vrijdag, april 30, 2010

Het kerkhof van Bellegarde





Tussen de tuinwerkzaamheden door, wandel ik, vooral 's avonds nog wel eens naar het kerkhof van Bellegarde. 

Naar ons kerkhof wou ik zeggen, maar dat doodgaan wil ik nog wel even uitstellen al is het dan de mooiste plaats van het dorp. Het uitzicht is zonder meer mooi, maar vooral ook mysterieus en de vervallen grafstenen ondersteunen dat magisch gevoel. 

Het contrast van wilde natuur (toortsen, sleutelbloemen, blauwe druifjes, orchideeën) met de eeuwig bloeiende plastic chrysanten en rozen, het contrast van de 'verse' doden met de bijna 100 jaar geleden begraven 'oude' doden, de enge kerkhofruimte in het eindeloze landschap.

Contrasten raken mijn ziel, alsof ik zelf al een beetje eindeloos dood ben.

donderdag, april 29, 2010

Jubelende platanen in Die


Marianne de France lijkt te jubelen over de nieuwe lente in de pas bladvormende platanen. Dit is het stadje Die in april, het autoblik op de parking onder de platanen heb ik wijselijk weg gekadreerd. Marianne de France en geknotte platanen op een plein, Franser kan het zeker niet zijn.

Plataan in de laan | Dier en natuur: Bloemen en planten
kruidwis voor kruidenstages

woensdag, april 28, 2010

Jardin de Simples

De eerste vakantie-werkdag in mijn Jardin de Simples in ons Franse dorp Bellegarde en Diois. Het is 7 maand geleden dat ik hier voor het laatst was. De spiraalvorm van de tuin is nu niet meer herkenbaar want de spiraalpaadjes zijn vol gegroeid met akkerereprijs, vijfvingerkruid, paardenbloem en ruw parelzaad. Dat zijn hier nu mijn 'onkruiden' die van het pad af moeten. Nu ja onkruiden, het ruw parelzaad staat wel op de Nederlandse rode lijst van zeer zeldzame planten. Dat hakken moet, maar zonder pardon, lukt dat mij niet, vooral ook omdat tussen al dat groen zich ook bijzondere verfstofplanten durven uitzaaien. Wede en vooral wouw heeft daar een handje van weg en och arme ze zijn zo teer, één hak en het tere piepkleine gerimpelde rozet is verdwenen. Dus stevig doorwerken en toch alert blijven, is de boodschap.

Het is, ondanks een pijnlijke rug en groeiende blaren op de handen, toch altijd weer een genoegen al die nijvere zaailingen en uitschietende vaste planten na 7 maanden opnieuw te ontdekken. Als zijn er ook altijd weer planten die de strijd om het bestaan opgeven, deze keer hebben de meeste rozemarijnstruikjes het begeven. Niet verwonderlijk na deze winter, het is hier wel het Zuiden maar ook 850 meter hoog, het vriest hier dan ook harder dan in België.

Dat tuinwerk doe ik voor mezelf, voor de planten en ook wel een beetje voor onze kruidenstages, die de 2de week van Mei en de 2de week van juli hier in Bellegarde doorgaan. Liefhebbers die zo'n kruidenvakantie willen meemaken, het kan nog steeds, zelfs in Mei.

In de natuur kunnen we nu volop genieten van verschillende soorten Sleutelbloemen, het Leverbloempje, bloeiende Wede, en straks van de vele wilde orchideeën en zelfs van de mythische Pioenroos.

Kruidenvakanties (Kruidwis)

dinsdag, april 27, 2010

Verwachtend

Ik ben in mijn Hymermotorhome al 6 dagen onderweg en dan schrijf ik 'savonds wel wat. Alleen, niet rechtstreeks op mijn blog, want internet is voor mij onderweg nauwelijks bereikbaar. Natuurlijk probeer ik hier of daar wel wat af te tappen. Al is, rijden, een slaapplaats zoeken en nog een plaatselijke wereldwijde aansluiting vinden, iets te veel van het goede. Dus nu aangekomen in Bellegarde en Diois, en dus huis, tuin, buren, bekenden en internet even bezoeken.

Het is volle maan boven het kerkhof van Bellegarde, de oude kersenboom bloeit, onze linde voor de deur heeft op ons gewacht om blad te vormen, de vele Wedeplanten om het huis en in de tuin staan mooi in knop en verder is er veel verwachtend voorjaar. De verhalen van de voorbije dagen zijn voor de volgende dagen.

zaterdag, april 24, 2010

Frankrijk: op weg tussen Givet en Paladru





We rijden door een voorjaarslandschap en worden jubelend begeleid door frisse wilgenblaadjes, bruine kleverige en geurige populierknoppen, gele paardenbloemweilanden en scherpe pinksterbloemen. De motorhomist is nog steeds herborist.

Langs de Maasvallei naar Frankrijk (Givet, Revin..) maar uiteindelijk brengen we de nacht door in Nismes. Het plantenparadijsje in de Viroinval. Op een voor ons bekende plaats met heel veel planten in de rotsen rondom ons, alleen gaan we ze vanavond niet echt allemaal bezoeken. Ik wandel wel in de schemering via de ruine van de oude kerk naar boven, een klein stukje GR met een mooi zicht over Nismes. De voorjaarsflora die we onderweg al volop zagen, is hier ook aanwezig. Witbloeiende bosanemonen, nog wat bloeiend speenkruid, stinkende gouwe, pinksterbloem nu op zijn best, maar er is hier veel meer bijzondere kalkflora op de tiennes, wilde tijm, gamander, zonneroosjes en orchideeën. Merkwaardig is de ressurgence, de plaats waar L'eau noire uit de rotsen te voorschijn komt en direct een stroom van enkele meters breed vormt. Spijtig genoeg is deze plek wel volgebouwd met wat onduidelijke huizen en twee garageboxen. Het blijft moeilijk te begrijpen waarom zulke mooie plekken verpest worden met lelijke bouwsels.

Zaterdag 24 april Franse Ardennen
Afspraken in Le Hardoye en Besmont, op huizenbezoek in de Franse Ardennen. We slapen onder de kerktoren van Liart, niet direct een aanrader maar we moesten in de buurt zijn en kerkpleintjes zijn meestal vlakke, niet onaardige plaatsen om te overnachten. Alleen de plaatselijke jeugd met hun rituelen en de klokken van Rome met andere rituelen verstoren soms de rust. In dit geval hadden de plaatselijke inwoners een feestje in het zaaltje vlakbij en dat duurde tot zowat 4.15 in de ochtend. Dus...

Zondag 25 april dus
We picknicken net voor Arcy en Aube. In Arcy stoppen we regelmatig bij de Aube, een mooi plekje waar de gemeente vorig jaar zelfs een soort akkerkruidenberm had ingezaaid, het stond er toen vol met korenbloemen, klaprozen en bolderik. Nu reden we er zomaar voorbij, het was ook kermis en markt, dat kan wel prettig zijn, maar het was nu het moment niet om halt te houden

We rijden voorbij Signy, Rethel, Pauvres, Suippes om maar enkele curieuze namen te noemen. Interessanter word het voorbij Troyes, we nemen de D444 en willen als eindpunt voor vandaag Avallon bereiken. Rijden eerst door het woud van Amont, stoppen even, fotograferen gewoon paardenbloemen en ook kleine maagdepalm (moet ik dat hier in het Fôret d'Amont komen doen?) Enkele merkwaardige gebeeldhouwde stenen bewaken de ingang van het bos. Het dorpje verder is Chaource, het ziet er hier properder en mooier uit dan in de Franse Ardennen van de vorige dagen, geen voorraad vervallen landbouwmachines op het erf, geen chaos van bidonvilleachtige bouwsels, en zelfs een deftig loosplek voor motorhomes, aardig dorpje om ooit nog eens langs te komen. Mogelijk heeft het te maken met ietsje meer rijkdom, we naderen de Bourgognestreek. De volgende dorpjes oa Cussangy en Vallièrest zijn samengesteld uit boerderijtjes met een binnenkoer, die dwars langs de weg staan. De voordeur hangt dus op de binnenkoer. Het doet me wat denken aan mijn geboortedorp Hoegaarden. Leuk en ook wat jeugdsentiment.


Avond in Avallon. Prachtig geparkeerd onder de ontluikende lindebomen, alhoewel er ook nu weer op 'onze' slaapplaats, veel beweging van plaatselijke jongeren is. In principe boeiend om dit hanengedrag te bestuderen. Het aan en afrijden van auto's en brommers, het draaien en keren, het roepen en giechelen, het hoe dan ook met eigen mogelijkheden willen opvallen. In principe boeiend, als ze het maar niet te laat maken. En deze keer lijken ze net als ik met de kippen op stok te gaan. Voor mij was het na de vorige slapeloze nacht wel hard nodig.

Maandag 26 april Avallon
Ochtend in Avallon. De papiertjes, lege blikjes en colaflessen van de hangjongeren worden geduldig en handig door de Avallonse gemeentewerker met zijn mechanische arm opgeruimd. Wij duiken van uit Avallon met de motorhome even de Morvan in. Eerst een stukje vallei van Cousin, op zijn Ardeens hier, beekjes, nauwe valleitjes veel groen van ontluikende loofbomen en onderbegroeiing van daslook en grootbloemige muur al in bloei.... Op het plateau van de Morvan een grillig en toch gestructureerd heggenlandschap. We passeren Quarré de Bois en dan toch weer langs snellere wegen want willen nog steeds naar het Zuiden.
Op de middag picknicken we voorbij Tournus op de Aire du Bois Noir. Zoals gewoonlijk wil ik ook altijd de directe omgeving verkennen, ten minste wat plantengroei betreft. Natuurlijk staan hier ook de geijkte paardenbloemen te bloeien, maar tot mijn blijde verrassing vind ik hier in dit bosbiotoopje, weliswaar tussen de stront van de toeristen, zomaar de zeldzame Eenbes en nieuwe scheuten van de Spekwortel. Ik red enkele exemplaren van een gewisse strontdood. De plantjes moeten wel nog een dag en een nacht in den donkerte van een camperkoffer overnachten, maar dat moeten ze er maar voor over hebben om gered te worden. En ik weet ondertussen uit ervaring, dat ze morgen weer vrolijk en gezond te voorschijn zullen komen.

Lac de Paladru
Maar we moeten verder. In plaats van langs Valence, draaien we linksaf naar Grenoble en stranden uiteindelijk weer bij een vroegere slaapplaats aan het meer van Paladru. We verkennen de boorden van het meer en vinden zo een rustige plek bij de monding van een beek.
In dit seizoen is het idyllisch rustig hier. Het dorp op de punt van het meer noemt Charavinnes, niet echt een mooi dorp, wel wat chaletachtige bergbouwstijl, veel nog gesloten restaurants en cafés. Een groot Syndicat d'Initiative, voor de zomer zeker. Een kerk in baksteen en gedeeltelijk in ronde keien. Een kwaaie zwaan en 4 verdwaalde eendenjongen dobberend op het koude water. Zonsondergang over het meer en dan een bijna volle maan.

Info over Avallon en andere dorpen

  • Avallon, gelegen op een granieten rots, boven de vallei van Cousin en aan de poort van de Morvan, is een gemeente in het Franse departement Yonne. De gemeente telt zowat 8000 inwoners, die Avallonnais worden genoemd. In het stadje, geheel omgeven door wallen, bevinden zich verschillende historische gebouwen, waaronder de kloosterkerk van Saint Lazare, daterend uit het midden van de 12de eeuw, la tour de l'horloge.
  • Cussangy is een gemeente in de Champagne-Ardennenstreek en telt 200 inwoners. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Troyes.
  • Chaource is een gemeente in de Champagne-Ardennen, heeft1100 inwoners. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Troyes. Het dorp is enigszins bekend voor zijn kaas. De Chaourcekaas zou van origine een kloosterkaas zijn, afkomstig uit de cisterciënzer abdij van Pontigny, waarvan de monniken de kaasmakerij naar de boeren brachten. Er is ook een grote golfbaan la Cordelière met een oppervlakte van 50 hectaren aan de rand van het forêt d'Aumont.

Info Tamus communis / Spekwortel
Vaste klimplant, waarvan de wortel in Frankrijk gebruikt werd bij kneuzingen, o.a. als kompres tegen een 'blauw' oog. Vandaar zijn merkwaardige Franse naam Herbe aux femmes battus. L’herbe aux femmes battues est sans aucun doute le surnom le plus approprié du tamier puisque la première propriété thérapeutique du tamier fait disparaitre les bleus consécutifs aux coups, les contusions et autres ecchymoses. Pour cela, il convient de frotter le rhizome sur la zone meurtrie ou d’appliquer un cataplasme de racine cuite. D’ailleurs, bien des guérisseurs combattent les rhumatismes et la goutte grâce à des préparations et onguents à base de tamier (mélange de racine cuite avec du saindoux).
Des études ont confirmé les vertus anti-inflammatoires et analgésiques de l’extrait alcoolique de tamier. Dans le Sud-Ouest de la France, on mange les jeunes pousses de tamier comme des « asperges sauvages » qu’on appelle respounchous. Ce sont les seules parties de la plante qui ne soient pas toxiques. La cuisson fait disparaitre l’amertume très marquée.

dinsdag, april 20, 2010

Verdronken Zwarte Polder


Ik werd vanmorgen gebeld vanuit het verre Nederland met de vraag of ik in de namiddag kon meewerken aan filmopnames in Zeeland over het gebruik van eetbare wilde planten. Ik ben deze namiddag vrij en dus hals over kop naar Slijkplaat, een god vergeten plaatsje ergens bij Breskens maar wel naar een bekend sterrenstaurant De Kromme Watergang.

Met de filmploeg rijden we naar zee, ondertussen de bermen afspiedend naar eetbaar groen. Alsof we een bende armoezaaiers zijn. De regisseur, met verstand van wild voedsel zocht sleedoorn, groot hoefblad, zevenblad, hondsdraf, maar we reden eerst naar de romantische 'verdronken Zwarte Polder' , waar we wolken, branding en schorren fotografeerden en filmden. We zagen ook hoe de ijverige, Nederlandse bulldozers dijken aanlegden en nieuwe natuur creëerden. Ja, dat doen ze graag die Ollanders, de natuur plannen, controleren, reguleren, maar ja liever dat dan de natuur vernietigen.

In de duinen vinden we natuurlijk de eetbare duindoorn, sleedoorn en rimpelroos, maar nu in het voorjaar hebben we meer belangstelling voor het jonge, frisse voorjaarsgroen. In de luwte van de duindoorn vinden we volop de ronde, vlezige blaadjes van Winterpostelein, we wachten nog even op de chef-kok om die blaadjes, de chef-kok en zijn dochtertje en de herborist te filmen. Zelf was ik gelukkig met de ontdekking van enkele nog wat zielige hertshoornweegbreetjes, echt eetbaar groen.
Maar in de duinen en schorren moeten we natuurlijk ook Zeekraal, Lamsoor en Zulte zoeken, de zoute eetbare planten bij uitstek.
Op de dijk schooien we nog een beetje bieslook, zuring, duizendblad en hondsdraf bij mekaar. We vinden ook de ronde blaadjes van Klein kaasjeskruid. Filmen onderweg nog groot hoefbladbloemen en na lang rondrijden ook een mooie plek met Zevenblad. Wel de eerste keer in mijn leven dat we met 2 auto's en een hele filmploeg zoveel moeite doen om zo'n woekerend onkruid te filmen.

Na het knabbelen op al dat wild groen, komt de apotheose toch in het restaurant waar we zelfs een streepje Ridderzuringsaus bij onze vis geserveerd krijgen. 

De Verdronken Zwarte Polder heeft een gevarieerde plantengroei. In 1992 werden bij een onderzoek 228 plantensoorten vastgesteld. Naast de bekende schorplanten als lamsoor, zulte en zeekraal is er een keur aan zeldzaamheden te vinden. Gesteelde zoutmelde en laksteeltje zijn wel de bekendste.

Lamsoor / Zulte  als groente
400 gr lamsoren
40 gr sjalot fijn gesnipperd
30 gr roomboter
lamsoren goed wassen en nazien op ongerechtigheden (stokjes, zeewier en alg) sjalot licht fruiten in de boter, niet kleuren !! Lamsoren toevoegen en roerbakken tot ze gaan glanzen. Geen kruiden of specerijen toevoegen. Lamsoren moet je puur natuur eten.
Er is wel enige verwarring over naamgeving. De Lamsoor die we meestal als groente eten is niet de echte Lamsoor, Limonium vulgare maar Aster tripolium, Zeeaster of Zeespinazie

maandag, april 12, 2010

Verleiding van het voorjaar

Ik mag nu niet te veel nieuwe planten aanschaffen, want volgende week verhuizen we weer voor een maand naar ons Franse huis. Toch kan ik niet altijd aan de verleiding weerstaan. Zo vond ik mooie Steviaplanten voor een prijsje bij Intratuin Olen. De plant is wel weer omgedoopt tot Honingkruid, wat natuurlijk heel wat beter klinkt dan suikerplantje.

Verder hadden ze hier bij de vaste planten zomaar een andere, geelbloeiende Zonnehoed, Echinacea paradoxa, die ik alleen al voor de naam zou aanschaffen. Hij werd net zoals de Echinacea purpurea door de Amerikaanse Indianen als wondgenezend en ontsmettend middel gebruikt. Te proberen in mijn gele medicinale border.
Uit enkele onderzoeken blijkt ook dat deze gele Zonnehoed en andere cultivars, zoals Magnus en White Swann dezelfde geneeskrachtige stoffen bevat als de botanische soort Echinacea purpurea, weliswaar in wisselende hoeveelheden.

Caffeoyl phenols and alkamides of cultivated Echinacea purpurea and Echinacea atrorubens var. paradoxa; Pharmaceutical Biology - 47(9):Pages 835-840

maandag, april 05, 2010

Berkensap en hoestsiroop

Paasweekend, zomaar 3 dagen les geven in Natoye. Intensief! Zowat 14 uur per dag samen met de mensen. een heel bijzondere, vermoeiende, kruidige, bijna unieke ervaring. Kruiden voor de luchtwegen, siropen maken van de verse planten die we in de natte natuur van Natoye vinden. Voor salie of tijmsiroop is het nog te koud en te vroeg, dus plukken we gewoon weegbree. Nu ja gewoon, laten we onze ordinaire onkruiden niet onderschatten.

We wandelen naar een naburig bos, hoge naaldbomen bij de ingang van het bos herken ik niet zo direct, maar de frisse geur van afgewaaide takken roepen herinneringen op aan een kruidenstage in de Ardeche. De geur van......Douglasspar! En dus maken we hoestsiroop van deze Douglas. Maar eerst zoeken we verder in het bos naar berken, want we willen zeker ook berkensap tappen. Uiteindelijk vinden we deze Betula's wel, maar hoe moeten we aan de hoge af te tappen takken geraken. Enkele, gedeeltelijk ontwortelde bomen helpen ons een handje, en ook de jonge nieuwe scheuten blijken redelijk wat sap af te scheiden. We hangen een vijftal flessen aan de bomen en hopen dat die morgen gevuld zullen zijn.

De onderbegroeiing in dit vochtige bos is ook de moeite waard. Nog net niet bloeiende pinksterbloem het is ook nog maar Pasen, gele dovenetel, speenkruid......

Betula species (Kruidwis)
Lentekruiden: Speenkruid, Sleutelbloem en Maarts viooltje | Dier en natuur: Natuur

maandag, maart 29, 2010

Lente bij Intratuin


In een tuincentrum is het altijd wat vroeger lente dan in de natuur. Erg vind ik dat niet, zo kan ik twee keer de lente beleven. Het voorbije weekend heb ik als herborist twee dagen de bezoekers- plantenliefhebbers, informatie mogen verstrekken. Rozemarijn was wel de succesplant. De voorbije winter zijn er natuurlijk veel oude en jonge rozemarijnstruikjes bevroren, maar de mensen geven het blijkbaar niet op en dus worden massaal nieuwe, liefst al wat grotere exemplaren aangeschaft. Vooral de kruipende, hangende soort Rosmarinus 'prostratus' wordt steeds populairder en ze staan ook mooi in grote potten, die in de winter natuurlijk weer vrolijk kunnen kapot vriezen. Maar niet zeuren, het wordt nu toch weer lente.

Rozemarijn, zijn geschiedenis | Kunst en cultuur: Biografie

donderdag, maart 18, 2010

Lente in de knop

Als de lente dan toch wil beginnen, dan is het zeker wel vandaag. Het nuchtere weerbericht zegt 'een goed voelbare zuidelijke wind voert droge en zeer zachte lucht aan......' en mensen blijken dat toch nog te kunnen voelen. Iedereen lijkt te herademen, alsof men toch enige twijfel had of het er nog ooit zou van komen. Zijn het dan toch de contrasten, de extremen die ons een gevoel van leven geven?

De knoppen van bomen hou ik, zoals je weet, al enkele weken met mijn leesbril op in de gaten. Vandaag kan ik ze eindelijk zonder bril bekijken, ze zwellen zo snel, dus zal het dit weekend een beetje pluktijd worden. Het komt me wel zeer goed uit, want net nu is het 3de herboristenweekend gepland en dus kunnen we optimaal gemmomiddeltjes maken. De levenskracht van boomknoppen in een flesje stoppen, al-chemie op zijn best. Al kan geen enkel drankje in een flesje het 'vers' en levend buiten staan, verslaan.

Te plukken: geurige populier, aromatische zwarte bes, knokige eik, plakkerige paardekastanje

maandag, maart 15, 2010

Blik van licht, blik van een herborist


In Damme is het alsof het beeld met de veel koppen gefascineerd naar de geknotte lindebomen kijkt. Blik van licht noemt het beeld van Delporte, blik van de herborist, denk ik zelf. Boeiend maar ook beangstigend hoe elke mens zijn eigen blik op de wereld heeft. Mijn blik van een herborist, ziet in Damme, de gezwollen, glimmende bladknoppen van de linden, klaar om geoogst te worden, maar gelukkig is er ook de blik van de natuurmens in mij, die de lente, ondanks de ijzige wind, langzaam maar zeker ziet aankomen.


Een andere blik ziet de beduimelde boeken in de vele boekwinkels en de gedichten over de vriezeganzen; de blik van de cultuurmens.

Oogsten doe ik vandaag vooral met mijn ogen: boeken, boomknoppen, beduimelde boek-houders. Het oogsten van populier- en lindeknoppen zal voor morgen zijn.
O! Even tussen haakjes, de lindeknoppen getrokken in een mengsel van alcohol, glycerine en water, is het betere sedativum uit de gemmotherapie.

http://sites.google.com/site/kruidwis/gemmotherapie

zaterdag, maart 13, 2010

Nigerseed

Alle planten van de wereld leren kennen, daar zal ik wel 24 levens voor nodig hebben. Zo werd ik gisteren op een cursusje van mij weer geconfronteerd met het 'Negerzaad'. Een woord dat ik zelf met moeite durf uitspreken, bang om als racist gebrandmerkt te worden en een plant dus die ik helemaal niet kende. Gelukkig is er dan internet of nog plezanter wat oude apotekersboeken in mijn bibliotheek die dat 'niet weten' kunnen oplossen.

Negerzaad is de letterlijke vertaling van Nigerseed en de officiële naam is Guizotia oleifera DC. of Guizotia
abyssinica (L. f.) Cass. Het zaad is, niet zomaar, een alternatief onbekend product, maar een veel gecultiveerd zaad dat bij ons als vogelvoer verkocht wordt. De zaden zijn zeer rijk aan vette olie, wat natuurlijk bij alle zaden het geval is, en wordt dan ook gebruikt als olie voor menselijke consumptie. Het is inheems in de Ethiopische hooglanden en wordt in Nepal zelfs boven de 2500 meter hoogte gekweekt.

In sommige Afrikaanse landen is de olie ook als anti-inflammatoir reumamiddel en tegen brandwonden in
gebruik. Mogelijk wat te vergelijken met onze lijnzaadolie, zowel wat samenstelling als wat werking betreft.

Andere namen
Polymnia abyssinica L.f., (1781), Verbesina sativa Roxb. (1807), Polymnia frondosa Bruce (1813), Parthenium luteum Spr. (1818), Heliopsis platyglossa Cass. (1822), Jaegeria abyssinica Spr. (1826), Ramtilla oleifera DC. (1834), Guizotia oleifera DC. (1836), Veslingia scabra Vis. (1840)

niger, niger seed, guizotia oléifere, gingellikraut, nug, noug, neuk, sorguja, sarguza, alashi, verrinuvvulu, payellu, hechellu, karale, ramtil

maandag, maart 08, 2010

Herboristen Opleiding in de Ardennen

Het tweede weekend van de opleiding in Natoye is net voorbij. Lekker koud was het wel, dus konden we ook gezellig samen rond de houtkachel kruipen. Het was de bedoeling dat we ook wat knoppen zouden plukken om gemmo-middelen te maken. Dat is ook gelukt al waren de knoppen, door de koude winter en het koude weekend, nog niet echt zwaar opgezwollen. We plukten de eerste dag onder andere wat stevige eikenknoppen en mini-meidoornknopjes. De aromatische populierknoppen konden we vreemd genoeg niet vinden, gelukkig waren die de volgende dag in de vallei bij de beek volop voorradig. Een geduldwerkje is het wel om al die kleine, maar wel sterk geneeskrachtige dingetjes te oogsten. We maken er een soort tinctuur van, de zogenoemde glycerine-maceraten, de knoppen worden in een mengsel van alcohol, glycerine en water gelegd en moeten dan enkele weken trekken.

Op zondag sloten we af met een kleine wandeling bij het klimmassief van Durnal. Niet in de rotsen maar met neus en vingers op de begane koude grond. Het is een puzzel-hobby van mij om de bijna vergane plantenresten van vorig jaar te herkennen. Sint janskruid, of tenminste de hypericumsoorten met hun roestbruine stengels zijn meestal makkelijk te herkennen, ze noemen ook niet voor niks hertshooi, hard hooi, overwinteren dus goed zonder te verteren. Wat hier ook herkenbaar was, zijn de Guldenroedes.

Gemakkelijker zijn de vele varens die ook groen blijven in de winter, vooral de kleine soorten zijn goed herkenbaar omdat ze allemaal nogal verschillend blad hebben. Massaal en mooi stonden er de Eikvarens en de Steenbreekvarens, maar ook een varentje met wat bobbelig blad dat ik ken van mijn Franse verblijfplaats in de Drôme, maar op zijn naam kon ik nu niet komen. Ja, ik word ook een dagje ouder, of zitten mijn hersens proppensvol?  Misschien moet ik in de toekomst maar zelf nieuwe plantennamen verzinnen, de bobbelige varen bijvoorbeeld. Al is een nieuwe naam nu niet nodig want ondertussen weet ik weer dat het de Schubvaren is. Zijn Latijnse naam is Ceterach officinarum, dat officinarum verwijst naar zijn medicinaal verleden. Het werd toegepast als middel tegen milt- en leverklachten. De Engelse benaming is Common spleenwort. Maar ook het Steenbreekvarentje is in de Italiaanse volksgeneeskunde gekend om zijn verzachtende, slijmoplossende maar ook menstruatiebevorderende werking. Weer genoeg info om serieus in de war te geraken. Toch zou ik deze varentjes maar niet medisch gebruiken al was het maar omdat ze vrij zeldzaam zijn in onze streken en de werking verder weinig wetenschappelijk onderbouwd is.

Eikvaren en kruidig wandelen in Wéris | Reizen en recreatie: Reisverhalen
Geneeskracht van knoppen: gemmotherapie | Mens en gezondheid: Alternatief

 Journal of Ethnobiology and Ethnomedicine Ethnophytotherapeutical research in the high Molise region (Central-Southern Italy): "Asplenium trichomanes L
The plant has been reported as demulcent, expectorant and laxative [69], but also to promote menstruation [70]. Caution is nevertheless advisable, because many ferns contain carcinogens [71]. Since the species, according to Gastaldo [22], contains active compounds similar to those of A. capillus-veneris, the use for regulating menstruation [72,73] could be due to similar sterols."

Ons verblijf in Natoye: Het BuitenShuis

woensdag, maart 03, 2010

De eer van de kweepeer


Kweeperen! Het is niet direct het juiste moment om over deze harde vrucht te praten. Alleen, heb ik de hele winter door enkele van deze vruchten gevolgd, die bij de achterdeur op een bank lagen. Ik heb ze maanden aan een stuk in weer en wind onverbiddelijk geobserveerd en gefotografeerd. Zo zelfs, dat ik af en toe gewetenswroeging kreeg over mijn ongevoelige houding tegenover deze 3 vriendelijke vruchten.



Kauwen en merels die hier overvloedig aanwezig zijn, vertoonden ondanks het ruwe weer weinig belangstelling voor de Cydonia's, totdat ze in februari langzaam begonnen weg te rotten en nu vrij snel door deze vogels en andere vliegjes worden weg gegeten.

Kweepeer, vergeten vrucht en medicijn | Eten en drinken: Recepten

zaterdag, februari 27, 2010

Winterwandeling

Kruidenwandelen in de winter, het is contradictorisch misschien, toch is het één van de dingen die ik zeer graag doe. We vertrekken weer aan het tramstationnetje in De Haan. Gelukkig met een hele bende, want de opkomst wil in de winter wel eens tegen vallen. Bijna op de tramsporen, tussen het gras vinden we, heel exclusief, het gerimpeld roset van de Wouw. Geen verrassing voor mij. Ik kom er praktisch elke dag langs. Maar we wandelen verder, langs de Kraailook, die nu op zijn best te plukken is, al zijn zijn groeiplaatsen hier in de wegkanten ook de pisplaatsen van hondjes en andere kleine zoogdieren. Maar geen nood, verderop in het binnenduin, vinden we op propere plaatsen niet alleen Kraailook maar ook massa's Winterpostelein, genoeg om je bord te vullen, maar natuurlijk kun je het beter met beetjes in de witlofsla verwerken.

We ploeteren verder langs een paardenpad en vinden een afgebroken vliertak vol met glimmend Judasoor. Fris gewassen lijkt het wel. Iets verder steken we de koninklijke baan over en dan in het duin onder Duindoorn en Rozebottel stappen we recht richting zee. Altijd toch weer enige verwondering over die immense plas water die achter dat zand opduikt. Nu wordt het wat rustig wat plantjes betreft en drijft de groep langzaam uit mekaar. Alleen nog wat Blaaswier kan een beetje plantenaandacht trekken. We naderen de Haanse dijk, net als de dreigende wolken hun regenwater lossen en dus duiken wij, net op de middag, het café binnen.

Judasoor, ook een paddestoel | Mens en gezondheid: Gezonde voeding

zondag, februari 21, 2010

Kruidensoep

In de klassieke fytotherapie maken we nog steeds gebruik van de eveneens klassieke kruidenthee. En ik moet bekennen dat ik niet zo'n theedrinker ben, het smaakt mij te veel als warm water. In de Chinese geneeskunde heeft men daar wat op gevonden, men noemt een aftreksel van kruiden gewoon soep. En ja, wat is soep anders dan een pittige, zoute thee al wordt die soep in China soms ook wel zoet en koud gedronken.

De ingrediënten voor zo'n medicinale soep vind je hiernaast afgebeeld. Het ziet er zo al beeldig uit en als je dan weet wat er in zit, wordt je helemaal opgepept.
Die witte plakjes zijn niks anders dan Chinese Yam, Dioscorea villosa, de knol van een mooie klimplant met  hormonale werking. Die kleine stukjes zijn amandelsnippers zonder meer gezond, het gebreide pluche aan de bovenkant is de white fungus, een trilzwam met de officiële naam Tremella fuciformis en om de hele soep compleet te maken worden er ook nog rode ginsengworteltjes in verwerkt. Zou dit geen afrodisiake soep kunnen zijn? Zo maar te koop in de eerste de beste Chinese supermarkt. Ok! over de kwaliteit van die kruiden mogen en moeten we ons best wat vragen stellen.

Voor meer info
http://sites.google.com/site/kruidwis/

zaterdag, februari 20, 2010

Klein groen in een verleden tuin


Nog eens een van de vele tuinen uit mijn verleden bezocht. Nu het begijnhof van Breda met zijn zelfs in Februari al opgeharkte perkjes maar toch al het eerste groen tussen de nog beijzelde paadjes. En wat voor groen! De gevlekte scheerling waarmee mogelijk onze vriend Socrates zijn gifbeker heeft gedronken. Het speelse schermbloemige blad ziet er wel kervel en peterselieachtig uit maar is dus niet echt eetbaar. Ook een andere boeiende maar giftige plant met zijn tulpachtig blad de Herfsttijloos schiet al stevig de propere grond uit. Boeiend en giftig, hoort dat niet samen? En dan toch nog iets eetbaars zonder te hallucineren, het Lepelblad, die zijn naam niet gestolen heeft en ook nog veel vitamine C bevat. Een plantje dat scorbuut of scheurbuik moest voorkomen op de vroegere ontdekkingsreizen.

Het begijnhof in Breda. Een tuin uit mijn verleden waar ik zowat 40 jaar geleden met de hulp van de toenmalige tuinman mijn eerste kruidenkennis heb opgedaan.

dinsdag, februari 16, 2010

Tuinbonen tegen Alzheimer

Ik kan me het moment nog herinneren, dat ik als Vlaming lees Belg in Nederland ging wonen en ontdekte dat die binnenlanders zo'n rare groente als labbonen aten. Een nogal lompe, melige boon gehuld in een dikke, behaarde peul die samen met bonenkruid moest gegeten worden om dat goedje nog enigszins smakelijk en verteerbaar te houden.

Veel eet ik het nog steeds niet, maar ik ging het plantje de laatste jaren wel waarderen. Ten eerste omdat ik enkele oude soorten ontdekte, zoals de Duivenboon    die ik vorig jaar ook in mijn Franse jardin geteeld heb. Ten tweede,vooral ook waardering omdat ik ontdekte dat zo'n onnozel boontje een vrij grote hoeveelheid L-dopa bevat, een dopamine-achtige stof die voor Alzheimerpatiënten zeer belangrijk is. Zelfs door het regelmatig eten van enkele bonen of het slikken van extracten kan het ziekteproces vertraagd worden.
Ik moet er nu aan denken, omdat ik enkele van die wilde boontjes in mijn zaadoogst van vorig jaar ontdekte en, ondanks de vorst, voel ik toch al wat voorjaar en moet er ook gepland en zaad besteld worden om met een gerust gemoed de lente en zomer in te gaan.


Duivenboon of kleine veldboon.
Een oeroude boon, die mogelijk al in 6000 v. Chr. werd gegeten. We zouden ze dus gerust Adamsbonen kunnen noemen! De groente kwam in ons land door de Romeinen en heeft de hele Middeleeuwen op zowel mensen- als dierenmenulijsten gestaan. Het Cruydt-Boek van Dodoens (1644) noemt de “Kleyne Boonkens” of “Zeeuwsche Boonkens”. Dit kleinste familielid van de tuinboon is zo groot als bruine bonen en vrij rond van vorm. De variëteit die ik geteeld heb en door Vreeken's zaadhandel aangeboden wordt, is bruin van kleur, er bestaan ook witte, groene en zwarte rassen. De smaak is die van een verfijnde tuinboon, maar door de kleine afmeting is het mondgevoel uniek. Menig moderne tuinboon is jaloers op het aroma! Zaai ze flink vroeg: februari-maart, ze kunnen enkele graden vorst verdragen en kunnen i.v.m. vogelvraat (duiven zijn er gek op) het beste voorgezaaid worden of anders 5 cm diep zaaien. De oogst kan vers (veel werk maar erg lekker) of gedroogd plaatsvinden.

Meer over Vicia faba:
Tuinbonen, de bijbel en Alzheimer | Mens en gezondheid: Aandoeningen