Posts tonen met het label Bretagne. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bretagne. Alle posts tonen

woensdag, juni 10, 2020

Coronawandeling: koeien en noix de terre

Weer eens ontsnappen uit de tuin en dat zonder toestemming van de Franse overheid. Open en bloot het fietspad, alias de oude spoorweg op richting gare Locmaria- Berrien tot aan de de samenvloeiing van de riviere d'Argent met de Aulne. En dan stroomopwaarts langs de riviere tot aan de moulin d'Argent. Ik word verwelkomt door een bange blaffende hond, die, als ik hem vriendelijk toespreek, kwispelstaartend naar mij toe komt. Wel rekeninghoudend met de wettelijk voorgeschreven anderhalve meter afstand. 

aardkastanje
Nu even de vallei uitklimmen richting Rouzoucon. Op het plateau vind ik veel witbloeiende aardkastanjes en in de weilanden staren de rosse koeien mij met ontzag, verwondering, nieuwsgierigheid aan. De koeien zijn indrukwekkend maar ik heb toch meer belangstelling voor dat onnozel plantje. Alle plantjes zijn ook troostplantjes op dit moment.

Dus over de Franse aardkastanje (Conopodium majus). Het is een overblijvende plant, die behoort tot de schermbloemenfamilie. De soort heeft zijn naam te danken aan de kastanjevormige wortelknol, al lijkt het meer op een hazelnootje, in Frankrijk noemt het dan ook noix de terre. De knol is eetbaar en heeft een zoete, aromatische, nootachtige smaak. 
Conopodium majus, is de Griekse vertaling voor ‘grotere kegel’. Een tengere, overblijvende plant met enkele steel van 20-80 cm hoog. Franse Aardkastanje heeft kenmerkende, drie-hoekige, geveerde, lijn-vormige blaadjes en vanaf Mei tot Augustus verschijnen de platte bloemschermen, vol met kleine witte Conopodium-bloemetjes, die ook eetbaar zijn. Ondergronds groeit per plant slechts één, min of meer ronde en donkerbruine wortel-knol die, na  gewassen en geschrapt te zijn, rauw kan worden gegeten, de smaak is tussen hazelnoot en bleekselderij. Franse Aardkastanjes kunnen ook gekookt worden, bv. in bouillon, of aan stoofpotten worden toegevoegd. De smaak gaat dan meer richting Pastinaak.

Er bestaan naast de Franse Aard-kastanje nog twee andere planten-families die ook Aard-kastanje worden genoemd: Bunium bulbosum, heeft ook maar één knol per plant, maar bij Oenanthe of Torkruid groeien er een heleboel knolletjes  bij elkaar, afhankelijk van de soort qua vorm verschillend, ei-vormig of langwerpig.

Ik oogst wat wortelknolletjes, je kan ze echter niet zomaar aan de steel uit de grond trekken, de steel zit bijna los aan het knolletje en breek dan ook onmiddellijk af. Het is dan ook graven en zoeken geblazen, ook al omdat de knolletjes op kleine steentjes lijken. Uiteindelijk verzamel ik toch zeven 'nootjes' en kan ik weer tevreden huiswaarts keren. 

De rosse koeien bij Rouzoucon


zondag, april 12, 2020

Oude eiken en ik

Nog een Coronawandeling. Vlakbij huis dus. Van het pad af, in de hellingbosjes langs de rand van de weilanden oude bomen ontmoeten. 
Vooral knoestige eiken staan hier, ze zien er verweerd uit door ouderdom en door hun verzet, ontsnapt aan de rooiwoede van de boeren. Ze bewegen samen langzaam door de eeuwen heen.

In de verte de zondagse boerderij, de koeien rustig in de wei, ook de tractor in rust met de grijptanden omhoog. Paasdag is het bij God, vreemde rust alsof de aarde stil staat, alleen Corona en ik nog actief. Ik daal nu af naar het beekvalleitje tussen oude en nieuwe braamscheuten, onder ontluikende hazelaars met onder mijn voeten wit bloeiende bosanemonen en blauwe boshyacinten. Vrolijke spikkels in het bruisende landschap. Ja...... het is voorjaar, lente toch?

Aan de overkant van het klaterend pratend minibeekje zie ik weer een groep oude wijze eiken vergaderen. Ze praten zonder woorden. Wat zou ik ze graag begrijpen. Vast grijpen, ze beklimmen, ze bewonderen, dat kan ik wel. Ze kronkelen en ik kronkel in het luisterend landschap met hen mee. In de verte zie ik al het silhouet van onze oude populier barstensvol maretakken, het thuis-teken van ons Bretoense huis.

https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/91860-eik-verhalen-en-verleden.html



donderdag, mei 02, 2019

Koolzaad kleurt het landschap

Koolzaadvelden kleuren nu het hele Franse landschap. Koolzaad komt oorspronkelijk uit het oostelijke deel van de Middellandse Zee waar de olie werd gebruikt voor consumptie en als lampolie. In India komt koolzaad rond 2000 v. Chr. al voor. In Midden-Europa komt de plant sinds de veertiende eeuw voor. Vanaf de zeventiende eeuw wordt er een grotere oppervlakte koolzaad verbouwd en is koolzaad het belangrijkste oliegewas in Nederland en Noord Duitsland. In het begin werd de olie echter vooral in olielampen gebruikt. Vanaf het begin van de negentiende eeuw werd de olie ook meer en meer voor voedingsdoeleinden gebruikt. De olie smaakte echter bitter vanwege het hoge gehalte aan erucazuur, waardoor het gebruik voornamelijk beperkt bleef tot lampolie, smeermiddel in stoommachines en voor de productie van zeep. Door het hoge gehalte aan erucazuur was koolzaad ook ongeschikt als veevoer. In de beide wereldoorlogen werd de teelt in Duitsland sterk uitgebreid, vooral voor de productie van margarine.

In het midden van de zeventiger jaren van de twintigste eeuw kwamen de enkelnul- en een tiental jaren later de dubbelnulrassen op de markt. Door de dubbelnulrassen werd de olie geschikt voor consumptie en het restproduct, de perskoeken, voor veevoer. Hierdoor breidde de teelt in Europa zich uit. In 1976 werd het eerste erucazuur-arme ras, Primor, op de Nederlandse Rassenlijst voor Landbouwgewassen geplaatst. Dit ras werd eerder in 1973 opgenomen op de Franse rassenlijst. In 1982 wordt vrijwel alleen nog het erucazuur-arme ras, Jet Neuf, die in 1979 op de rassenlijst kwam in Nederland op 11.000 ha geteeld. In 1989 werd 6300 ha koolzaad in Nederland verbouwd.

vrijdag, april 27, 2018

Gele velden

Koolzaadveld bij Pont-ar-Gorret

Op vele plaatsen zie je nu de bermen en akkerranden geel kleuren door raapzaad of koolzaad. Ze lijken erg op elkaar.  Raapzaad is een inheemse wilde plant, terwijl koolzaad vooral is aangeplant voor landbouwdoeleinden en is verwilderd.

Het verschil?
Bij raapzaad zijn de bloemknopjes korter dan de al bloeiende bloemen, terwijl bij koolzaad de knopjes boven de bloeiende bloemen uitsteken. Raapzaad bloeit over het algemeen ook iets eerder dan koolzaad, maar op dit moment treft je beide bloemen aan.

Koolzaad heet officieel Brassica napus, het is één van de vele leden van de Kruisbloemen-familie, waar o.a. alle koolsoorten, die we als winter-groenten kennen, maar ook radijs, rettich, rucola, mosterd, Kailaan en Yu Choy Sum bij horen. De heldergele koolzaad-bloemen groeien uit dikke knoppen, ze hebben 4 kroon- en 4 kelkblaadjes, die samen een -dubbel- mooi ‘kruisje’ vormen en staan in trossen bij elkaar. Koolzaad-bloemen hebben een fijne zoete smaak en zijn zeer geschikt voor fijne garneringen. Vanaf half April tot eind Juni zijn de bijen ook blij met deze bloemen, imkers brengen daarom jaarlijks hun bijen-volken naar de bloeiende Koolzaad-velden. De Koolzaad-honing is goed voor de luchtwegen en werkt inwendig sterk reinigend. De zaden bevatten veel 43% koolzaad-olie, die na koude persing dient als natuurlijke grondstof voor o.a sla-olie, margarine en mayonaise, maar ook voor bio-diesel. In Noord Amerika wordt deze brandstof ‘Canola’ genoemd, wat staat voor: CAN-adian Oil Low Acid. Koolzaad is ontstaan uit een kruising van wilde kool en raapzaad.





vrijdag, augustus 18, 2017

Bretoense muizedoorn

 Tijdens onze Bretoense zomerstage oogsten we de wilde wortels van muizedoorn. We maken de grillige wortels schoon in de rivier bij ons huis en laten ze dan trekken op ethanol van 45%.

De bittere wortel van muizedoorn vormt één van de vijf ingrediënten van de bekende vijfwortel-likeur, de overige bestanddelen van deze likeur waren venkel, selder, asperge en peterselie. De wortel heeft urine-afdrijvende en laxerende eigenschappen en wordt verwerkt in medicijnen bij nierkwalen. Vroeger werd deze plant in de volksgeneeskunde veelvuldig gebruikt bij geelzucht, hoofdpijnen, menstruatiepijnen en borstklachten. Culpeper schreef het middel voor als: „Een afkooksel van de wortels als drankje en een papje van bessen en bladeren dat men op de betreffende plaatsen aanbrengt, hebben het vermogen gebroken beenderen en gewrichten, welke uit de kom geschoten zijn, weer aan elkaar te hechten resp. weer op hun plaats te brengen". Hij voegde er waarschuwend aan toe: „Hoe meer wortels men voor het afkooksel gebruikt hoe sterker dit wordt. Het kan geen kwaad maar ik hoop dat men zo wijs zal zijn, de sterke afkooksels ook voor de sterkste typen te gebruiken'.

Dodoens in 1554 wist al waar het echt voor goed was 'Die wortel van Stekende palme in wijn ghesoden ende ghedroncken doet water maken/ lost die urine/ breeckt den steen ende doet dat graveel rijsen ende afgaen/ ende mits dyen goet den ghenen die de droppelpisse hebben'. Als diureticum wordt de wortel nog steeds gebruikt en ook in de hedendaagse wetenschappelijke monografieën wordt Ruscus officieel erkend als vochtafdrijvend middel. Toch is nu vooral  zijn werking op het veneuze vaatstelsel het best bekend. De Rusci radix heeft samentrekkende, toniserende werking op de gladde musculatuur van de venenwanden.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn
Butcher’s broom was shown to be efficacious in treating hemorrhoids in a study of 124 patients, in which the patients were given 6 capsules per day of Cyclo 3 Fort for 3 days, followed by 4 capsules per day for 4 days. Sixty-nine percent of the patients rated butcher’s broom as having a good or excellent effect, and 75% of the treating physicians rated it similarly.


zaterdag, augustus 22, 2015

Kruidenstage Bretagne 2015

Langs de rivière de l'argent bij Huelgoat

fôret de Huelgoat / chaos



Menhir de Kerampeulven


Zeevoedsel oogsten

Pointe de Pen-Hir

Smudgesticks maken

Montagne Saint Michel de Brasparts


Veengebied: bij steenbreek en zonnedauw

vrijdag, januari 02, 2015

Kruidige zomerstage in Bretagne (8 tot 15 augustus 2015)

Een groot deel van het jaar wonen we in Bretagne. Een heel andere omgeving dan de Franse Drôme, waar we vroeger veel verbleven, hier in Bretagne niet zo heet, vochtiger, en dus andere biotopen (heide, bos en rotsstrand) en andere planten. In de bossen van Huelgoat vinden we niet alleen eiken, beuken en kastanjes maar ook een onderbegroeiing van bosbessen, varens veel koningsvarens, mossen en typische planten van de streek zoals Muizedoorn en Navelkruid. In de veen- en heidegebieden van Monts d'Arrée domineren vooral struik- en dopheide, brem en massaal veel gaspeldoorn... Zeer zeldzaam zijn een orchidee Malaxis des marais Hammarbya paludosa en L'asphodèle d'Arrondeau (Asphodelus arrondeaui). Deze zeldzaamheden zullen we waarschijnlijk niet tegen het plantaardig lijf lopen, maar Zonnedauw zien, behoort wel tot de mogelijkheden.
Om nog een ander biotoop te bewonderen kunnen we een dag naar de rotskust van Roscoff of zuidelijker naar Pont Aven en omgeving rijden. Zeewier is langs de kust het dominerend wild voedsel, zeesla, blaaswier en vele andere eetbare wieren zijn hier te oogsten. Verder vinden we op de rotsen met zicht op zee ook veel zeevenkel, In de omgeving van Roscoff groeien meer dan 500 soorten zeewier en vinden we ook een infocentrum over zeewier. Le Comptoir des Algues.

En naast de planten is Bretagne natuurlijk ook het land van menhirs en dolmens, spirituele monumenten die we op onze wandelingen zeker ook zullen beleven.

vrijdag, augustus 15, 2014

Uhel varr, Viscum album in de Bretoense mythes

Nog op zoek naar mythische verhalen over planten in Bretagne kom ik via vele internetomwegen ook terecht in de merkwaardige kapel van Saint Herbot en zijn leespupiter met de afbeelding van een jongeling 'sous une sorte de verrière, ornée avec des branches de gui'.  Gui, Uhel varr, maretak wat anders, de meest mythische plant in het mythische Bretagne.

Un lutrin de la chapelle de Saint Herbot. Le premier de ces figures est celui d'un jeune homme se tenant sous une sorte de verrière, ornée avec des branches de gui.

Le mythe du rameau de gui.
Si le Breton moderne nomme le gui "uhel varr": "haute branche", les autres langues celtiques, comme l'Irlandais ou le gaélique d' Ecosse ont gardé dans le vocabulaire populaire la tournure "qui guérit tout"

On ne trouve pas de gui sur les pommiers et les peupliers au Huelgoat mais à Poullaouen ,il est très peu endémique dans le Finistère.

Le rameau d'or est à rapprocher du rameau vert, qui est un symbole universel de régénérescence et d'immortalité. Le rameau d'or est la branche de gui, dont les feuilles vert pâle se dorent à la saison nouvelle. Aussi. sa cueillette coïncide-t-elle avec la naissance de l'année. Au gui l'an  neuf\

Le nom même des druides se compose des deux racines dru-vud. Qui ont le sens de force et de sagesse ou de connaissance, et qui sont représentées par le chêne* et le gui*. Le druide est donc le gui et le chêne, c'est-à-dire la sagesse unie à la force, ou  l’autorité sacerdotale investie d'un pouvoir temporel. La conjonction gui-chêne indique que les deux venus demeurent indistinctes dans le même individu. Guénon a incidemment remarqué que ce symbolisme était exactement semblable à celui du sphinx égyptien, tête humaine et corps de lion, symboles de sagesse et de force

Bien que la tradition gréco-romaine n'ait pas connu de modèle du rameau d'or, Virgile place un tel rameau dans la main d'Ênée. Pour la descente aux Enfers: Un rameau, dont la souple baguette et les feuilles d'or, se cache dans un arbre touffu, consacré à la Junon infernale. Tout un bouquet de bois le protège, et l'obscur vallon l'enveloppe de son ombre. Mais il est impossible de pénétrer sous les profondeurs de la terre avant d'avoir détaché de l'arbre la branche au feuillage d'or... Ènée. guidé par deux colombes, se met à la recherche de l'arbre au rameau d'or dans les grands bois et soudain le découvre dans des gorges profondes. (Enéide, chant VI 01. traduction de A. Bellesson).

Muni de ce précieux rameau, il pourra désormais visiter les Enfers. Jean Beaujeu note à propos de ces textes de  l’Enéide que  la mythologie du gui, très pauvre en Italie était riche dans les pays celtiques et germaniques ;le gui passait pour avoir une puissance magique: II permet d'ouvrir le  monde souterrain, éloigne les démons, confère l'immortalité et, détail propre aux Latins, est inattaquable au feu. Tout « passe comme si Virgile avait adopté un thème de son pays natal (la plaine du  Pô avait été occupée pendant plusieurs siècles par les Celtes), en lui donnant un caractère latin par la consécration à Proserpine.

Un rite de la cueillette du gui est à observer: le rameau ne devait pas être coupé avec un tranchant de fer. L'usage du fer est interdit dans la plupart des rites religieux, car il est censé chasser les esprits ; il ôterait au rameau de gui ses propriétés magiques. Aussi les druides ne le cueillaient-ils qu'avec une faucille d'or.

Le rameau d'or est le symbole de cette lumière, qui permet d'explorer les sombres cavernes des enfers sans péril et sans y perdre son âme. Force, sagesse et connaissance.

Dictionnaire des symboles ( Mythes, rêves, coutumes, gestes, formes, figures, couleurs, nombres Alain Gheerbrant, Jean Chevalier)
http://an-uhelgoad.franceserv.com/lutrin.htm#lutrin

dinsdag, juli 08, 2014

Manoir de Saint-Pol-Roux

Eens een dagje toerist gespeeld in Bretagne. Of ik kan het ook deftig prospectie noemen voor onze kruidenstage in augustus. Naar Cameret sur Mer, de nabijgelegen ruige rotspunt Pointe de Pen-hir, de alignement van Lagatjar en de ruïne-manoir van de dichter Saint-Pol-Roux.
En dit alles op enkele kilometers van mekaar. En dat heb ik het nog niet gehad over de planten. Blaas- en andere wieren op de rotsstranden, strandbiet, zeevenkel en gewone wilde venkel die zich blijkbaar in de zoute zeelucht op zijn best voelt.

Maar nu toch maar even over de ruine-manoir, die vandaag vooral onder die wilde wolkenluchten immens tot mijn verbeelding spreekt en dan het verhaal van een dichter in een immense manoir die dichterlijk-dramatisch ten onder ging. À quelques mètres des alignements de Lagatjar, se trouvent les ruines du manoir de Pierre Paul Roux, alias Saint-Pol-Roux, alias Le Magnifique.
Immense poète, reconnu dès ses débuts par Mallarmé, précurseur du mouvement surréaliste, il tourna le dos au milieu littéraire parisien et vint s'installer en juin 1905 avec femme et enfants dans ce manoir qu'il fit construire sur la falaise de Pen Hat. Son isolement volontaire était néanmoins relatif : il était très impliqué dans la vie quotidienne camarétoise, et nombre de ses amis venaient régulièrement lui rendre visite ici (Victor Ségalen, Max Jacob, Pierre Mac-Orlan, André Breton...).

Juin 1940: Un soldat allemand pénètre dans le manoir, tue la gouvernante, blesse Saint-Pol-Roux et sa fille Divine, et s'enfuit. Ils sont emmenés tous les deux à Brest, à l'hôpital. Quand il revient, il découvre le manoir pillé et tous ses écrits déchirés, brûlés, envolés... Le choc fut grand. Il tomba rapidement malade et mourut quelques jours plus tard. Il est enterré dans le cimetière de Camaret.
En 1944, le manoir, occupé par les allemands, fut bombardé par l'aviation alliée.

"J'ai fait inscrire sur un entablement de mon manoir ces mots orgueilleux peut-être : Ici j'ai découvert la vérité du monde."

zaterdag, april 19, 2014

Klimopboom

Een vreemde boom in de buurt. Klimopboom. Een boom met pruik. Uitkijkend over het golvend landschap van Rouzoucos en de vallei van de rivière d'Argent.
Een landschap met weilanden, bosjes maar ook met braakliggende landbouwgronden waar veel wilde planten groeien. Paardenbloemen, rode klaver, kleine steentijm, weegbree, wilde margrieten, wilde veldsla en tot mijn verrassing ook duizendguldenkruid. Allemaal planten die de niet gebruikte akkers proberen te heroveren.

Oude knoestige klimop die in de nog oudere eiken kruipen, vind je overdadig veel hier in Bretagne. In de kruidengeneeskunde maken we weinig gebruik van deze Hedera helix. Vooral omdat de saponinen die in de plant aanwezig zijn, licht giftig zijn. Ze irriteren de slijmvliezen al zorgen dezelfde stoffen ook voor een expectorerende, slijmoplossende werking bij verkoudheid en bronchiale aandoeningen.

In de oudheid werd klimop gebruikt bij hoofdpijn, slijmvorming en koorts en er werden magische krachten aan toegeschreven. Bij uitwendig gebruik zou het helpen bij builen en blauwe plekken. In de 15de eeuw werd klimop toegepast bij narigheden als rachitis, dysenterie, galstenen en geelzucht.
Klimop had ook symbolische functies. Hij was het zinnebeeld van dronkenschap maar gaf ook bescherming tegen diezelfde dronkenschap omdat het blad de wijn onschuldig zou maken. Klimop werd dan ook geassocieerd met de god van de wijn: zowel de Griekse Dionysos als de Romeinse Bacchus werden vaak met klimop afgebeeld.
Hedendaags wetenschappelijk onderzoek laat zien dat klimopextract werkzaam is bij luchtwegaandoeningen als hoest en astma. De dosering is wel van groot belang: een te hoge dosering werkt vaatvernauwend en irriterend, en kan zelfs giftig zijn. Daarom is registratie als geneesmiddel eigenlijk een voorwaarde voor veilig gebruik.
Klimopblad heeft in enkele Europese landen een geneesmiddelenstatus. In 2007 werden in Duitsland bijna twee miljoen hoestmiddelen met klimop voorgeschreven, en dat was maar liefst 80% van het totaal aan uitgeschreven recepten bij hoestproblemen.

Wetenschappelijk onderzoek zie https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/hedera-helix-klimop

vrijdag, maart 14, 2014

Driekantig look bij Presqu'ile de Crozon


Een uitstapje naar het Presqu'ile de Crozon, de plaats waar Bretagne in de oceaan verdwijnt. Geweld van rotsen, woeste zee en geheimzinnige rechtopstaande stenen zien en voelen we hier. Pointe de Pen-Hir, menhirs en alignement de Lagatjar, dolmen... 
Grootse natuur maar wij zien ook kleine natuur. Langs de wegkanten groeit weelderig een wit bloeiend plantje. Van uit de rijdende auto proberen we te raden wat het is. Een bolgewas waarschijnlijk, mogelijk het lenteklokje. We stoppen en ontdekken dan, door de sterke uiengeur dat het een alliumsoort is. Maar dewelke? De bloemstelen hebben een driekantige stengel en inderdaad het driekantig look bestaat, dus Allium triquetrum. We benaderen het als een zeldzame plant tot we ontdekken dat het volgens de Franse natuurverenigingen een invasieve soort is. Een term die natuurverenigingen gebruiken om aan te geven dat ze er liever van af zijn: te woekerend, uitheems, verdringt de inheemse flora. Zo iets als 'eigen plant eerst'.

In elk geval kunnen wij, als het zo zit, zonder gewetenswroeging  een polletje uit de grond trekken en overplanten naar het binnenland van Bretagne, waar het lekker invasief mag zijn. Ja lekker, want zoals alle uiensoorten is ook het driekantig look goed te eten. Zowel blad, bloem en de kleine uitjes zijn ingemaakt een lekkernij.
En.... sorry, over de machtige rotskust en de geheimzinnige alignement schrijf ik later wel wat.

L'ail à trois angles ou ail triquètre est une plante de la famille des Amaryllidacées qui pousse en Méditerranée. Utilisée pour l'ornement, elle s'est naturalisée en Grande-Bretagne, en Bretagne et en Normandie, principalement sur le littoral. Elle pousse souvent sur les talus, en groupes assez denses.

A widely naturalised species that is most common in the southern parts of Australia. It is very common in Victoria, Tasmania, south-eastern South Australia and south-western Western Australia. Also scattered in the southern and eastern parts of New South Wales and occasionally naturalised in other parts of South Australia. Three-cornered garlic (Allium triquetrum) was also naturalised in the cooler parts of south-eastern Queensland, but there have been no records in this region for many years.

woensdag, februari 12, 2014

Angst voor water

In de namiddag probeert de zon de wolken te verdrijven. Een heroïsche strijd die zich ver boven mijn hoofd afspeelt.

Ik doe toch maar wat boodschappen in de Intermarché want, alleen eten uit de natuur lukt niet echt. Chocoladebomen groeien niet in Bretagne en gerookte zalm in plakjes drijft hier, ondanks het vele water ook niet voorbij. Al is het nog niet zo lang geleden dat ongerookte zalm in levende lijve onze rivier bevolkte. Over wild of half wild voedsel heb ik anders niet te klagen, vogelmuur, jong speenkruid, waterkers, kleine veldkers, platte peterselie en zelfs de eerste blaadjes van daslook zijn al te eten. Bulkvoedsel uit de supermarkt combineren met energetisch voedsel uit de natuur lijkt mij een mooie oplossing voor het voedselprobleem.

Na de boodschappen stop ik even bij de gouffre, de plaats bij het stadje Huelgoat, waar la rivière d'Argent zich wild tussen de rotsen doorworstelt. Nu met het vele water nog indrukwekkender dan in de zomer. Rillingen lopen over mijn rug en met al die wateravonturen van de laatste maanden maken beken en rivieren nog meer indruk op mij. En... och arme ik, aardmens die vroeger al angstig was van water. Als ik als kind in de auto van mijn vader de molensluis passeerde, trok ik mijn voeten omhoog om zo ver mogelijk van het water verwijderd te zijn. Nu is de angst er ook maar is het bijna iets moois geworden. Ontzag eerder, bewondering voor de kracht van de natuur maar geen beate bewondering, ook voor natuurkrachten moet je op je hoede zijn..

zondag, oktober 13, 2013

Fête des pommes

Vooraleer ik morgen weer naar België en omstreken vertrek, zijn we nog even naar het appelfeest in het Bretoense dorpje St Rivoal geweest. Die Franse ecobeurzen vind ik altijd wel leuk maar je mag je er wel niet al te veel van voorstellen. Veel volk is er wel en vreemd genoeg nog meer auto's, verder doedelzakmuziek, pannenkoeken en veel soorten appels.

De demonstratie om ouderwets appels te persen om cider te maken, was wel merkwaardig. In een grote pers werd een bedje van stro gemaakt, daar gekneusde en bruin geworden stukjes appel opgelegd, terug een bedje stro en appel en zo verder.....en, dat duurde  zolang zodat we het uiteindelijke uitpersen niet meer meegemaakt hebben. Zelf dacht ik even dat de berg gekneusde appels, de afval van het persen was.

We zijn zelf pas begonnen met cider te maken. Ik ben wel benieuwd hoe dat afloopt. Cider is wel een drank naar mijn hart: eenvoudig, goedkoop, gewoon met gekneusde, inheemse appeltjes gemaakt, licht alcoholisch waardoor je toch een goeie slok kan drinken zonder zat te worden, licht gefermenteerd oersmaakje. Kortom een recht toe recht aan drank.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/bier-en-wijn/84635-cider-en-vruchtenwijn-maken.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/appel



maandag, september 09, 2013

Ochtend aan de Aulne


Na vele dagen warm en zonnig weer, nu een nachtje regen. De hele natuur fris gewassen, alsof ze net naar de stomerij geweest is. 

Dauwdruppels dansen op braambessen en teunisbloemen. De wereld wordt gedistilleerd. Ik spring op de fiets en rij de dampen tegemoet.

Met de zon in de rug rij ik de oude Romeinse brug over, de eik filtert het lage licht, het lijkt wel alsof ik op wolken rij. Ik draai het fietspad op, glimmende braam- en vlierbessen begeleiden mij. Waar de rivière d" Argent in de Aulne vloeit, ademt de ochtend over het water. Reusachtige koningsvarens houden hier al vele jaren de wacht. Eeuwig is een ogenblik.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/39848-teunisbloem-geschiedenis-en-gebruik.html

vrijdag, augustus 02, 2013

Kruidenstage: wandeling Pont ar Gorret

Laatste dag van onze Bretoense kruidenstage. Een lange wandeling gemaakt langs het fietspad van Pont ar Gorret richting gare Skrignac, zigzaggend langs een mooi pad naar boven richting Saint-Ambroise, voor we in het dorpje komen draaien we wel naar Kervallon.
Een kersenboom (Prunus avium) bezorgt ons nog smakelijke vruchten. Bij Kervallon duiken we het grote bos in, het uiterste deel van het fôret dominiale de Huelgoat, een gemengd loofbos met een onderbegroeiing van de overal aanwezige adelaarsvaren maar ook met heel wat bosbessen. We zijn ondertussen geklommen naar 190 meter hoogte en dalen naar het fietspad bij de oude molen van Libien. Vandaar kunnen we via het fietspad rechtstreeks terug naar Pont ar Gorret. We maken nog wel een zijsprongetje naar een nat gebiedje met veel engelwortel en tormentil, we ploeteren van het pad  af door een ongevaarlijk moerasje terug naar het fietspad en dan stevig doorstappend bereiken we snel weer Pont ar Gorret.



Over de zoete kers / Prunus avium
De naam Prúnus is mogelijk afgeleid van het Griekse prooïnos: vroegtijdig, het zou verwijzen naar het vroegtijdig rijp zijn van de vruchten. Volgens Dodonaeus 'Alle kersen maken de buik week en laten licht naar toilet gaan als ze voor ander eten gegeten worden maar ze geven geen of zeer weinig voedsel en zijn slecht voor de zieke en vochtige maag omdat ze gemakkelijk daarin bederven en vooral de kleine die dikwijls de oorzaak zijn van koortsen en van andere ziekten'.

Nu worden kersen en andere vruchten meer gezondheidswaarde toegeschreven dan in de tijd van Dodoens.
Antioxidant Support Cherries are a rich source of flavonoids, natural compounds that are most widely recognized for their potent antioxidant activity. In fact, anthocyanins flavonoids isolated from cherries have been shown to possess antioxidant capabilities superior to vitamin E. This powerful free radical scavenging capacity has broad ranging health implications for the immune, cardiovascular, and musculoskeletal systems. Additionally, cherries have also been shown to support the body's natural anti-inflammatory response.

Joint Support and Uric acid control By disarming free radicals, which can damage healthy cells, flavonoids contribute to the integrity of capillaries, collagen structures, eyes, joints, and arteries. Research has shown that anthyocyanins and cyanidin flavonoids present in cherry fruit can positively impact joint health. A recent study found that consumption of sweet cherries promotes optimal pH balance by maintaining healthy uric acid levels, revealing yet another way in which cherries contribute to joint health.

Cardiovascular Support One of the most exciting new findings regarding cherry fruit consumption is its potential support in the area of cardiovascular health. Researchers recently found that anthocyanins naturally present in sweet cherries support healthy insulin production in pancreatic cells. Cherry consumption may, therefore, help maintain healthy insulin and blood sugar levels that are already within the normal range.

Sleep Support A recent study, the first to reveal that melatonin can be naturally present in food sources, found that both sweet and tart cherries contain high levels of melatonin. While additional trials are needed to validate cherry fruit as an effective sleep enhancer, this study implies yet another potential health benefit of cherry consumption.

Kelley DS, Rasooly R, Jacob RA, Kader AA, Mackey BE. Consumption of Bing sweet cherries lowers circulating concentrations of inflammation markers in healthy men and women. J Nutr. 2006;136(4):981-6.
Jacob RA, Spinozzi GM, Simon VA, et al. Consumption of cherries lowers plasma urate in healthy women. J Nutr. 2003;133(6):1826-9.

woensdag, februari 06, 2013

Chapelle Saint Ambroise


Een woest weerdag. Koude wind, verwarde wolken en zon. Het gehucht Sainte Ambroise ligt op mijn weg naar mijn boodschappenstadje Huelgoat, in het terugkomen kijk ik steeds weer tegen het spitse torentje van chapelle Saint Ambroise aan. Ik was er nog nooit echt vlakbij geweest en nu met de mooie wolken en het licht van de lage zon, leek het mij het juiste moment om even het doodlopend straatje in te rijden en Saint Ambroise een bezoekje te brengen. Het kerkje is gesloten. Helaas zijn, ook in Bretagne, waar zelfs telefoonkabels gestolen worden, heilige plaatsen niet meer veilig. Maar ik moet ook niet binnen zijn, de plek buiten is nu heilig genoeg. De zon straalt als een super gouden monstrans, alsof god zelf de mis celebreert en de oude grillige perenbomen zijn de gelovigen en dansen samen met mij een heidens heilig ritueel.


.

En verder wat nuchtere historische info over de kapel. La chapelle construite au 17e siècle. Réseau de la baie du chevet remployé (16e siècle). Clocher probablement reconstruit au 19e siècle. chevet droit conserve un fenestrage du XVIème siècle remployé. On y voit plusieurs statues : celle de saint Ambroise, de la Vierge-mère, de saint Sylvestre et de saint Michel. « Le 14 septembre 1816, Nicolas Lamandé, cultivateur au village de Saint-Ambroise, restitua la chapelle sise dans un champ du même nom, à la fabrique de Loc-Maria. Dans la chapelle se voient les statues de Saint Ambroise et de Saint Sylvestre, Pape. En 1845, M. Le Moign, recteur, se plaint que, deux ans auparavant, on ait rétabli un pardon au dernier dimanche de l'année à Saint-Ambroise. " La chapelle, dit-il, contient à peine le tiers des paroissiens, et la saison ne permet pas qu'on reste au dehors entendre la messe ". Aussi songe-t-il à supprimer ce pardon, vu que, d'ailleurs, la procession se rend à cette chapelle le premier dimanche de la Fête-Dieu, et la messe y est chantée. Le même recteur ajoute que son prédécesseur est allé processionnellement, le second dimanche, à la mine et au Château de la Haye, habité par Mme de Pontavice. La chapelle de Saint-Ambroise est portée pour 2 livres sur le rôle des Décimes, en octobre 1788 » (Archives du diocèse de Quimper et de Léon) ;

zondag, februari 03, 2013

Een 'natuurlijke' dolmen

Grijs, miezerig, mistig weer. Het 'juiste' moment om door het veengebied van de Monts d"Arrée' te rijden. Wandelen zou nog beter zijn maar we willen nu bij Commana enkele dolmens bekijken, maar eerst moeten we ze natuurlijk vinden. Meestal worden menhirs en dolmens wel toeristisch aangeduid maar dat is niet altijd het geval. Er zijn hier ook zoveel rechtopstaande of op mekaar gestapelde stenen. En, niet aangeduid vind ik nog plezieriger, het geeft tenminste het gevoel dat je op ontdekkingstocht ben. Volgens de kaart moet er voorbij Commana richting La Garenne een soort dolmen zijn, en, hoera geen wegwijzer te vinden, dus wij ons een beetje oriënteren op de kaart en goed opletten of er grote stenen tussen de struiken liggen.
La Garenne
 Na nog even verkeerd gereden te zijn, komen we dan bij La Garenne. Vergis je niet, La Garenne is 3 romantisch vervallen huizen overwoekerd door bomen en struiken en ja, in de achtertuin van één van die huizen vinden we een rotsformatie prachtig begroeid met oude eiken en hulst. Het lijkt op een, door de eeuwen heen dichtgeslibde immense dolmen. Een prachtige plek maar het blijkt geen echte dolmen te zijn maar een natuurlijke rotsstapeling. Een 'echte' natuurlijke dolmen dus en dat vind ik wel heel bijzonder.

 Over La Garenne: La structure du hameau n'a que peu évolué depuis 1812. Les trois ou quatre exploitations agricoles qui le composaient ont été profondémment remaniées. Le logis 4 (17e siècle ?) possédait un escalier extérieur aujourd'hui disparu qui permettait de desservir les parties hautes abaissées. Logis 1 à avancée (17e siècle) agrandi au 19e siècle. Avancée du logis 2 (en ruine) datée 1838. Logis 3 reconstruit vers 1910 - 1920.http://fr.wikipedia.org/wiki/Commana

maandag, augustus 06, 2012

Even....

Moerasandoorn
Even fietsen in de schemering. Het fietspad op richting gare Skrignag, ja het fietspad is ooit een spoorweg geweest en ja we zijn in Bretagne, het land van magie en tongbrekende namen: Pont ar Gorret, Kervallon, Ty Jaffré, foret de Fréau en terug Pont ar Gorret, mijn fietsroute.
Onderweg de spekwortel gezien, een veld gewone engelwortel en gestopt bij een heerlijk verwilderde akker met veel jakobskruiskruid, peen, heelblaadje, moerasandoorn en wollige munt. Verdwaasd onder gedompeld in planten, in Bretoense wolkenluchten en met het burrelen van een ree in de verte, een moment van mogelijkheden. Even de eeuwigheid.




Gewone engelwortel is hier wel ongewoon veel en imposant aanwezig. Daar moeten we de volgende dagen wel wat mee doen. Maar gewoon genieten van de bloemschermen in de blauwe schemering, kan natuurlijk ook.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/angelica-archangelica-aartsengelwortel

Moerasandoorn staat hier echt mooi te zijn, zo mooi dat ik hem zelfs niet herkende. Niet echt een gebruiksplant toch lezen we in de Flora Batava dat 'de wortel is meelrijk en gekookt zijnde kan dezelve gegeten worden, gedroogd en tot meel bereid, kan men hiervan brood bakken'.
http://leeswerk.nl/florabatava/02/met_tekst/0106.htm

dinsdag, mei 01, 2012

Mandragora

Vorige week heb ik niet alleen mezelf maar ook een alruin en een wolfskers helemaal vanuit België naar Bretagne verhuisd. Vanmorgen hebben we ze dan op hun plekje in de tuin geplant. Afwachten wat daar van komt. Wolfskersplanten heb ik er in mijn leven al veel gezaaid en verplant en meestal groeien ze ook goed. Met de alruin Mandrogara officinarum heb ik minder geluk. Of zou hij bij mij niet willen zijn? Toch blijf ik het proberen, hier in het mythische Bretagne moeten magische planten toch vanzelf groeien. 

Mandragora officinarum, het mannetje, het pisdiefje is ongetwijfeld de beroemdste onder de magische planten. De geslachtsnaam is afgeleid van het Griekse woord mandra, wat 'stal’, 'kudde' of 'vee' betekent. Het verwijst mogelijk naar het feit dat de alruin giftig is voor dieren. Het woord alruin betekent 'alle runen'. Deze magische plant zou de deur openen naar de oude kennis van het runen lezen. Volgens een andere bron verwijst alruin naar Albruna, de naam van een zieneres. Lees verder op lhttp://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/40299-alruin-verhalen-over-het-pisdiefje.html

Over Mandragora uit Der Naturen Bloeme van Jacob van Maerlant. In Damme (bij Brugge) maakte Jacob,  "van Merlant" , tussen 1266 en 1270 de eerste natuurlijke historie in het Vlaams / Diets: Der Naturen Bloeme.

Mandragora, als Platearius kent,
es .i. cruud van Orient.
Cout eist ende droghe der toe.
Men vinter of hie ende soe;
die hie es gheblaet inder ghebare
alsoft .i. bete ware,
de soe alst waren louwre blade.
Apple draghen dese ghegade,
soete riekende alsmen weet,
dat men der erden apple heet.

Uut blade ende wortele sine
sijn nuttelic ter medicinen.
Die in heten suchten legt
ende te slapene niet ne plegt,
so salmen met mandraghen bladen
vrouen melc stampen ende begaden,
ende twitte van eye, dies ghelovet,
.i. plaester maken vort vorhoft
bedecter em dien slaep mede.

Die van groter hethede
sijn hovet swert legghe de blade ghewreven
an sinen slaep, et sals begheven.

Dus als hier bescreven staet
maecmen olie mandragoraet:
Die apple stampmen clene
ende mincse met olien ghemene,
dan sietment te samen heet
ende duet dor .i. cleet.
Dits olie mandragoraet
dar hoftswere bi vergaet.
Ende wel slapen doet mede,
ende es goet jeghen allen rede,
up datmen mede striken doe
vorhoft ende slaep der toe.
Men sal oec in goeden wine
.i. stic sieden die wortele sine,
ende ghevent hem drinken diet so staet
dat men hem die lede of slaet,
hi sal hem slapende so vergheten
dat hi der dinc niet sal weten.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/89242-mandragora-mythen-en-verhalen.html
http://wetenschap.infonu.nl/scheikunde/62634-alkaloiden-alruin-en-het-zenuwstelsel.html