Posts tonen met het label hallucinogenen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label hallucinogenen. Alle posts tonen

vrijdag, december 16, 2016

Alkaloïden: materiële stoffen met een spiritueel karakter

Alkaloïdplanten en entheogenen: ratio en emotio

Brugmansia sp. / Trompetbloem
Alkaloïden zijn stikstofhoudende organische verbindingen met een basisch karakter. Ze oefenen sterke fysiologische werking uit op mens en dier. De meeste alkaloïden hebben als basisstructuur een aminozuur: lysine, ornithine,  fenylalanine of tryptofaan. De namen van de alkaloiden worden gewoonlijk afgeleid van de geslachts- of soortnaam van de plant, waaruit ze voor het eerst geïsoleerd zijn, b.v. nicotine uit Nicotiana, atropine uit Atropa e.d., of vaak ook naar hun farmacologische werking (morfine = morfeus, de god van de slaap).
Plantenfamilies die rijk zijn aan alkaloïden zijn vooral de Papaverachtigen (stinkende gouwe, slaapbol), de Nachtschade-familie (bilzenkruid, doornappel en wolfskers) en de ranonkelachtigen  (monnikskap, ridderspoor).

De technische, moeilijke en rationele definitie van alkaloïden staat in schrille tegenspraak met de sterke, emotionele en hallucinogene werking van deze stoffen op de menselijke geest. Alkaloïden en vooral de planten, waar die stoffen in aanwezig zijn, waren en zijn nog steeds sterk verbonden met de mens en zijn geschiedenis. Wij mensen hebben een onvermijdelijk haat-liefde verhouding met deze planten. Ze trekken ons aan en stoten ons af. Ze genezen of doden. Ze verruimen ons bewustzijn of maken ons gek.

De ratio.
Aromatische aminen: ephedrine, capsaicine, colchicine, cathine en mescaline
-Capsicum annuum – Spaanse peper (capsaicine): huidprikkelend (hyperaemie), reumapleisters
-Colchicum autumnale – Herfsttijloos (colchicine): bij jicht als pijnstiller
-Ephedra- Zeedruif (ephedrine): stimulans voor sympatisch zenuwstelsel (adrenergicum), bronchienverwijdend (astma), stimulans gladde spieren en hartspier.
-Catha edulis – Khat (cathine): sympathicusstimulans, euforiserend
-Trichocereus (mescaline)
-Lophophora – Peyotecactus (mescaline, verwant aan noradrenaline)

Purine-alcaloïden: nicotine, lobeline, cafeine, theofylline en theobromine
-Lobelia inflata – Lobeliakruid (lobeline): stimulans ademhaling, bij astma
-Coffea arabica – Koffie (cafeine): stimulerend op centraal zenuwstelsel, gaat vermoeidheid tegen, verbetert concentratie en reflexgevoeligheid. Diuretische werking.
-Camellia sinensis – Chinese thee (cafeine, theofylline): zoals koffie
-Ilex paraguaniensis – Maté (cafeine)
-Cola nitida – Kolanoot (cafeine)
-Paulinia cupana – Guarana (cafeine)
-Theobroma cacao – Cacao / chocolade (theobromine) : weinig centraalstimulerende werking, meer spierrelaxans en diureticum

Tropaan-alcaloïden : hyoscyamine (atropine), scopolamine,
-Atropa belladonna – Wolfskers (heksenkruid) (hyoscyamine, atropine): parasympaticolyticum, remmend vooral op klierafscheiding (speeksel, zweet-, maagsapsecretie) en remmend op samentrekking gladde spieren (maag,  darm en bronchien). Gaat ook braakneiging tegen en heeft een pupilverwijdend effekt (bella donna, mooie vrouw).
-Datura stramonium – Doornappel (heksenkruid) (hyoscyamine, scopolamine): zoals Atropa maar meer centraal kalmerend en minder perifeer werkzaam. In anti-astmasigaretten
-Brugmansia arborea – Engelentrompet: nauw verwant aan Doornappel
-Hyoscyamus niger – Bilzekruid (heksenkruid)
-Mandragora officinarum – Alruin: ritueelplant bij uitstek.
-Erythroxylum coca – Coca (bevatten ook andere alcaloiden zoals cocaine): inwendig kleine hoeveelheden centraal stimulerend, grotere hoeveelheden euforiserend en hallucinogeen. Uitwendig verdovend (vaatvernauwend en verlammend op de gevoelszenuwen)

Chinoline-alcaloïden: kinine
-Cinchona succirubra – Kinaboom (bast, kinine): bitterwerking, dus eetlustopwekkend sederend op centraal zenuwstelsel en daardoor ook al pijnstiller en koortsverlager in gebruik, maar vooral bekend als malariamiddel.

Isochinoline-alcaloïden: papaverine, hydrastine, berberine, morfine, chelidonine
-Papaver somniferum – Slaapbol (morfine, codeine): verdovend
-Hydrastis canadensis – Canadese geelwortel (hydrastine)
-Chelidonium majus – Stinkende gouwe (chelidonine): spasmolyticum
-Berberis vulgaris – Zuurbes (berberine)
-Sanguinaria canadensis (sanguinarine = acetylcholinerase remmer)

Indol-alcaloïden (indolring): indolalkylaminegroep (bufotenine, psilocybine), indolcarbolinegroep (harmine, reserpine, yohimbine), indol ergolinegroep (lysergzuur LSD) -Psilocibe species – Kaalkopjes / Teonanacatl (brood der goden) (psilocybine verwant aan hersenhormoon serotonine): hallucinerend
-Peganum harmala – Siberische wijnruit (harmaline)
-Passiflora incarnata – Passiebloem (harmane): sederend
-Banisteriopsis Caapi – Ayahuasca (harmine = bèta-carboline): hallucinogeen
-Rauwolfia serpentina – Rauwolfia (reserpine): centraal sedativum, bloeddrukverlagend
-Corynanthe yohimbine – Yohimbine: afrodisiacum
-Claviceps purpurea – Moederkoorn (lysergzuren, LSDachtig): adrenaline en serotonine antagonisten: bloedvatvernauwend, bloeddrukverlagend, uterussamentrekkend.
-Turbina corymbosa – Ololiuqui (LSD achtig)
-Ipomoea violacea – Dagbloem (lyserginezuuramide, serotonine achtig)

Steroïd-alcaloïden
-Veratrum species – Nieswortel (veratrine): sterk bloedvatverwijdend, verlammend op gevoelszenuwen zoals aconitine): bij neuralgïen. Zeer giftig 1 à 2 gr grondstof (10 à 30 gr alcaloïde) is dodelijk voor de mens.
-Schoenocaulon officinale – Sabadilla: parasiet (hoofdluis) dodend, maar kan via huid opgenomen worden
-Aconitum napellus – Monnikskap (aconitine): Zeer giftig 1 à 5 gr is dodelijk, prikkelt eerst, en verlamt daarna de sensibele zenuwuiteinden. Lethale dosis verlamt de ademhaling, waarna hartstilstand optreedt.

Lupinane- alcaloïden (lupinine, sparteïne) vooral in Vlinderbloemigen
-Cytisus scoparia – Brem (sparteïne): prikkelgeleiding hart, verwijding coronairen
-Laburnum anagyroïdes – Gouden regen: cytesine, giftig zoals nicotine, maar ook braakverwekkend.

Pyrrolizidine-alcaloïden (schadelijk voor de levercellen)
-Symphytum officinale – Smeerwortel
-Petasitis hybridus – Groot hoefblad
-Senecio species – Kruiskruid e.a.

Literatuur
-Farmacognosie en fytochemie van planteninhoudsstoffen. Univ Brussel -Farmacognosie Receptuur. Dr. Van Os. 1962 -Psychofarmaca. Hersenen onder invloed. Solomon H. Snijder. -Die Welt der Heilpflanzen. Hans Funke 1980 -Pharmaceutische Biologie.. Teuscher 1983 -Elseviers gids van giftige planten. De Cleene. -Tirion giftige plantengids. De Cleene

Emotio: Entheogenen /  Hallucinogenen / Planten der goden.


De meeste hallucinogenen bevatten alcaloïden, niet verwonderlijk omdat het juist alcaloïden zijn die werkzaam zijn op de hersenen en het zenuwstelsel. Chemisch gezien lijken die stoffen sterk op de neurotransmitters in het zenuwstelsel, boodschapperstoffen die zorgen voor de overdracht van informatie. Volkeren van overal ter wereld hebben die planten dan ook gebruikt om contact te leggen met de spirituele wereld en met de goden. Het waren dus de planten der goden.
Amanita muscaria –Vliegenzwam: Soma, heilig brood uit de RigVeda
Atropa belladonna – Wolfskers: bessen, blad en wortel met tropaanalcaloïden (atropine) Banisteriopsis caapi – Ayahuasca (Slingerplant van de ziel)
Brugmansia arborea – Engelentrompet: tropaanalcaloïden.
 Cannabis sativa  - Hennep / Marihuana: geen alcaloïden, maar cannabinoïden (THC), vooral in vrouwelijke bloeitoppen
Claviceps purpurea – Moederkoorn: indolalcaloïden (lyserginezuren LSD) bloedvatvernauwend
Datura stramonium – Doornappel, Toloache: tropaanalcaloïden, vooral hyoscyamine en scopolamine
Hyoscyamus niger – Bilzekruid (heksenkruid, zalf): tropaanalcaloïden
Ipomoea violacea – Dagbloem, Ololiuqui (klimplant van de slang): zaden met LSD achtige stoffen (indolalcaloïden), overeenkomst met serotonine. Lophophora williamsii – Peyote: cactusvlees met mescaline, overeenkomst met noradrenaline
Mandragora officinarum – Alruin: wortel, tropaanalcaloïden, de ritueelplant bij uitstek Psylocibe mexicana – Kaalkopje: hele paddestoel gebruiken
Salvia divinorum – Heilige salie: blad wordt gekauwd, niet giftig
Stropharia – Teonanacatle (vlees van de goden)
Tagetes lucida: niet giftig, weinig hallucinogeen, dragongeur Trichocereus – San Pedrocactus (mescaline): zoals Peyote

Literatuur 
Schultes en Hofmann. Over de planten der goden. Spectrum 1979-1983 Stafford Peter. Psychedelics Encyclopedia. 1978- 1992. Adelaars Arno. Alles over paddo’s. Prometheus 1997. Rutten A.M.G.  Ondergang in bedwelming. Erasmus 1997. Soulaire J.  Cactus et Médecine. Thiebaut  1947. Lemaire Ton.  Godenspijs of duivelsbrood. Ambo 1995. Davis Wade.  De Slang en de Regenboog. Contact 1986. Plotkin M.J.  In de leer bij de sjamanen. 1995. McKenna Terence.  Voedsel der Goden. Entheon 1992 – 1998. Tijdschrift Panforum.  Bres 1996, 1997, 1998 Ecodrugs. Over producten in smartshops. Drugcentum. Castaneda Carlos. De lessen van Don Juan. De Bezige Bij 1972. (reeks) Huxley Aldous. Hemel en Hel / De deuren der waarneming. Contact 1956 – 1973 Snijder S.  Psychfarmaca. Natuur&Techniek 1968

zondag, oktober 23, 2016

Peyote mijn vriend


Zoals gewoonlijk heb ik op de eerste lesdag van de nieuwe opleiding enkele voor mij vertrouwde planten bij. Natuurlijk om er info over te verstrekken maar ook bedoeld om voor mezelf een vertrouwde omgeving te creëren. Mijn levende amuletten. En mijn relikwie bij uitstek is de meer dan 40 jaar oude rituele cactus Peyote. Ooit als jonge man gekocht op de bloemenmarkt in Amsterdam.

Deze beroemde peyote-cactus (Lophophora williamsii) is de eerste hallucinogene plant die door de Europeanen in Amerika werd ontdekt. Hij wordt vooral in verband gebracht met de Huichol-Indianen uit de Sierra Madre in Mexico, al wordt hij ook gebruikt door de Tarahumara-Indianen, de Noordamerikaanse Kiowa's en Comanches en de in recenter tijden gevestigde Native American Church. De cactus groeit vooral in het Noorden van Mexico en in het Zuiden van Texas. De geslachtsnaam Lophophora betekent "borstelig begroeid, borstel dragend", wat verwijst naar de  wollige pluizenbundels die op elke knobbel van de bol zitten. Deze pluisjes beschermen de groeiende bloemknoppen en de kleine zaadjes.

Deze psychedelische cactus is natuurlijk bekend om zijn ritueel gebruik toch is hij ook als woestijnplant bijzonder. Om te overleven trekt hij zich namelijk in de winter in de grond terug voor een soort winterslaap. Zo beschermt hij zich tegen de koude, uitdrogende winden. Als in de herfst de droogtetijd begint, dan schrompelt de plant van boven zo sterk in elkaar, dat deze vaak de helft van zijn normale volume verliest. Vastgehouden door de sterke ondergrondse wortel wordt het bovengrondse deel door de verschrompeling onder de grond getrokken. Al gauw blaast de wind er zand en stof overheen en heeft de plant zijn winterkwartier betrokken. In de lente zuigt het rimpelige plantaardige lichaam snel al het nu weer voorhanden zijnde water op, zwelt binnen een paar dagen op tot zijn vroegere omvang, groeit nu rustig verder in licht en warmte en staat spoedig in bloei.

De eerste gedetailleerde beschrijving van de cactus werd gegeven door Francisco Hernandez, arts van koning Filips de Tweede van Spanje, die een studie van de geneeskunde van de Azteken had gemaakt. Hij schrijft: De wortel is bijna middelgroot, ontwikkelt geen takken of bladeren boven de grond, maar vertoont een bepaalde wolligheid, waardoor hij niet goed door mij kon worden afgebeeld. Zowel mannen als vrouwen schijnen erdoor te worden geschaad. Hij blijkt vrij zoet van smaak en matig pikant. Fijngemalen en aangebracht op pijnlijke gewrichten schijnt hij verlichting te geven. Wonderbaarlijke eigenschappen worden aan deze wortel toegeschreven, als tenminste geloof kan worden gehecht aan wat hierover in het algemeen door de Azteken wordt gezegd. Hij stelt degenen die hem verorberen in staat in de toekomst te zien en zaken te voorspellen.

Peyote is een hallucinogene cactus die een grote verscheidenheid aan effecten veroorzaakt. Zijn belangrijkste alkaloïde bestanddeel is mescaline, maar hij bevat ook rond de dertig andere psychoactieve stoffen. Gebruikers kunnen helder gekleurde beelden ervaren, flikkerende aura's rondom objecten, gevoelens van gewichtloosheid en ook ongebruikelijke gehoor- en gevoelsensaties.
Chemisch gezien berust de werking waarschijnlijk op de beïnvloeding van de biogene
aminenstofwisseling. De neurotransmitters die de prikkels in het zenuwstelsel moeten overbrengen worden verstoord, waardoor de werkelijkheid anders wordt waargenomen. Natuurlijk is dat een nuchtere, materiële en mogelijk ook té nuchtere kijk op deze en andere heilige planten. Door deze planten als chemische drugs te bekijken en te gebruiken en weg te halen uit  hun spirituele en rituele context verliezen ze hun positieve en bewustzijnsveruimende werking.

maandag, juni 09, 2014

Over een boek: ondergang in bedwelming

Interessante informatie over geneeskrachtige planten vind je niet alleen in klassieke kruidenboeken maar ook in geschiedkundige literatuur zoals in de boeken van Rutten. 

Ondergang en bedwelming. Dit boek vormt een indringend verhaal over het gebruik van drugs en giftige planten in het West-Romeinse Rijk. De interesse voor de medisch-farmaceutische geschiedenis van het West-Romeinse Rijk is sterk toegenomen, niet het minst door de uitstekende vertalingen van werken uit de Oudheid, die in de afgelopen jaren op de boekenmarkt zijn verschenen. Opvallend is daarbij dat informatie over traditionele geneeswijzen, magie en riten en het gebruik van sedatieve, stimulerende of hallucinogene plantaardige middelen zo mager gezaaid is. Met de inventarisatie in die boek hoopt de auteur althans een deel van het hiaat te hebben opgevuld. Het valt op dat giftige en bedwelmende middelen onder de dekmantel van op het oog onschuldige kruiden, wortels en zaden hun weg vonden naar de gebruiker.

De auteur, apotheker en farmacie-historicus, heeft een studie gemaakt van het gebruik van drugs en gifstoffen in het Romeinse rijk. Zijn boek geeft een beeld van een aan bedwelmende middelen verslaafde aristocratie en van wijdverbreide onvruchtbaarheid door jarenlang gebruik van hallucinogene middelen. De auteur verklaart zelfs de val van het West-Romeinse rijk als veroorzaakt door het gebruik van drugs en vergiften. Hier toont zich dan ook meteen de zwakte van het boek: de auteur is ongetwijfeld goed op de hoogte van de beschreven middelen, maar hij benadert de antieke bronnen (die hij in vertaling heeft geraadpleegd) onkritisch en met een te geringe kennis van de Romeinse samenleving. Daardoor ziet hij overal vergiften, ook waar de interpretatie van de bronnen dit niet toelaat, en volgt hij klakkeloos roddels uit onbetrouwbare bronnen. Bijgevolg biedt zijn boek een overtrokken en onjuist beeld van de Romeinse samenleving, maar voor herboristen boeiende literatuur over het gebruik van planten.

Een kort citaat: Een flinke hoeveelheid saffraan in wijn getrokken werd door Plinius aangeduid als bruikbaar narcoticum en later geeft Dodonaeus aan dat het de mensen zo blij maakt dat ze zich te barsten lachen en geheel van de kaart raken.

Auteur A.M.G. Rutten
ISBN10 905235118X
ISBN13 9789052351186