zaterdag, augustus 11, 2012

Zeegroenten onderweg

Van zee via zee naar zee. Voor een bergmens zit ik wel erg veel aan zee. Van Bretagne naar Belgische kust. Overnachten doe ik, natuurlijk in mijn motorhome, bij een oesterkwekerij in de buurt van St Malo. Tussen de kweekbakken en met zicht op zee. De immense verschillen tussen eb en vloed zorgen voor eindeloos verre stranden begroeid met zeewier maar ook met de echte zeegroenten zoals strandbiet, lamsoor en zeekraal.

Zeekraal / Salicornia
zeekraal bij  Saint-Benoît-des-Ondes
Zeekraal is een pioniersplant en als geen andere plant bestand tegen zoute omstandigheden. De plant neemt het zout op tijdens de groei en heeft daardoor een zilte smaak. Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Salicornia, is een combinatiewoord uit het Latijn, want sal of salis is 'zout' en cornu is 'hoorn'. Dat laatste probeert de vorm van de geledingen te duiden.
Tijdens het begin van de industriële revolutie was er in Engeland een enorme vraag naar zeekraal omdat voor de fabricage van glas en zeep soda nodig was. Zeekraal werd in grote hoeveelheden geoogst en op het strand verbrand. De overblijvende as bevatte hoge concentraties aan dat natriumcarbonaat.
Voor glas en zeep wordt het niet meer gebruikt, het wordt nu eerder als voedsel, zelfs als 3 sterrenvoedsel beschouwd. Enkele voorbeeldjes:
  • Garnalen op een bedje van kort gekookte zeekraal
  • Salade met zeekraal, kerstomaatjes en mozzarella
  • Koken met peultjes en geroosterd sesamzaad
Zeekraal kan alleen jong gegeten worden omdat bij een wat oudere plant de geledingen houtig worden. De groente heeft de beet van augurk en smaakt visachtig zout. Voordat hij in de verkoop kan, moeten ze een etmaal in zoet water staan om het zout er uit te laten trekken. Zeekraal is gezond en zit boordevol vitamines en het onmisbare jodium.

Young stems - raw or cooked as a potherb, added to soups etc. The plant is at its best for eating in late summer. The stems are very succulent, but have a thin woody core that is easily removed. They are best harvested when about 15cm long, the top 10cm being used leaving the bottom 5cm to produce new shoots. They require little cooking, just adding them to a soup for the last few minutes of cooking is sufficient. The plant has a salty flavour and makes a very pleasant raw nibble. The young shoots can be pickled after first boiling them in their own salted water. 
Seed. Rich in protein. The seed is rather small and fiddly to utilize. An edible oil is obtained from the seed. A high quality, it is similar to safflower oil (Carthamnus tinctoria)

The medicinal and therapeutic properties of Salicornia have long been known for centuries and in recent years certain flavonoids which have powerful antioxidant activity have been isolated in salicornia. The bioflavonoids quercetin, isorhamnetin and certain glycosides present in this plant have the potential for use as chemo-preventive agents in the fight against cancer.

Strandbiet / Beta maritima
De strandbiet bereikt maximaal een hoogte van zo'n meter. Hij heeft kale rechtopstaande stengels die soms rood aanlopen. Het kost de plant moeite om die stengels hemelwaarts te houden en dus vallen ze vaak om. In de bladoksels ontstaan vervolgens nieuwe bladeren. De plant bloeit met een aar van groene of roodachtige bloemen. De strandbiet gewoonlijk te vinden aan inhammen in de kust, zowel de natuurlijke (schorren, strandvlakten, kiezelstrandjes, aan de voet van duintjes) als de meer kunstmatige (zeedijken, havenkommen en zeeweringen.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Beta, is een bijzonder oud woord. Het is de Latijnse naam voor biet. De meeste woordenboeken maken het zich gemakkelijk door te claimen dat het woord uit het Keltisch stamt. Maar omdat niemand dat meer spreekt, loopt dat spoor dood. Veel waarschijnlijker is het dat het woord beta afstamt van de Griekse letter bèta (β) omdat de zaadjes die vorm aannemen wanneer ze opzwellen. Het tweede deel, vulgaris, betekent 'gewoon' en we herkennen daarin ook nog het Nederlandse woord 'vulgair'. Het derde deel, maritima, betekent '(aan) zee'

Het waren als eerste de Grieken die de strandbiet als medicijn en voedsel gingen gebruiken. De latere Romeinen begonnen de biet al als veevoer te verbouwen en zij zorgden voor de verdere verspreiding over het Europese continent. Sommige Romeinen beschouwden de biet zelfs als een lustverhoger, een afrodisiacum. Anderen dachten weer dat je het wel twee maal moest koken om maagpijn en winden te voorkomen. 

Lamsoor / Limonium
Lamsoor (Limonium vulgare) behoort tot de strandkruidfamilie (Plumbaginaeae) en tot die familie behoren behoorlijk wat zoutminnende planten. Logisch, zou je zeggen want als je nabij het zilte zeewater wilt gaan wonen dan moet je als plant wel van zout houden. Lamsoor komt voor aan de Europese kusten van de Atlantische Oceaan en sporadisch aan die van de Middellandse Zee. 
Zijn domein strekt zich uit vanaf de gemiddelde hoogwaterlijn tot de gemiddelde springvloed lijn. Zo blijft hij voldoende met zijn wortels in het vocht staan. Lamsoor is een tot 50 centimeter hoge plant, heeft grauwgroene bladeren en bloeit omstreeks midden augustus met paarsblauwe bloemen. Dat heeft hem in Engeland de naam sea lavender opgeleverd. Deze plant vermeerdert zichzelf via zijn wortels en daardoor kunnen hele velden lamsoor violet kleuren.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Limonium, wordt vreemd genoeg vaak in verband gebracht met limon ('limoen') of leimon ('grasland'), maar wat lamsoor met een citrusvrucht of met een weiland te maken heeft is onduidelijk. Nee, de enige juiste verklaring is dat het woord afstamt van het oud-Griekse woord lemnos dat 'baai' of 'zeearm' betekent. Het tweede deel, vulgare, betekent 'gewoon' of 'echt'. 
Lamsoor houdt ervan om met zijn voeten in het zoute water te staan, maar het teveel aan zout wordt door grote aantallen zoutklieren uitgescheiden. Daardoor wordt het inwendige zoutgehalte niet hoger dan die van het omringende zeewater.

Van lamsoor wordt gezegd dat het een ontsmettende werking zou kunnen hebben. Dat is een logische gevolgtrekking omdat het door het opgenomen zeewater jodium, fluor, broom en heel veel natriumchloride (zout) bevat. Die stoffen hebben allemaal een desinfecterende werking. De wortels bevatten veel bittersmakende tannine en die hebben een wat samentrekkende werking, zoals sterke thee of rode wijn dat soms ook kan hebben. De wortels van lamsoor zouden daardoor ook bloedingen stelpen.

Meer over zilte groenten: http://www.levenmetwater.nl/static/media/files/concept_eindrapportage_Zilte_Landbouw_Texel.pdf






vrijdag, augustus 10, 2012

Guldenroede en dophei

Nog even wat plukken, voor ik morgen voor een week naar België vertrek. Op vakantie???? De dopheide bloeit en we willen er een mededrank mee bereiden.

Heidegebieden zijn er hier genoeg. Dopheide, struikheide, brem maar vooral gaspeldoorn vinden we veel. En deze stekelige struik maakt het niet altijd gemakkelijk om schramvrij te plukken. Ik rij, met de auto deze keer, richting Scrignac, langs de weg bloeit de dophei nog volop maar ondanks de rustige wegen, wil ik toch liever in een proper heidegebied plukken. Dat vind ik tussen Scrignac en Guerlesguin, waar naast de dopheide ook de struikheide voorzichtig aan zijn bloei is begonnen. Een grote bos dophei, Erica tetralix is vlug geplukt, alhoewel het wel wat zoeken is naar nog fris bloeiende struiken.
In het terugrijden vind ik veel bloeiende guldenroede langs de wegkant, de bloeitoppen zijn een van onze beste nierkruiden en van deze Solidaginis herba wil ik vandaag nog tinctuur maken.

Heidevelden, de oergebieden van vroeger. Mellie Uyldert kon er zo mooi, ouderwets romantisch over schrijven. 'In het voorjaar schuimt het goudgeel van de brem over het heipad, die taaie struiken, sober en houtig, bij de hei behorend. En met hun allen vormen zij de heidegemeenschap: de droge grond met haar paarse, honinggeurige heidekleed, het dennenbos met de bosbessen, de jeneverbes, de groepjes berken en in het najaar de vele paddenstoelen! De dophei bij het poeltje, met de kruipwilg, de kraaiheide met haar zwarte besjes voor de kraaien, de vossebes en de veenbes. De roosjes en de bramen. De brem. De witte vuur-stenen. De eenzaamheid en de wind met zijn oude verhalen, de jagende wolken. De schapen, de elk jong scheutje opknabbelen en zo de hei bewaren, die anders in bos zou veranderen. En in de nazomer, als de heide bloeit, het gonzende bijenvolk, dat de honing komt halen, af en aan vliegend uit de korven, die de imker aan de rand van de heide gezet heeft des nachts. De zon, de stilte, het zoemen'. Uit Plantenzielen.

Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/36317-heide-zijn-geschiedenis.html

donderdag, augustus 09, 2012

Zaad, hoop voor volgend jaar

rode zaaddoos rozenwortel
 De laatste dagen heb ik ook wat vaste planten gezaaid. Hoop voor volgend jaar. Het is, wat mij betreft nu een goede zaaitijd voor vaste planten, in de natuur beginnen de eerste zaden ook te rijpen en zijn ze dus vers te plukken. 

Gezaaid: 

  • de zwarte zaden van zwartmoeskervel die ik geoogst heb aan de kust, 
  • de rozenwortelzaden geoogst een maand geleden in de Alpen
  • de zaden van de vuurwerkplant, in juli onrijp geoogst in mijn Provençaalse tuin en verder laten afrijpen hier in Pont ar Gorret
  • zaad van moederkruid gisteren 'gestolen' aan de rand van een tuin bij Huelgoat
  • muskuskaasjeskruid, rijp zaad vond ik in een oude groeve bij Carhaix

een internationaal gezelschap wordt het wel, en volgende week ook nog eens rondkijken 'on my way to Belgium'

woensdag, augustus 08, 2012

Duizendguldenkruid en anderen


Een aangename verrassing was het wel. Met de fiets in de ochtend terug naar het plekje, door mij genaamd 'heerlijk wilde akker', om wollige munt, heelblaadjes en andoorn te plukken. Bijna verdrinken in de overdaad van bloeiende planten, wat doet dat met een mens? En toch was het genot nog groter, toen ik later bij de brug over de Aulne, eerst één en dan nog één en dan meerdere bloeiende duizendguldenkruid plantjes ontdekte.


Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/36412-in-de-naam-van-duizendguldenkruid.html

Over duizendguldenkruid in het Lehrbuch der Biologischen Heilmittel, Madaus, 1938.

Die ärztliche Anwendung des Tausendgüldenkrautes läßt sich bis zu den Hippokratikern (5. und 4. Jahrhundert v. Chr.) zurückverfolgen. Dioskurides empfiehlt es als Purgans, Emmenagogum, Augen- und Wundmittel. Ferner schreibt er von der Extraktbereitung: "Was nun die Saftgewinnung aus den trockenen Wurzeln und Kräutern betrifft, so wird dieselbe durch Kochen bewirkt wie beim Enzian; was den Saft der ausgepreßten frischen Rinde, Wurzel und Kräuter angeht, so wird er in der Sonne eingeengt." In wie hohem Ansehen die Pflanze als Wundmittel in der Antike stand, ist nach Plinius aus einem verbreiteten Glauben zu ersehen, nach dem sie geschnittenes Fleisch beim Kochen wieder verbinden könnte. Auch später im Mittelalter, z. B. bei Albertus Magnus, findet sich dieselbe Bemerkung: "et mirum narratur de ea, quod etiam, si coquatur cum carne incisa, quod conjungit eam." Die alten Gallier schätzten sie als Antidot.

Der gallische Volksmediziner Marcellus Empiricus (4. Jahrh. v. Chr.) erwähnt an vielen Stellen das "Centaureium", bringt aber meistens dieselbe Anwendungsweise wie die alten griechischen und römischen Ärzte. Nicht von Plinius übernommen dürfte wohl das folgende Rezept sein: "Die zerstoßene Erdgalle gib in ganz altem Wein dem Hüftkranken, der nüchtern sein und mit einem Fuße auf der Türschwelle stehen muß. Aber reiche den Heiltrank nicht in einem Glas." Weiter galt Centaurium als gutes Mittel gegen Leberverstopfung und Febris intermittens. Eine Pflanze "Centaurea", unter der vielleicht unser Tausendgüldenkraut zu verstehen ist, nennt auch die hl. Hildegard in ihrer Physika. L. Fuchs (16. Jahrhundert) bringt die erste gute Abbildung der Pflanze. H. Bock drückt die Wertschätzung, die das Tausendgüldenkraut genoß, folgendermaßen aus: "ist köstlich im Leib und auch eusserlich zu brauchen." Matthiolus empfiehlt es u. a. als Bleichmittel für die Haare.

Als volksmittel erfreut sich die Pflanze auch heute nicht nur in Deutschland, sondern auch in Rußland, besonders als Magenmittel, großer Beliebtheit. Ein Branntweinaufguß zusammen mit Hartheu (Hypericum perforatum) ist sehr geschätzt und fehlt im Gouvernement Kiew nie auf dem Tische der Dorfgeistlichen. In der Steiermark wird gegen skrofulöse Augenleiden 6 Wochen täglich ein Tee aus Nußblättern und Tausendgüldenkraut getrunken. Die Wendinnen trinken Tausendgüldenkrauttee gegen Amenorrhöe. Daß das Kraut häufig mit Blutungen in Verbindung gebracht wird, dürfte wohl mit der roten Farbe der Blüten zusammenhängen. Nach einer ostpreußischen Sage gehört das Tausendgüldenkraut zu den Pflanzen, deren Heilkraft ein Vogel gegen die Pest rühmte. Die Ungarn glauben, daß es gegen die Tollwut schütze. Wie viele andere rotblühende Pflanzen gilt es auch als dämonenabwehrendes Mittel.


dinsdag, augustus 07, 2012

Guldenroede bloeit

 Ik zag de echte guldenroede vandaag bloeien langs de weg naar Huelgoat. Helaas stonden er slechts een tiental planten en dus heb ik ze laten staan. We wachten op een beter moment en op een betere plaats om deze basisplant voor nieren en urinewegen te oogsten. In onze nieuwe tuin heb ik nog geen guldenroede aangeplant.
Gelukkig mag er naast de echte guldenroede ook verschillende andere soorten medicinaal gebruikt worden oa Solidago canadensis en Solidago gigantea, respectievelijk de Canadese en de Late. De Canadese heb ik gisteren al wat geoogst, het is een uitheemse soort die je nu veel verwilderd langs wegen en rivieren kan aantreffen.

Naamverklaring
Solidago zou afkomstig zijn van solidare of solidum agare: gezond of vast maken, omdat guldenroede vroeger als een wondhelende plant bekend was. De soortnaam virgaurea komt van virga (roede of tak) en aurea (goud), vanwege de rechte stengel met goudgele bloemen. In mijn fantasie slaat het ook op een goede, goude, gulden roede omwille van de urineafdrijvende werking. De Nederlandse naam is daarmee ook duidelijk. Heidens wondkruid is een oude naam die o.a. bij Petrus Nylandt is terug te vinden. Men beweerde dat in de Middeleeuwen de Arabische Saracenen het kruid gebruikten als wondhelend middel en deze volkeren werden natuurlijk als heidens beschouwd, vandaar ook de latijnse naam Solidago sarracenica. Daarmee zijn dan ook de 2 voornaamste farmacologische werkingen, een adstringerende en een diuretische, bekend.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23261-guldenroede-voor-gouden-urine.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/solidago-species-guldenroede

Golden Rod is an ingredient in the Swiss Vulnerary, faltrank. It is astringent and diuretic and efficacious for stone in the bladder. It is recorded that in 1788 a boy of ten, after taking the infusion for some months, passed quantities of gravel, fifteen large stones weighing up to 1 1/4 OZ., and fifty over the size of a pea. It allays sickness due to weak digestion.
http://www.botanical.com/botanical/mgmh/g/golrod26.html

Orally, goldenrod is used as a diuretic, anti-inflammatory, and antispasmodic. It is also used orally for gout, rheumatism, arthritis, eczema, and other skin conditions. Goldenrod is also used for acute exacerbations of pulmonary tuberculosis, diabetes, enlargement of the liver, hemorrhoids, internal bleeding, allergic rhinitis, asthma, and prostatic hypertrophy. It is also used as "irrigation therapy" where it is taken with copious amounts of fluids to increase urine flow to treat inflammatory diseases of the lower urinary tract, urinary calculi, and kidney gravel. As "irrigation therapy," it is also used as prophylaxis for urinary calculi and kidney gravel.
Topically, goldenrod is used as a mouth rinse for inflammation of the mouth and throat and externally for poorly healing wounds.

maandag, augustus 06, 2012

Even....

Moerasandoorn
Even fietsen in de schemering. Het fietspad op richting gare Skrignag, ja het fietspad is ooit een spoorweg geweest en ja we zijn in Bretagne, het land van magie en tongbrekende namen: Pont ar Gorret, Kervallon, Ty Jaffré, foret de Fréau en terug Pont ar Gorret, mijn fietsroute.
Onderweg de spekwortel gezien, een veld gewone engelwortel en gestopt bij een heerlijk verwilderde akker met veel jakobskruiskruid, peen, heelblaadje, moerasandoorn en wollige munt. Verdwaasd onder gedompeld in planten, in Bretoense wolkenluchten en met het burrelen van een ree in de verte, een moment van mogelijkheden. Even de eeuwigheid.




Gewone engelwortel is hier wel ongewoon veel en imposant aanwezig. Daar moeten we de volgende dagen wel wat mee doen. Maar gewoon genieten van de bloemschermen in de blauwe schemering, kan natuurlijk ook.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/angelica-archangelica-aartsengelwortel

Moerasandoorn staat hier echt mooi te zijn, zo mooi dat ik hem zelfs niet herkende. Niet echt een gebruiksplant toch lezen we in de Flora Batava dat 'de wortel is meelrijk en gekookt zijnde kan dezelve gegeten worden, gedroogd en tot meel bereid, kan men hiervan brood bakken'.
http://leeswerk.nl/florabatava/02/met_tekst/0106.htm

Rietgras en DMT


Ons wildernisje heeft nog niet al zijn geheimen prijs gegeven, want naast brandnetel en bramen groeit er ook veel rietgras. Duits: Rohrglanzgras, Engels: Reed canary grass, Frans: Baldingère en de officiële naam Phalaris arundinacea. Niks bijzonder zul je denken, toch maakt hij een bijzonder hallucinogeen stofje aan.

Rietgras en gele lis
Dimethyltryptamine, ook bekend als DMT, het is een indoolalkaloïde met een moleculaire structuur verwant aan de neurotransmitter serotonine. De stof wordt van nature aangemaakt door heel wat planten, dieren en...mensen. De functie van de stof is tot dusver niet duidelijk, al blijkt uit onderzoek dat DMT mogelijk een rol speelt bij schizofrenie, bijna-doodervaringen en visueel dromen. DMT heeft psychoactieve eigenschappen en kan worden gerookt, geïnjecteerd of oraal toegediend worden. DMT behoort tot de hallucinogene en entheogene (Grieks, de godheid binnenin opwekkende) drugs.

Op een blaadje of steel knabbelen zal je geen visioenen of de verlichting opleveren, er zit nu eenmaal te weinig van die stofjes in de plant om psychische effecten te veroorzaken. Al zijn er wel fanatieke psychonauten die, door de plant te laten afzien, het gehalte aan DMT trachten te verhogen. Blijkbaar maakt de plant extra stoffen aan om zich te beschermen tegen stress.

La pharmacologie de Phalaris arundinacea varie considérablement. Normalement il contient beaucoup (?) d'alcaloïdes comme DMT, MMT, 5-MeO-DMT et gramine. Gramine est assez toxique et il serait responsable de la plupart des effets négatifs du Phalaris. Toutes les espèces de Phalaris peuvent être stimulées à une plus grande production d'alcaloïdes en les exposant au stress. Ce stress peut consister de taille, trop d'ombre, ou manque d'eau et doit être appliqué 1-2 semaines avant la récolte.

zaterdag, augustus 04, 2012

Zwartmoeskervel

Uitwaaien aan zee. Veel venkel en een andere opvallende schermbloemige met zwart zaad vinden we hier, en dat blijkt zwartmoeskervel te zijn. En natuurlijk heb ik wat zaad meegenomen, dus hopelijk volgend jaar ook zwartmoeskervel in het Bretoense binnenland.

Wat zegt Dodoens refererend aan Dioscorides over die vergeten groente 'dat de bladeren en stelen van dit gewas gekookt en hetzij alleen, hetzij met vis gegeten worden en hij voegt er ook noch bij dat die rauw weg gelegd en in pekel bewaard worden. De wortel, zegt hij, wordt ook rauw en gekookt gegeten en zo genoten is ze de maag of de mond aangenaam.
Tegenwoordig wordt de rauwe wortel van deze grote eppe ook op tafel gebracht en in plaats van ander salade op het brood gegeten. Het zaad van deze grote eppe alleen of met honigwater ingenomen verwekt de maandstonden van de vrouwen en jaagt de nageboorte en dode vruchten af, scheidt alle winden, verdrijft en verzoet de pijn en krimping van de buik, laat de plas rijzen en is zeer goed tegen de druppelplas.
Men eet de jonge stelen van dit gewas met peper en zout zoals de artisjokken en kardoens, want ze zijn aangenaam en lieflijk van smaak. Zo gegeten is de grote eppe een zeer goed moeskruid, voedt goed en doet dezelfde werken die peterselie doet, maar krachtiger.’


Edible Uses                                      
Edible Parts: Flowers;  Leaves;  Root;  Stem.
Edible Uses: Condiment.
Leaves and young shoots - raw in salads or cooked in soups, stews etc. The plant comes into growth in the autumn and the leaves are often available throughout the winter. They have a rather strong celery-like flavour and are often blanched (by excluding light from the growing plant) before use. Leafy seedlings can be used as a parsley substitute. Stem - raw or cooked. It tastes somewhat like celery, but is more pungent. The stem is often blanched (by excluding light from the growing plant) before use. Flower buds - raw. Added to salads, they have a celery-like flavour. The spicy seeds are used as a pepper substitute. Root - cooked. Boiled and used in soups, its flavour is somewhat like celery. The root is said to be more tender if it has been kept in a cool place all winter.

http://www.volkoomen.nl/S/SMYRNIUM.htm

Nat Prod Res. 2012;26(11):993-1003. Epub 2011 Sep 9. Antifungal activity and chemical composition of essential oils from Smyrnium olusatrum L. (Apiaceae) from Italy and Portugal. Marongiu B, Piras A, Porcedda S, Falconieri D, Frau MA, Maxia A, Gonçalves MJ, Cavaleiro C, Salgueiro L.

donderdag, augustus 02, 2012

Vleermuis-je, Vleermuis-je, Vleermuis-je.......Pipistrellus pipistrellus of Plecotus austriacus


Het leek eerst een vies stukje flodderplastic, maar bij nader toezien bleek het een levensecht mini-vleermuisje te zijn. Waarschijnlijk uit zijn nest, onder de leisteendakpannen, gevallen. 


Aan een stok, die we bij zijn poten hielden, ging hij zich reflexmatig vastklampen en... onderste boven hangen, zoals het een echte vleermuis betaamt.


dinsdag, juli 31, 2012

Mijn wildernisje

Herken je deze schoonheid?
Mooi mag ik het niet noemen. Tuin helemaal niet. En gevaarlijk kan het ook wel zijn. Ons stukje wildernis, de moerassige overloop van de Aulne, net voor het water van de rivier zich onder de pont ar gorret door perst. Het is het domein van brandnetel en braam, met hier en daar de nu bloeiende wilgenroosjes en moerasspirea die het geheel moeten opvrolijken. Ook valeriaan probeert zich te handhaven en dan hebben we nog de exclusieve en dodelijke dodemansvingers die hier hun mannetje kunnen staan.


Circaea lutetiana
Zelf dwaal ik er ook wel eens rond, mij met mijn machette een weg banend, zonder pardon voor de brandnetels. De ongelijke grond met hier en daar een verborgen poeltje onder het onverbiddelijk groen, maken het nog spannender.  Ik probeer toch wat paden, eerder sporen te trekken door mijn wildernisje. In de hoop op de open gekapte vierkante meters nog andere woekerende planten in te kunnen brengen, planten die het willen opnemen tegen onze brandnetel. Goeie kandidaten zijn het groot hoefblad en koninginnekruid, reuzenbalsemien zal het hier ook wel doen en verder kunnen de kleurrijke kattestaart en wederik het geheel wat opvrolijken.

Er groeien hier wel meer planten, zoals dotterbloem en speenkruid, maar die zij nu al verdwenen of verstopt onder het hoge groen. Wat wel aanwezig is onder de netels zijn de kleine, wit bloeiende heksenkruidjes. Het is dan nog het zogenaamd groot heksenkruid Circaea lutetiana, een indrukwekkende naam voor een nietig plantje. Maar... het leert ons wel een lesje...dat alles mooi, lelijk of interessant kan zijn, het is maar hoe je het bekijkt of in mijn geval hoe je het fotografeert.

Wat technische uitleg over moerasplanten
Typerend aan vele moerasplanten is dat ze zich hebben aangepast aan een droge periode (vb. het uitdrogen van een rivierbedding) en een periode van gedeeltelijke of volledige onderdompeling. Voor sommige soorten is deze afwisseling noodzakelijk voor hun bestaan. De groep omvat een groot aantal families waarbinnen een grote diversiteit van plantensoorten optreedt van in het water drijvende planten, zoals Witte waterlelie en Gele plomp, tot oever- en moerasplanten, zoals Kalmoes, Zwanenbloem en Lisdodde.

Meer over Circaea  http://kruidwis.blogspot.fr/2011/11/heksenkruid.html



Bernagie bloeit



Hemelsblauwe lieve bloemen met ruwbehaarde bladeren. Zo ziet en voelt Borago officinalis. De lieve naam Bernagie en de ruwe naam Borago zegt al iets over zijn uiterlijk maar mogelijk ook over zijn medicinale werking. Borago komt van bourru, ruw of van het Arabische abu buraq, vader van het zweet, wat verwijst naar zijn zweetdrijvende werking of abu huras, vader van ruigte. Of nog interessanter naar cor'ago, hart-opwekkend of courage hebben, moedig zijn, dit verwijst naar de van oudsher bekende werking tegen melancholie, mag ik dat vertalen als anti-depressief.

Borage is stated to possess diaphoretic, expectorant, tonic, antiinflammatory and galactogogue properties.
Traditionally, borage has been used to treat many ailments including fevers, coughs and depression. Borage is also reputed to act as a restorative agent on the adrenal cortex.
Borage oil (starflower oil) is used as an alternative source to evening primrose oil for gamolenic acid.

Uit Herbal Medicines Third edition Joanne Barnes, Linda A Anderson and J David Phillipson



zaterdag, juli 28, 2012

Oude, grove den gij......

We hebben een oude, grove den Pinus sylvestris prominent op het grasveld voor ons huis staan. Hij oogt niet echt mooi, letterlijk grof, maar zo'n boom omhakken, daar moet ik niet aan denken. Vandaag heb ik dan toch de onderste takken weggezaagd en....met het bezig zijn begon hij mij steeds meer aan te spreken... de pijn in mijn gewrichten en spieren van het zagen, het schampschot langs mijn been toen een tak naar beneden viel, de geurige hars die mijn neusgaten prikkelden en aan mijn handen bleef plakken....
Nuttig
Nuttig zijn ze ook, die goeie, ouwe pijnbomen. Het hout en kegels voor de kachel, naalden en hars voor een hoestsiroop of voor een etherische olie of voor de terpentijolie, het korstmos op zijn stam als kleurstof.....De oude naam pijnboom vind ik eigenlijk mooier en toepasselijker dan grove den. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord pinus wat vlot betekent, maar misschien ook van Pinus, het vriendinnetje van de Griekse god Pan. Hij werd ook wel mastboom genoemd want men gebruikte het hout vroeger voor boten en vlotten. Het Mastbos bij Breda in Nederland herinnert aan deze oude naam.

De oudste kano ter wereld (uit ca. 7500 v.Chr.) is gemaakt van een stam van de grove den. De resten ervan werden gevonden in een dik laag hoogveen in Drenthe bij de aanleg van een snelweg.
Bijzonder is ook dat de naalden in de 19e eeuw voor de fabricage van dennenwol, de zogenaamde Waldwolle werd gebruikt. Deze diende als stopmateriaal.
In oude boerderijen verlichtte men de kamers met zogenaamde kienspanen (in hars gedompelde takken).

Mythologie
De pijnboom stond als symbool van vruchtbaarheid, onsterfelijkheid en eeuwigheid bij de oude Grieken in hoog aanzien. Het was de heilige boom van de natuurgodin Cybele en haar minnaar Attis die haar ontrouw werd. In de Cybele-cultus van de Frygische boeren werd een pijnboom (als symbool van de fallus) gekapt (castratie) en plechtig naar een tempel gedragen. Na een dag van rouw vierde men de wederopstanding van Attis. In tegenstelling tot de boeren vereerden de burgers in de pijnboom Ares, de oorlogsgod.

Dus die ouwe, grove den mag (voorlopig) blijven.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/pinus-species-grove-den-e-a


vrijdag, juli 27, 2012

Koningin der weiden

Moerasspirea of koningin der weiden (Reine des prés) wil hier in het Bretoense Pont ar Gorret wel groeien en bloeien. De bloeitoppen kunnen nu geplukt worden en dat heb ik vanmorgen in de verwarmende stralen van de opkomende zon, dan ook gedaan. De geurige bloemetjes zijn geschikt om een nagerecht, thee of koek te aromatiseren. Ook de bovenste stelen kunnen gebruikt worden maar dan meer om medicinale bereidingen zoals een tinctuur te maken. Bij het knippen of kneuzen ruikt je duidelijk de geneeskrachtige methylsalicaten met hun pijnstillende en anti-inflammatoire werking.

Petrus Nijlandt heeft het over Geyten-baert, Reynette, in ’t Latijn Regina prati
Tegen allerhande buiklopen, onmatige maandstonden en bloedspuwen: Neem van de gedroogde wortel van reinette een vierendeel lood en geef dit met rode wijn of gestaald water in. Ook kan men van het kruid zelf een afkooksel maken en daarvan laten drinken. Dodonaeus.

Tegen hete koortsen: Neem een pint water dat van de bladeren en bloemen gedistilleerd is, van siroop van limoenen drie ons, vermeng dit tezamen en laat hiervan dikwijls drinken. Neem ondertussen het kruid, stamp of hak het klein en bindt het op de pols. P.Potterus.
Om verse wonden en het bloeden te stelpen: Neem van de verse wortels zoveel  als nodig is, stamp ze klein in een mortier en leg het papgewijs op. Schroderus.

Meadowsweet
Bridewort, dollof, ergecsakali, European meadowsweet, lady of the meadow, meadow queen, meadow-wort, meadsweet, moerasspirea, pride of the meadow, queen of the meadow, and ulmaria.
Historical or traditional use (may or may not be supported by scientific studies)
Meadowsweet was used historically by herbalists for a wide variety of conditions, including treating rheumatic complaints of the joints and muscles.1 Nicholas Culpeper, a 17th-century English pharmacist, mentioned its use to help break fevers and promote sweating during a cold or flu. Traditional herbal references also indicate its use as a diuretic for people with poor urinary flow. It was also thought to have antacid properties and was used by herbalists to treat stomach complaints, including heartburn.


En een receptje: Sabayon 'Reine des Prés'
4 eieren
125 gram suiker
1 theelepel citroensap
50 gram bloemen van moerasspirea
200 gram frambozen
Klop de eieren met de suiker en het citroensap ongeveer 5 minuten au bain marie tot het mengsel dik wordt. Meng de bloemen door het het mengsel. Verdeel de frambozen over enkele bakjes en giet de sabayon erover heen.

Wat wetenschappelijk onderzoek
http://www.globinmed.com/index.php option=com_content&view=article&id=83319:filipendula-ulmaria&catid=847:f&Itemid=203
http://www.scu.edu.au/garden/index.php/34/
Beukelman CJ, Halkes SBA, Kroes BH, Labadie RP, Van den Berg AJJ, Van Dijk H. In Vitro Immunomodulatory Activity of Filipendula ulmaria. Phytotherapy Research 1997; 11: 518–520.
Barnaulov OD, Denisenko PP. Antiulcerogenic action of the decoction from flowers of Filipendula ulmaria. Pharmacological Toxicology 1980; 43: 700-705.
Yanutsh AY et al. Astudy of the ulcerogenic action of the extracts from the supernatant part and roots of Filipendula ulmaria. Farm Zh 1982; 37: 53-56.

woensdag, juli 25, 2012

Lampenpoetser en bernagie

Hartgespan, moeraspirea, bernagie en ook brandnetel bloeien nu in onze tuin. Veel planten zijn er vanzelf gekomen of zijn er door de vorige eigenaars ingebracht. Zo groeit er ook, een bijna onbeschoft bloeiende plant met de naam lampenpoetser. Ik ben enigszins beschaamd om zo'n kitscherige struik in onze tuin te hebben, maar om hem dan maar te vernietigen is toch te veel gevraagd. En curieus is hij wel, wie weet ga ik er nog van houden.

Voorlopig hou ik toch meer van de sierlijke, blauwe bijna doorzichtige bloemen van de bernagie. Dat het ook in de keuken kan gebruikt worden, bevordert nog mijn sympathie. Geneeskrachtig is het zeker ook wel, alleen wel wat vergeten. Lang geleden was het een superkruid tegen de toen alom heersende melancholie. Hoe zouden we dat nu noemen, depressie?
Lees http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/leven/40934-bernagie-tegen-melancholie.html

Over de rode lampenpoetser (Callistemon)
Deze struik komt van nature voor in Australië, waar de soort groeit in droge struwelen. Interessant is wel dat de plant aangepast is aan periodiek afbranden. De vluchtige olie uit de bladeren komt bijna explosief tot ontbranding en neemt zuurstof voor de vlammen weg om de plant te beschermen tegen het vuur. De vruchten gaan vaak pas na brand open, als de omstandigheden (kale grond) voor ontkieming van de zaden ideaal zijn. De bloeiende bloem doet denken aan een flessenborstel, ook wel lampenpoetser genoemd. Deze flessenborstels werden vroeger gebruikt om de glazen van bijvoorbeeld petroleumlampen schoon te maken. De naam Callistemon komt vanuit het Grieks. Callis is in het Grieks ‘Kalos’, hetgeen schoonheid betekent en ‘stemon’ staat voor meeldraad. Bij deze plant vallen vooral de bloeiende meeldraden op, die langere tijd blijven bloeien. Die Callistemon in de tuin wordt toch nog interessant.

maandag, juli 23, 2012

Wandelen op water


Wandelend op het water van de Aulne probeer ik glinsterende libellen te fotograferen. Plantjes fotograferen is toch iets makkelijker.

zondag, juli 22, 2012

Akkerwinde, pispotjes

Zo ziet de akkerwinde er lief en vriendelijk uit, maar elk stukje witte wortel vormt onverbiddelijk een nieuw kruipend plantje. Kruid of onkruid? Wie zal het zeggen. Pispotjes, noemden wij het als kind. De wetenschappelijke naam Convolvulus komt van het Latijnse convolvere, rondwinden. De soortnaam arvensis is van het Latijnse arvum, akker, in akkers groeiend. De bloemen geuren naar vanille en bloeien bij zonnig weer meestal korter dan één dag.  Stengels werden gebruikt als bindtouw voor het opbinden van planten en dergelijken. Oude Nederduitse namen zijn: Liend, Maajewinde, Slingerroos, Windo en Pispotjes natuurlijk.

The root, and also a resin made from the root, is cholagogue, diuretic, laxative and strongly purgative. The dried root contains 4.9% resin. The juice of the root is used in the treatment of fevers. A tea made from the flowers is laxative and is also used in the treatment of fevers and wounds. A cold tea made from the leaves is laxative and is also used as a wash for spider bites or taken internally to reduce excessive menstrual flow.

C. arvensis also has ethnobotanical history in the New World, probably due to its early introduction. As early as 1890, a United States herbalist described as a laxative. It then entered American Indian medicinal usage: the Navajo 4use it as a medicine for spider bites and an intestinal stimulant, the Pomo use it to aid
menstruation and childbirth, and the leaves and roots are considered to be laxatives in some South American cultures, where a medicine from the leaves is made to stimulate bile flow.
The stem is also used by the Okanagan-Colville people of the Northwest as a pack-rope for carrying small-game they have hunted.

zaterdag, juli 21, 2012

Tijd en de tuinman: niet de tijd gaat voorbij, maar jij en ik


Louis le Roy, de tuinman van de ecokathedraal, schrijver van 'Natuur inschakelen, natuur uitschakelen' is pas overleden en ook Rutger Kopland is heengegaan. Er sterven dit jaar veel mensen, waar ik in mijn jeugd veel van geleerd heb. Gelukkig zijn ze allemaal jong oud geworden.


Louis le Roy in zijn ecokathedraal (1924 - 2012)

Tijd - het is vreemd mooi ook
nooit te zullen weten wat het is

en toch, hoeveel van wat er in ons leeft is ouder
dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven

Zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijkt
naar iets in zichzelf, iets ziet daar wat het meekreeg

Zoals Rembrandt kijkt op de laatste portretten
van zichzelf alsof hij ziet waar hij heen gaat
een verte voorbij zijn ogen

het is vreemd maar ook vreemd mooi te bedenken
dat ooit niemand meer zal weten
dat we hebben geleefd

te bedenken hoe nu we leven, hoe hier
maar ook hoe niets ons leven zou zijn zonder
de echo's van de onbekende diepten in ons hoofd

niet de tijd gaat voorbij, maar jij en ik
buiten onze gedachten is geen tijd

we stonden deze zomer op de rand van een dal
om ons heen alleen de wind

Rutger Kopland (1934 - 2012)

donderdag, juli 12, 2012

Vezelplanten bij Sainte Croix

demonstratie lange vezels uit de vlasplant

Tijdens onze kruidenstages bezoeken we ook herboristenmarktjes.  Interessant was dit jaar het marktje bij de oude abdij van Sainte Croix. Hier ontmoeten we in één klap alle oude en jonge herboristen uit de streek rond Die. Veronica, Sylvie maar ook een bierbrouwer en pottenbakker.... Verder was er ook een leuke rondleiding bij de vezel- en kleurstofplanten in de tuin van het klooster.
geen brandnetel, maar wel Boehmeria nivea
Boehmeria / Ramie. A fibre is obtained from the inner bark of the stem - of excellent quality, it is used for textiles, linen etc and is said to be moth-proof. Yields are from 375 to 900 kilos of fibre (per acre?). Two to four harvests per year are possible depending upon the climate, it is harvested as the stems turn brown. Best harvested as the female flowers open according to another report. The outer bark is removed and then the fibrous inner bark is taken off and boiled before being woven into thread. The fibres are the longest known in the plant realm. The tensile strength is 7 times that of silk and 8 times that of cotton, this is improved on wetting the fibre. The fibre is also used for making paper. The leaves are removed from the stems, the stems are steamed and the fibres stripped off. The fibres are cooked for 2 hours with lye, fresh material might require longer cooking, and they are then beaten in a Hollander beater before being made into paper.

Ramie is een van de sterkste natuurlijke vezels, bijna kreukvrij en het heeft een zijdeachtige glans. Het is niet zo duurzaam als andere vezels, wordt daarom, meestal vermengd met vlas tot graslinnen verwerkt.
Ramieplant, Duitse Ramiegewaschse of Rameh, Engelse ramee, ramie of rheea grass, Frans rami, is de witte en zijdeglanzende vaste bastvezel die tot garen gesponnen wordt en waarvan men zeer duurzame en mooie stoffen maakt. Het graslinnen was wel in trek als zomerkleding in China en dit vanwege zijn hygiënische kwaliteiten. De wijze waarop in China de stof gebruikt wordt is merkwaardig omdat de vezels niet tot draden gesponnen worden. De draden ontstaan door aaneenvoegen van verschillende vezels die met hun uiteinden naast elkaar gelegd en door het rollen onder de handen verbonden worden. De vezels zijn daardoor glad en niet ineengedraaid waardoor zij de eigenaardige glans behouden.

woensdag, juli 11, 2012

Cheveux des anges


Het fôret de Saou is een mini-bergmassief tussen Crest en Die in de Franse Drôme. Tijdens onze kruidenstages en ons bezoek aan de siroperie van Marie-Claire wandelen we meestal ook bij het stadje Saou. Dit jaar hebben we tussendoor een stevigere wandeling gemaakt naar het hoogste punt van het massif de Saou, de Trois Becs. Langs de rand van de rechte kalkrotsen groeiden als een wit lint massaal veel 'Cheveux des anges'. Een glinsterend gras dat hier perfect blijkt te weten waar het moet groeien om de sierlijke zaden zover als mogelijk te verspreiden. De parapente plek bij uitstek.

Cheveux des anges - Stipa tenuifolia
En dit gras is ook goed te gebruiken in een border. Graminée d'ornement, très facile, elle supporte quasiment toutes les situations, sauf l'ombre. Elle aime les sols pauvres et secs, voire très secs, mais se développe aussi très bien dans les régions au sol plus lourd, pourvu qu'elle soit exposée au soleil. In het Nederlands wordt het ook wel vedergras genoemd, maar ik hou het maar op engelenhaar.


Meer over het massif de Saou 
C'est un " synclinal perché ", exemple parfait pour les géologues. Le massif de la forêt 2463 hectares , s'étire sur environ 13km.( superficie totale de la commune de Saoû : 4160 ha )
De Roche Colombe ( 886 m) à l'ouest , aux Trois Becs à l'est :
Roche Courbe ( 1545 m ) Le Signal ( 1559 m ) et Le Veyou ( 1589 m ).
Environ 250 chamois sur les crêtes( pour les observer une bonne paire de jumelles est indispensable )
Les rapaces, un couple d'aigles royaux du côté des Trois Becs,buses, milans et les grands corbeaux .
Chevreuils, sangliers, martres, belettes, fouines, renards, blaireaux, les écureuils qui sont revenus en nombre et même quelques marmottes ...

Bonenkruid

Bij Marie-Claire Bouttier op bezoek tijdens onze kruidenstage. Siropen gemaakt met vlierbloesem, lavendel, tijm, rozemarijn zijn haar klassiekers maar ook siroop van rozen, kastanjebloemen en bonenkruid kun je er vinden.

Over het bonenkruid heb ik nog niet veel geschreven, toch is het een waardevol kruid: eetlustopwekkend, spijsverteringbevorderend, stimulerend en bacteriedodend. Satureja montana is een laag heestertje en is zowel wat teelt als medicinale werking betreft enigszins te vergelijken met tijm.




Over bergbonenkruid of doorlevend bonenkruid / Satureja montana
De Latijnse benaming komt van de saters, wezens half mens half beest met buitensporige seksuele appetijt. In Frankrijk is de plant als afrodisiacum bekend.  De Romeinen gebruikten het kruid veelvuldig en brachten het naar Engeland, van waaruit het algemeen werd verbreid. Het is een van de oudste potentieverhogende middelen, in de Middeleeuwen was het zelfs verboden voor de monniken. Ook de Oude Grieken kenden de plant al en Virgilius roemde het om zijn geur en gaf de raad om het in de buurt van bijenkorven te houden.

Info uit de monografie van Natural Standard
Savory has been used traditionally as a digestive remedy for colic and diarrhea, as an ingredient in love potions, and as an antimicrobial. Uses for summer savory include as a stimulant, carminative, and emmenagogue. Winter savory is believed to relieve asthma symptoms. Based on secondary sources, savory may be used as a warm infusion for the treatment of colds, menstrual suppression, and flatulent colic. A cold infusion may be used as a gentle stimulating tonic during fever. Savory oil has been applied locally for the relief of toothache. Its tincture is used as a carminative.
The essential oil of Satureja montana completely inhibited germination of crops (Raphanus sativus, Capsicum annuum, Lactuca sativa) and weeds (Chenopodium album, Portulaca oleracea, Echinochloa crus-galli). Carvacrol, a constituent of savory, has been used as a feed additive in honeybee breeding.

Some Satureja montana extracts selectively inhibited the growth of human tumor cell lines, including HeLa (human cervix epidermoid carcinoma), and HT-29 (human colon adenocarcinoma), but not MCF-7 (human breast adenocarcinoma).



Wat wetenschappelijk onderzoek voor verdere studie
Hajhashemi, V., Ghannadi, A., and Pezeshkian, S. K. Antinociceptive and anti-inflammatory effects of Satureja hortensis L. extracts and essential oil. J Ethnopharmacol. 2002;82(2-3):83-87.
Cetojevic-Simin, D. D., Bogdanovic, G. M., Cvetkovic, D. D., and Velicanski, A. S. Antiproliferative and antimicrobial activity of traditional Kombucha and Satureja montana L. Kombucha. J BUON. 2008;13(3):395-401.
Cetojevic-Simin, D. D., Canadanovic-Brunet, J. M., Bogdanovic, G. M., Cetkovic, G. S., Tumbas, V. T., and Djilas, S. M. Antioxidative and antiproliferative effects of Satureja montana L. extracts. J BUON. 2004;9(4):443-449
Higes, Pascual M., Suarez, Robles M., Llorente, Martinez J., Paya Vicens, M. T., and Vicente, Montana A. [Efficiency of essential oil (Satureja montana) in controlling the ascospherosis in the honey bee (Apis mellifera) under field conditions.]. Rev.Iberoam.Micol. 1998;15(3):151-154.
Yazdanparast, R. and Shahriyary, L. Comparative effects of Artemisia dracunculus, Satureja hortensis and Origanum majorana on inhibition of blood platelet adhesion, aggregation and secretion. Vascul.Pharmacol 2008;48(1):32-37.
Hajhashemi, V., Sadraei, H., Ghannadi, A. R., and Mohseni, M. Antispasmodic and anti-diarrhoeal effect of Satureja hortensis L. essential oil. J Ethnopharmacol. 2000;71(1-2):187-192.







vrijdag, juli 06, 2012

Tuinieren in Bellegarde

Ondertussen zit ik, werk ik, tuinier ik in Bellegarde in mijn jardin des simples. Simpel is het niet, een tuin op afstand onderhouden, het wordt dus een wilde tuin, een tuin op drift en ook dat is boeiend.

In de tuin vallen de Griekse alanten nu het meeste op, niet alleen omdat ze zich zo goed uitzaaien maar ook omdat ze zo een groot (bedreigend?) blad vormen. Ondertussen zijn er echter ook kleine plantjes die zich stiekem verspreiden, bijvoorbeeld de akker- en de haagwinde. Maar het mag van mij. Als god de vader met een kleine g kijk ik er naar en grijp in daar waar meer timide planten dreigen in de verdrukking te geraken. Mijn rozenwortels bijvoorbeeld, zij waren onzichtbaar geworden onder de grote alanten. Het is wel een prulwerk om ze weer vrij te maken, maar dat vormt een leuk rustpunt tijdens het ruige werk van padenhakken.

Ook meer rustig reddingswerk is het scheuren van bieslook, tijm, vrouwenmantel en valeriaan 'phu'. Dit zijn allemaal wel sterke planten maar in de betongrond van Bellegarde houden ze het toch maar even vol en vragen dan ook om gescheurd en overgeplant te worden. En dat doe ik dus vandaag.

Over geschiedenis van de Inula helenium

In het jaar 77 schreef Plinius over een zekere Julia Augustinus dat ze 'geen dag voorbij liet gaan zonder wat alantwortel te eten, dat  ter bevordering van de spijsvertering en een aangenaam humeur.
In de 5de eeuw werd de plant 'inula campana' genoemd en in de middeleeuwen 'enula.'
Hildegard von Bingen en Albertus Magnus raadden de plant aan voor de luchtwegen, evenals Matthiolus.

Dodoens vermeldt : 'alant is een veel ghecocht ende wel bekend cruydt' en alantwortel ghesoden ende ghedroncken lost die urine ende verweckt die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen/ ende es goet den ghenen die van binnen gheborsten oft ghequetst sijn/ ende die eenich ledt vercrompen oft ghespannen hebben. Die selve wortel met huenich vermenght ende gheleckt suyvert die borst/ doet die taeye fluymen rijpen ende rijsen/ ende es seer goet tot den hoest ende corticheyt van adem.
Alantwortel ghepoedert es goet ghedroncken tseghen die beten ende steken van den fenijnnighen ghedierten/ ende tseghen die winden ende opblasinghen binnen tlichaems. Alantwortel gheconfijt es der maghen goet ende bequaem ende doet die spijse verteeren.


woensdag, juli 04, 2012

Muskaatsalie in jardin des simples

De hele dag gewerkt in mijn Bellegardetuin. Paden vrijmaken, dus... hakken en wieden. En daarbij altijd weer mijn 'existentiële' vraag: wat is on-kruid? De paden zijn begroeid met wede, wilde cichorei, alsem, venkel en muskaatsalie, dat zijn niet zo direct planten die een gemiddelde mens onder onkruid rangschikt. Maar deze keer twijfel ik niet, verwijderen maar die door mij geliefde planten, overplanten is niet doenbaar. En er staan nog genoeg exemplaren in de border. Het is nu bloeitijd voor de scharlei of muskaatsalie. Goed groeien doet hij hier wel. De vreemde geur maakt de plant ook blindelings herkenbaar. In de Drôme wordt hij ook gekweekt om er etherische olie uit te winnen.

Mevrouw Grieve vermeldt dat hij in 1562 in Engeland werd geïntroduceerd. In de middeleeuwen werd hij in Europa gebruikt, maar in latere jaren is het gebruik voor medicinale doelein­den afgenomen en ten slotte verdwenen. In dit opzicht is hij verdrongen door de gewone salie. In Duitsland staat scharlei bekend als muskatelter salbei. Kennelijk werd hij oorspronkelijk door Duitse wijnmakers gebruikt om echte muskatelwijn te imiteren of te vervalsen.

Scharlei-olie op de huid in gewreven, kan een euforisch gevoel veroorzaken. Verwijzingen naar dat effect vinden we ook terug bij Waller (1822) die schrijft dat muskaatsalie gebruikt word ter vervanging van hop in het bier, waardoor het bier een zeer bittere smaak en giftige eigenschappen krijgt, wat een effect van krankzinnige vrolijkheid ver­oorzaakt, gevolgd door zware hoofdpijn.

Lobelius zegt: "Sommige brouwers van Engels en ander bier doen hem in hun producten om de drank koppiger te maken, om dronkaards tegemoet te komen die daarbij, afhankelijk van hun diverse stadia van voorbereiding, laveloos, vrolijk dronken of stomdronken werden." '

En ook Nicholas Culpeper schrijft: ... De zaden of bladeren in wijn ingenomen stemmen tot zinnelijk genot. Verder vermeldt hij wel vele medicinale kwaliteiten: 'De bladeren toegepast met azijn waarin al of niet een beetje honing helpt bij steenpuisten, fijt en de hete ontstekingen. Het is van groot nut voor mannen zowel als vrouwen die een zwakke rug bezitten en helpt de nieren te verster­ken. . . Het sap van dit kruid in Engels of ander bier gedronken bevordert de bevalling en drijft de nageboorte uit. Het klinkt wel wat gevaarlijk en verwijst ook naar de hormonale werking van muskaatsalie, te vergelijken met het oestrogeen effect van de echte salie.

Ook Dodoens vermeldt de mogelijk hormonale, oestrogene en afrodisiake werking. 'Scharleye met spijse ghegheten oft ghesoden ende ghedroncken doet den vrouwen huer natuerlijcke cranckheyt comen/ ende maeckt lust tot byslapen.
Tsap van Scharleye met huenich vermenght/ maeckt die ooghen claer ende geneest die donckerheyt/ daer in ghedruypt.
Scharleye ghestooten oft in water ghesoden treckt die splinters ende doornen uut/ verteert ende doet scheyden alderhande gheswel daer op gheleyt.

Volgens oudere wetenschappelijke onderzoeken van Caujolle (1945) veroorzaakt de etherische olie een verhoging van de bloeddruk bij honden. Mogelijk door stimulering van adrenaline, het effect werd wel verkregen door intraveneuze inspuitingen, wel nogal extreem als je het mij vraagt.
Gattefossé (1973), de uitvinder van de naam aromatherapie, vond juist een lichte bloeddrukverlagende werking.

Zoals je ziet, een plant met geschiedenis en die wied ik nu in mijn jardin des simples massaal weg.

dinsdag, juli 03, 2012

Aankomst in Bellegarde

Griekse alant in Bellegarde
Aankomst in Bellegarde. Zoetgeurende ontvangst met lindebloesem en bezembrem. Lager en zuidelijker was de linde al helemaal uitgebloeid, hier op 850 meter hoogte hangen de gele bloesems met hun schutblaadjes te wachten om geplukt te worden. Het dorp drijft op de stilte van een warme dag. De tuin is het eerste wat ik bezoek. De spiraalpaden zijn onzichtbaar, verdwenen onder het vele wilde groen. Grijze alsem en blauwe muskaatsalie geven toch kleur en beweging aan al dat groen geweld. Verder is het vooral het grote blad van de Griekse alant dat imponeert, hij dreigt de hele tuin in te palmen. Toch vraag ik me af of dat uiteindelijk zal gebeuren. Waarom groeit de alant hier zo goed? De grond? Het klimaat? Of hebben de mensen van Bellegarde deze plant nodig. Inula is in het verleden vooral voor de luchtwegen in gebruik geweest. Ik kan het hele dorp wel bevoorraden.

maandag, juli 02, 2012

Alpenakkers

Na een week wandel in de Franse Queyras ben ik alleen op weg naar de Franse Drôme. Langs het lac de Serre-Ponçon rijdend, lonken de 3 en 4 duizenders van Les Ecrins, maar dat is nu niet realistisch om die te beklimmen. Toch maak ik een ommetje naar Saint Appolinaire. Op het vruchtbare plateau kom ik zelfs tussen de graanakkers terecht, het geeft wel een speciaal gevoel, de gecultiveerde gladde tarwevelden van mijn jeugd gecombineerd te zien met het ruwe hooggebergte en als er dan ook nog lage wolken en een overvloed van akkeronkruiden het landschap stofferen, kan mijn geluk niet op. Klaprozen, korenbloemen en zelfs wilde ridderspoor vind ik langs de rand van de akkers.

Consolida regalis, Delphinii Flos, Delphinium consolida, Espuela de Caballero, Knight's Spur, Lark Heel, Lark's Claw, Larkspur, Lark's Toe, Ritterspornblüten, Staggerweed.
Wilde ridderspoor is een sierlijk akkeronkruid. Het is een middelhoge, behaarde, éénjarige plant die voor of na de winter kiemt. De bloeitijd valt in de zomer. Wilde ridderspoor is een exclusieve bewoner van wintergraanakkers op matig bemeste, kalkhoudende, zandige klei. De achteruitgang van de soort is waarschijnlijk toe te schrijven aan zware bemesting en aan chemische onkruidbestrijding, alhoewel die achteruitgang blijkbaar al voor de bestrijdingsmiddelen aan de gang was.
Net zoals zijn familieleden monnikskap en andere riddersporen bevat ook de consolida verschillende giftige alcaloïden, toch wordt het zaad van de plant in oudere kruidenboeken beschreven en gebruikt, al is het dan vooral als insecticide. Mrs. Grieve schrijft 'As in Stavesacre, the part used medicinally is the seed, a tincture of which in like manner acts as a parasiticide and insecticide, being used to destroy lice and nits in the hair'. En zaad heb ik toch wat kunnen oogsten, niet bedoeld om luizen te bestrijden, maar gewoon om uit te zaaien.

Over een verwante plant de Stavesacre  heb ik een artikel geschreven op infonu.nl http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/36582-staverzaad-eens-een-beroemd-luizenmiddel.html