur-roger-phillips.html en https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/stellaria-media-vogelmuur