Posts tonen met het label Arnica. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Arnica. Alle posts tonen

dinsdag, december 12, 2023

Arnica en smeerwortel tegen sportblessures.

Wie kent het niet: je hebt je innerlijke zwakte overwonnen en de moed verzameld om weer te gaan sporten. En je hebt jezelf meteen overbelast, je enkel verzwikt of jezelf op een andere manier bezeerd. In dit geval kunt u hulp vinden bij geneeskrachtige planten zoals smeerwortel of arnica.  

Arnica montana in de Franse Alpen
Sportblessures omvatten kneuzingen en blauwe plekken, gebroken botten, verstuikingen en verrekkingen. Deze blessures treden op bij verhoogde fysieke belasting bij het sporten, maar kunnen ook in het dagelijkse leven voorkomen. Ze kunnen ontstaan ​​als uw lichaam overmatig, eenzijdig of ongezond belast wordt. Door vóór het sporten goed te stretchen en op te warmen, kun je blessures voorkomen. 

Sportblessures: wat te doen?
In principe geldt voor de eerste behandeling van sportblessures: neem een ​​pauze, koel af (bijvoorbeeld met ijs ) , oefen druk uit ( compressie ) en til het getroffen lichaamsdeel op [1]. Als je ernstige verwondingen hebt, zoals zware  verstuikingen of breuken, moet u zeker een arts raadplegen. 

Hulp uit het plantenrijk bij sportblessures
De symptomen van een sportblessure komen vaak overeen met de klassieke 5 tekenen van ontsteking: Het getroffen gebied is vaak rood (Rubor), soms erg warm (Calor). Het is meestal gezwollen (tumor) en pijnlijk (dolor), wat leidt tot beperkte functionaliteit (functio laesa).

Deze klachten kunnen heel goed behandeld worden met tal van geneeskrachtige planten. De nadruk ligt meestal op uitwendig gebruik als thee of kompres, zalven of inwrijven met tincturen.
De klassiekers met het breedste spectrum aan effecten zijn arnica en smeerwortel, daarom wil ik deze twee planten kort bespreken.

Arnica montana / Valkruid

Arnica bloemen
Arnica montana wordt ook wel valkruid genoemd en komt vooral voor in de bergen. De gedroogde bloemen ( Arnicae flores ) worden gebruikt in standaard medicijnen en de wortel ( Arnicae radix ) wordt ook gebruikt in de volksgeneeskunde.
Let op: Als u allergisch bent voor planten, moet u uit voorzorg het gebruik van arnica vermijden.

Inhoudsstoffen van arnicabloemen
  • Sesquiterpeenlactonen (Helenalins, Dihydrohelenalines)
  • Flavonoïden
  • Caffeoylquininezuren
  • Polyacetylenen
  • Triterpeensaponinen
  • vluchtige olie
Hoe kun je arnica gebruiken bij sportblessures?
Arnica kan worden gebruikt om ontstekingen te verminderen, pijn te verlichten en de bloedcirculatie te bevorderen. Daarnaast heeft het een prikkelende werking op de huid en slijmvliezen en remt het bacteriën en schimmels. De Duitse Commissie E adviseert arnica voor uitwendig gebruik, onder meer bij verwondingen zoals kneuzingen, verstuikingen en breuken.

Gebruik arnica 1 tot 3 keer per dag extern. Als er na 1-2 weken geen verbetering wordt waargenomen, moet het gebruik worden stopgezet. 
Meestal gebruik je arnica als zalf of kompres. De tinctuur is het meest geschikt als basis voor een kompres en je moet hem minstens 3 tot 10 keer verdunnen met water. [3]. 

Kompres voor sportblessures
  • Arnica-bloementinctuur (Arnica tinct.) 30 ml
  • Smeerworteltinctuur (Symphyti tinct.) 20 ml
Voeg 1 theelepel tinctuur toe aan 250 ml koud water. Doe het mengsel op een dunne katoenen doek die het aangetaste deel van het lichaam bedekt en breng het daar 1 tot 3 keer per dag als kompres aan [4]. 

Waar u op moet letten bij het gebruik ervan!
Vanwege hun irriterende effecten wordt het over het algemeen alleen aanbevolen om tincturen of thee-extracten uitwendig te gebruiken op een intacte, niet-beschadigde huid. Als je allergisch bent voor bepaalde samengestelde planten, zou ik arnica alleen met grote voorzichtigheid gebruiken.
Let op: Mogelijke bijwerkingen op een beschadigde huid of na langdurig gebruik zijn onder meer huidontsteking met blaarvorming. 
Naast de standaard natuurgeneeskundige preparaten speelt arnica ook een prominente rol in de homeopathie (verdunde tincturen) als enkelvoudig of complex middel voor de behandeling van traumatische letsels.

Smeerwortel / Symphytum officinale
Smeerwortel / Symphytum officinale

De Latijnse term Symphytum officinale is afgeleid van het Griekse ‘symphytos’, wat ‘samengegroeid’ betekent – ​​de bijnaam officinale verwijst naar het eeuwenlange gebruik ervan als medicinale plant (‘officinalis’ betekent ‘gebruikt in de apotheek’). De plant uit de Boraginaceae-familie bevat als structuurelement veel silicium, wat je kunt zien aan de borstelige haartjes. De wortel ( Symphyti radix ) en het kruid ( Symphyti herba ) worden medicinaal gebruikt [5].

Inhoudsstoffen smeerwortelkruid en wortel:
  • tannines / looistoffen
  • slijmstoffen
  • Cafeïnezuurderivaten, bijvoorbeeld rozemarijnzuur
  • Allantoïne
  • Pyrrolizidine-alkaloïden
Hoe kun je smeerwortel gebruiken bij sportblessures?
Smeerwortel heeft vooral ontstekingsremmende en wondgenezende eigenschappen. Het heeft ook een decongestivum-effect, vermindert lokaal irritatie en verlicht pijn [6].

Commissie E beveelt uitwendig smeerwortel aan voor kneuzingen, verrekkingen en verstuikingen. Daarnaast wijst ESCOP op de effectiviteit ervan bij spier- en gewrichtspijn na trauma, artrose, acute rugpijn en diverse ontstekingen. Klinische studies bewijzen het krachtige effect op verstuikte enkels: pijn, ontstekingen en zwellingen werden aanzienlijk verminderd en het bewegingsvermogen werd verbeterd. In een vergelijkend onderzoek met diclofenac zorgde smeerwortelzalf voor een betere pijnverlichting en bewegingsbevordering – zonder de typische bijwerkingen van niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen [7].     

Belangrijk om te weten!
De pyrrolizidine-alkaloïden (PA) in smeerwortel hebben bij dierproeven levertoxische effecten aangetoond. Daarom wordt inwendig gebruik van smeerwortel niet langer aanbevolen. Bij uitwendig gebruik van smeerwortel zijn geen bijwerkingen of interacties met andere medicijnen waargenomen.

Bij uitwendig gebruik moet u ervoor zorgen dat de huid intact is en dat de behandelingsperiode niet langer is dan 4-6 weken. Zalven en kompressen kunnen maximaal 3 keer per dag worden aangebracht. Vermijd gebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding, evenals bij kleine kinderen jonger dan 3 jaar! Voor eindproducten worden zoveel mogelijk varianten met een laag PA-gehalte gebruikt.

Hoe kun je smeerwortel het beste gebruiken?
Je kan een ​​alcoholische tinctuur of thee-infusie gebruiken als basis voor kompressen, pakkingen of zalven. Of verse bladeren kneuzen en mengen met wat olie of sint-janskruidolie als kompres gebruiken.

Thee-infusie met smeerwortel
Kook 5-10 g grof gemalen smeerwortel met 100 ml water. Voor een kompres doe je het na 15 minuten door een zeef en breng je het warm aan [5].

Andere wondgenezende planten zijn sint-janskruid (Hypericum perforatum), madeliefjes ( Bellis perennis ), kamille ( Matricaria chamomilla ), duizendblad ( Achillea millefolium ), goudsbloem ( Calendula officinalis ) of toverhazelaar ( Hamamelis virginiana ). Idealiter combineer je orale inname als druppels en externe behandeling als zalf.

Smeerwortel en arnica worden nu alleen aanbevolen voor uitwendig gebruik. Op het gebied van sportblessures, spier- en gewrichtsproblemen blijven het echter belangrijke klassiekers die in geen enkel medicijnkastje mogen ontbreken. 

Literatuur

[1] https://www.msdmanuals.com/de-de/heim/traumas-and-vergiftung/sporttraumas/%C3%BCberblick-%C3%BCber-sporttraumas Op internet: op 7 augustus 2023
[2] Samenwerking met fytofarmaceutica. Medicinale plantenencyclopedie. Arnica volgens https://arzneipflanzenlexikon.info/arnika.php 
[3] Schilcher H. et al. Fytotherapie gids. München: Stedelijk & Fischer; 2007 : blz. 43 e.v.
[4] Bäumler S. Medicinale plantenpraktijk vandaag: portretten – recepten – toepassing. München: Stedelijk & Fischer; 2007 : blz. 725
[5] Samenwerking met fytofarmaceutica. Medicinale plantenencyclopedie. Op internet: Smeerwortel volgens https://arzneipflanzenlexikon.info/beinwell.php vanaf 8 augustus 2023
[6] Schilcher H. et al 2007. Gids voor fytotherapie. München: Urban & Fischer : blz. 54 e.v.
[7] Staiger C. 2013. Smeerwortel: van traditie tot moderne klinische onderzoeken. Wiener Medizinische Wochenschrift 163: pp. 58–64

donderdag, augustus 02, 2018

Arnica op de Puy de Sancy

Arnica op de Puy de Sancy
Tijdens onze wandeling op de Puy komen we tussen de toeristen door massaal veel bloeiende Arnica tegen. De planten groeien hier op een totaal andere grond dan ik gewend ben en ze zien er ook veel forser uit. Mogelijk een ondersoort van Arnica montana L..

Deze Arnica of Valkruid is nu één van onze bekendste geneeskruiden. In de klassieke oudheid echter was Valkruid, die tot de familie der Asteraceae behoort, blijkbaar niet bekend.  Waarschijnlijk is het Hildegard von Bingen geweest die voor het eerst het gebruik van Arnica beschreven heeft. Zij heeft het over een ‘Wuntwurz’ en wolfesgelegena, te gebruiken bij kneuzingen en blauwe plekken, dé indicaties waar Valkruid later voor bekend werd.

Zij kende wolfesgelegena vooral als liefdestoverij. Ze schrijft, ‘ de wolfesgelegena is zeer warm, ze heeft een giftige warmte in zich. Als een man of vrouw in liefde ontvlamt en als iemand, hij of zij, op de huid met met groene wolvesgelegena aangeraakt wordt dan zal het de aangeraakte in de liefde van een ander laten ontbranden en als het kruid gedroogd is dan wordt de man of vrouw door de liefdesvlam geheel razend zodat ze vrijwel uitzinnig worden’

De Gart der Gesundheit zegt; ‘Flores sancti Johannis Latijn. De meesters spreken dat deze bloemen zijn van natuur getemperd en worden tot een ziekte genuttigd genaamd Amor hereos, dat is een zorgvuldige begeerte van de man tot een vrouw of een vrouw tot een man. Ettelijke meesters die spreken dat dit is duivelsliefde en niet menselijk. Daarom wie zo’n melancholicus is alzo dat hij nog dag nog nacht rust heeft in zijn hoofd en altijd graag bij vrouwen zijn wil, diezelfde neemt tot hem deze bloemen en zijn fantasie en kwade wil die wordt veranderd in een goede. En u zal ook daarmee gedenken de kuisheid Sint Johannes en hem offeren een pater noster en een Ave Maria, u wordt verlost van deze kwade melancholie zonder twijfel’.

Het kruid verschijnt als Arnich bij Matthaus Sylvaticus in 14de eeuw. Conrad Gessner in zijn Hort Germaniae van 1561 geeft het de namen Alisma alpinum en Caltha alpina’.  Dan komt de naam Wolfzeilia en Wolverley van Wohl; welzijn, en verleiden. Wolverlei en Valkruid zijn nu ook de namen die we gebruiken.

Op de Puy de Sancy wemelt het van de toeristen en toch groeien gentianen en Arnica's er in overvloed. Ze wachten als het ware om de geforceerde en gekneusde spieren en gewrichten van de onervaren wandelaars te verzorgen, want daar zijn de valkruidbloemblaadjes bijzonder goed in. De aanblik alleen al kikkert ons zo op, waardoor we beslissen om over de kammen naar het stadje Mont Dore te wandelen. Een stevige wandeling op en neer tussen 1400 en 1700 meter hoogte via col de la Cabane, col de Cuzeau en als toetje afdalend langs La Grande Cascade naar Le Mont Dore, waar in het café de Paris de frisse drankjes ons goed smaken.


maandag, juli 28, 2014

Peyresq, paddenstoelen, mensen en andere planten

Vandaag een bijzondere wandeling gemaakt in de Alpes de Haute Provençe. We vertrekken vanuit ons verblijf in Peyresq 1550 meter naar het Plan du Rieu 2054 meter ocharme maar 500 hoogtemeters. Eerst langs de rechte witte rotsen die het dorp domineren, dan door de hellingbossen met vooral grove den. Eens stevig doorstappen is altijd weer een vreemd genot, eens minder met planten bezig zijn, al zie ik ze in mijn ooghoeken altijd wel voorbij paraderen. Onderweg wordt er in de groep nog uitgebreid gepraat, wel wat vreemd voor mij dat yogamensen zich niet concentreren op het yogawandelen. Maar ook dat moet kunnen. Bijna boven, langs de kam komen we weer in het open landschap en genieten van de vergezichten, van de kale bergen maar ook van de kleine plantjes. Verder stappend komen we in een groener, wat vlakker landschap waar we tot onze verbazing enige en daarna vele reuzenchampignons en reuzenbovisten ontdekken. Het is alsof we in een sprookjeslandschap terecht zijn gekomen. Een stripverhaal over gemuteerde, radioactieve paddenstoelen, Kuifje in de bergen. Ik moet in mijn armen knijpen om te beseffen dat dit echt is. Nog nooit gezien en dat in de maand juli, midden in de zomer.

Mogelijk is het de Reuzenchampignon (Agaricus augustus), die heeft een hoed tot 25 centimeter breed met aanliggende dicht opeen staande schubben, geelbruin tot donkerbruin op een lichtere ondergrond. De witte steel heeft een brede afhangende ring en is van de ring tot de basis vlokkig geschubd. Het witte vlees verkleurt geel tot licht oranjebruin bij doorsnede en ruikt zwak tot sterk naar noten of anijs. De paddenstoel is eetbaar, maar de smaak is niet opvallend.
Het kan ook de Grootsporige champignon (Agaricus urinascens) zijn, die heeft hoeden tot 30 centimeter doorsnede met uitschieters tot 50 centimeter! Het is een soort van graslanden en grazige bermen op nitraat- of kalkrijke bodems. Nog maar eens verder uitzoeken.

Maar we zijn nog niet aan het eind van onze ontdekkingen, snuffelend tussen het gras op het plateau van Rieu ontdekken we mini-mini ogentroostjes, Euphrasia species, wel in bloei maar nauwelijks zichtbaar. Het plantje heeft zijn naam niet gestolen, want inderdaad goed voor de ogen. En je moet goede ogen hebben om het te vinden.
Een plant goed voor pezen en spieren vinden we ook, de bloeiende Arnica montana, het Valkruid. Eerst tot mijn blijde verrassing ééntje en daarna tot mijn verrukking hele velden. Arnica in de gloria. We verpozen en rollen even tussen deze kracht uitstralende vrolijke planten, plukken voorzichtig wat bloemblaadjes en kunnen dan tevreden de rest van de tocht afleggen. Terug naar Peyresq, terug naar de bloeiende lavendel en het bergbonenkruid.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/34569-arnica-of-valkruid.html
http://wetenschap.infonu.nl/scheikunde/45758-arnica-inhoudstoffen-en-werking.html 

About Peyresq
Peyresq (from le pays des pierres, or the land of stones) is a French village in the commune of Thorame-Haute in France, perched on a rocky outcrop of the Alpes-de-Haute-Provence at 1,528 metres above sea level.

The village first appears in charters of 1042 as Petriscum, referring to its rocky surroundings.
Peyresq (then spelled Peiresc) gave its name to the famous humanist Nicolas Claude Fabri de Peiresc - he was its lord, but never set foot there. After the French Revolution, the village came to be spelled as Peyresq, and in November 1964 it was merged with the village of La Colle-Saint-Michel to create a new commune called Saint-Michel-Peyresq. That commune was in turn absorbed by the municipality of Thorame-Haute in March 1974.

Reconstruction and renaissance
In 1952, Georges Lambeau, director of the Académie des Beaux-Arts at Namur, was searching the region for a site for a holiday camp for his students and found Peyresq almost completely abandoned and almost all its houses in ruins. Falling in love with the village's charm, he decided to reconstruct it in his own image. His friend Toine Smets, an entrepreneur from Brussels, decided to finance the project. According to the historian Louise Sgaravizzi, in 1953 of 53 houses 24% were habitable, 40% needed restoration and 16% were in ruins (the majority on what is now called the cour des Métiers). The access route to the village was paved in 1953. In 1954, the last farmer stopped farming in the fields at the foot of the village.

In 1954, the young architect Pierre Lamby joined the project. At the same time, Toine Smets revealed Peyresq to Lucien and Jane Jacquet, who founded the association Pro Peyresq, soon joined by Jacques Waefelaer and his wife Jacqueline, respectively treasurer and "responsable de l'intendance" (économat).

vrijdag, juni 20, 2014

Bij de refuge Chardonnière

Refuge Chardonnière. Ons verblijf voor een week wandelen in de Franse Alpen. Lang geleden ben ik hier samen met Nederlandse vrienden nog langs gekomen. Nu doen we min of meer dezelfde wandelingen maar... herkennen doe ik weinig of niets. De bergen en de paden zijn niet veranderd, alleen de herinnering verandert blijkbaar jaar na jaar.

Eén plantje herinner ik mij nog. Het valkruid, Arnica montana groeide er toen en is ook nu bloeiend aanwezig in de bergweilanden rond de gîte-boerderij. De koeien grazen er rustig tussendoor, het plantje op eten doen de beesten blijkbaar niet. Al zouden ze deze Arnica montana in kleine hoeveelheden wel kunnen gebruiken om hun overbelaste pezen en spieren te versterken. Gelukkig blijven ze er af want met hun grote, schrokkerige muil zouden ze er al vlug te veel van binnen krijgen. Ook andere toch zeer gezonde planten zoals brandnetel en Alpenzuring raken ze niet aan. Gras is blijkbaar toch hun geliefd voedsel. Het blijft me wel verwonderen hoe in deze toch redelijk voedselrijke gronden uitbundig wilde orchideeën, valkruid  en andere zeldzame plantjes kunnen groeien. Een mooie harmonie tussen mens, dier en natuur.

Arnica montana is nu één van onze bekendste geneeskruiden. In de klassieke oudheid was Valkruid, die tot de familie der Asteraceae behoort, blijkbaar niet bekend. Waarschijnlijk is het Hildegard von Bingen geweest die voor het eerst het gebruik van Arnica beschreven heeft. Zij heeft het over een ‘Wuntwurz’, een wondwortel, te gebruiken bij kneuzingen en blauwe plekken, dé indicaties waar Valkruid later voor bekend werd.

Arnicae flos, de bloemen van het Valkruid en daaruit bereide preparaten worden uitsluitend uitwendig gebruikt. Toepassing vindt Arnica dan bij de gevolgen van verwondingen en ongelukken, zoals bloeduitstortingen, verstuikingen, bij oppervlakkige ontstekingsprocessen bijvoorbeeld ten gevolge van insektensteken en bij ontstekingen van mond- en keelholte. De sesquiterpeenlactonen oa helenaline in de plant geven een scheikundige verklaring voor zijn werking. Deze stoffen hebben een ontstekingswerende werking maar kunnen ook irritatie veroorzaken. Verder wordt Arnica uitwendig als zalf of olie ook gebruikt bij reumatische klachten en bij steenpuisten.

In de volksgeneeskunde werd Arnica in Rusland, gebruikt bij baarmoederbloeding tijdens de geboorte en in het climacterium, en verdere toepassing vonden de bloemblaadjes bij myocarditis, hartklachten ten gevolge van arteriosclerose en bij uitputting en hartzwakte. Zelfs Goethe zou Arnica gebruikt hebben voor zijn hartproblemen. Arnica werd vroeger ook als snuiftabak gebruikt of in tabak om te roken samen met andere kruiden.
Voor eigen gebruik zou ik mij beperken tot het uitwendig gebruik bij kneuzingen, blauwe plekken en bloeduitstortingen, waar Arnica zonder meer het allerbeste middel voor is.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/34569-arnica-of-valkruid.html