Posts tonen met het label bosbingelkruid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bosbingelkruid. Alle posts tonen

woensdag, maart 06, 2024

Bosbingelkruid in de lente

Een zonnige dag in het zeer vroege voorjaar. Van de weg af wat dwalen in het hellingbos tussen Hastiere en Onhaye. Hellingbos nu vol met bloeiende wilde narcissen, indrukwekkend wel maar ik kruip wat verder in de helling onder hazelaars, tussen braamstruiken en vind onooglijke bosbingelkruiden. Nauwelijks uit de blote, koude grond gekropen willen ze toch al hun eerste groene bloembolletjes aan de buitenwereld tonen. Voor een bescheiden plantje heeft hij wel een majestueuze Latijnse naam. Mercurialis perennis! Mercurius is een figuur uit de Romeinse mythologie. Hij was de god van de handel, reizigers, dieven en.. van de winst.  
Zijn Nederlandse naam Bingelkruid komt van het woord "bongo" wat "knol" betekent. Dit vanwege de zaden (en niet de wortel) die als twee knolletjes paargewijs aan de zaaddoosjes hangen.

In de middeleeuwen was het bingelkruid bestanddeel van heksenzalven, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moesten bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzenkruid, wolfskers en Aconitum (Monnikskap).

Bijzonder is ook het kleurgedrag van bingelkruid. De inhoudsstof hermidine verandert, al naar gelang de verwerking, in een blauwe, rode of bruine kleurstof. Bij het plassen veroorzaakt het een roodverkleuring van de urine, maar de plantendelen zelf kleuren bij het drogen blauw. Wegens deze diepblauwe kleuring werd het bingelkruid eerder ook beschouwd als indigo. Door de eveneens bij het drogen optredende, licht onaangename geur kreeg bingelkruid in de Duitse volksmond de bijnaam "Stinkerich ".

Mercurialis gebruikt antroposofische preparaten
Het verse kruid van Mercurialis perennis, geoogst in maart tot april, wordt in de antroposofische preparaten gebruikt om hydroalcoholische extracten of waterig gefermenteerde extracten te verkrijgen. Tincturen (moedertincturen) maken deel uit van kant-en-klare preparaten die volgens de fabrikant uitwendig worden gebruikt bij brandwonden, ontstekingen, slecht genezende wonden (hier gebruik van Mercurialis, bijvoorbeeld als "trekzalf") of in de gynaecologie bij ontstoken tepels na het geven van borstvoeding.  Vooral de antroposofische geneeskunde maakt gebruik van Mercurialis-extracten om etterende, oppervlakkige, maar ook diepe ontstekingsprocessen (bijvoorbeeld scheuren, kloven, steenpuisten en eczeem) te behandelen.  Oogdruppels met Mercurialis worden gebruikt bij ontstoken, rode of droge ogen of conjunctivitis.  Zetpillen die waterige gefermenteerde extracten van de plant bevatten, worden gebruikt voor pijnlijke, oedemateuze en etterende anale fissuren, periproctitis en aambeienziekte.


maandag, februari 27, 2012

Bosplanten en bingelkruid


Achteraan in onze Bretoense tuin ontdekken we weer nieuwe planten, amandelwolfsmelk, dubbelloof en tongvaren. Niet verwonderlijk in dit schaduwrijk bosbiotoopje, ook enkele bolgewasjes zijn al aanwezig oa wilde narcis, bosanemoon en boshyacint. Andere schaduwminnende bol- en knolgewassen zouden we hier nog wel voorzichtig kunnen aanvullen. Wat muskuskruid, helmbloem, lelietje van dalen, aronskelk en salomonszegel horen hier wel thuis. In onze privé holle weg hopen we ook bedstro, maarts viooltje en stinkend nieskruid te ontmoeten. Misschien als we hard genoeg verlangen dat ze vanzelf wel komen.

Wat er ook al goed zichtbaar aanwezig is, zelfs al met enige, weliswaar weinig opvallende bloemen, is het bosbingelkruid. Zoals vele bosplanten kan ook deze Mercuriales perennis nogal woekeren, noem het maar een grondbedekker. Deze plant is niet echt bekend als geneeskrachtig of magisch kruid toch heeft hij een lange, verborgen geschiedenis van gebruik achter zich. In de oudheid hoorde bingelkruid onder Mercurius, de god van de genezing, en daaraan dankt het ook de geslachtsnaam Mercurialis. Ook de Noord-Germanen hadden veel waardering voor het bingelkruid en wijdden het aan de god Wodan / Odin.

In de middeleeuwen was het bingelkruid bestanddeel van sommige heksenzalven, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moesten bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzekruid, wolfskers en monnikskap.

Een verdere bijzonderheid van het bingelkruid is zijn kleurgedrag. De inhoudsstof hermidine verandert, al naar gelang de verwerking, in een blauwe, rode of bruine kleurstof. Bij de uitscheiding veroorzaakt het een roodverkleuring van de urine, maar de plantendelen zelf kleuren bij het drogen blauw. Wegens deze diepblauwe kleuring werd het bingelkruid eerder ook beschouwd als indigo. Door de eveneens bij het drogen optredende, licht onaangename geur kreeg bingelkruid in de volksmond de bijnaam "Stinkerich ".

In de tuin valt het weinig op met zijn groene bollige bloemetjes en... met zijn vertakkende wortelstokken kan het dus woekeren, al mag dat ook in een schaduwrijke bostuin en verder zijn er zijn genoeg andere bosplanten die er gezellig tegen op groeien. Daslook bijvoorbeeld. Grond bedekken en in grote groepen groeien is eigen aan bosplanten.

Over ecologie van het bosbingelkruid
Bosbingelkruid is een typische schaduwplant van kalkhoudende, matig vochtige bodem waarop het meestal dichte tapijten vormt. De plant komt op allerlei bodemtypes voor: zand, leem, klei en kalk (Mukerji 1936a). Wade et al. (1981) beschrijven dat mannelijke vorm van deze plant meer te vinden is op open plaatsen terwijl de vrouwelijke vorm op meer donkere plaatsen. Met zijn uitgebreide netwerk van uitlopers voorkomt Bosbingelkruid het afschuiven van de bodem op steile hellingen (Weeda et al. 1999). De plant groeit niet op plaatsen waar water stagneert omwille van de gevoeligheid voor het zich ophopende ijzer. Wel kan het in kleine groepen nabij stromend water – op beekoeverwallen en in bronbossen- groeien. Omdat Bosbingelkruid oppervlakkig wortelt en door horizontale uitbreiding aan nieuwe voedingsbronnen komt, kan het op ondiepe verweerde krijthellingen groeien. Op kapvlakten en langs resten van houtwallen handhaaft Bosbingelkruid zich beter dan veel andere schaduwplanten.
http://www.inbo.be/files/bibliotheek/88/175188.pdf